Meteen na de Duitse capitulatie was er in Nederland een grote behoefte om door middel van zang en poëzie de verworven vrijheden te bejubelen, de eigen (al dan niet vermeende) heldhaftigheid te benadrukken en de verslagen vijand te bespotten. Het komt allemaal samen in onderstaande tekst, gemaakt door een mij onbekend lid van de Binnenlandse Strijdkrachten in Zaandam. In het lied uit mei 1945 komen meerdere namen voor van BS’ers, veelal mannen die in de voorgaande jaren hun leven waagden in het verzet tegen de nazi’s en die nadien, als Bewakingsteam Zaandam, de verantwoordelijkheid hadden over de aan hen toevertrouwde verdachten, veelal collaborateurs.
We vieren ons bevrijdingsfeest
Want Adolf Hitler is gesjeesd
De moffen joegen we over de kling
De N.S.B. in de Sing Sing
Kijk hier eens even om je heen
De muren klagen steen en been
Zoo’n prachtig stel was nooit bijeen
Het kader is ’t als nummer 1
De vader van de Compagnie
Is oome Gerrit potverdrie
Als grootmajoor zit hij te paard
Zijn kinderen om hem heengeschaard
Eerst zat hij op een houten knol
Nu is ’t benzinetankje vol
Met z’n compies hoestbui op wielen
Zit hij nu ieder op z’n hielen
Hij knort wat op de middagpot
De kok zat bijna op ’t schavot
Er is vandaag een beetje sliert
Dus verder lustig feest gevierd
De tweede man is Tjeertes Piet
Dit is de man die kogels schiet
Het kan niet schelen wat voor spuit
Hij schiet er wel een kogel uit
Hij pakt de snuiters in hun kraag
Of ze al schieten niet of graag
Wordt hij nog eens politieman
Geen mensch die hem beschieten kan
Dineeren doet hij uit een pan
Mellekie drinken gaat per kan
Hij schranst er van gelijk een slager
En toch blijft hij maar even mager
Als derde man komt Soepeboer
De gansche dag zit hij op de loer
Of hij geen moffengrietenspan
Of N.S.B.’er pakken kan
Hij heeft als oome Dirk gezeten
Bij boeren en bij S.D. zitten zweeten
De rollen zijn nu omgekeerd
Al loopt het alles nog niet gesmeerd
Hij heeft al menig zaakje rond
Zelfs Ooms houdt zachtjes aan zijn mond
Ze doen maar zachtjes aan want ziet
Dan breekt ook vast het lijntje niet
Een soepeboer die ’t soepie rost
Bij prins Bernhard legt hij in de kost
In ’t fikkie stoken is hij goed
Dat merkte Ravenswaaij pas goed
De vierde is vriend Piekenpol
Dat is die met die rooie bol
Als paardepil kreeg hij de zak
Nu is hij hier bij ons in ’t vak
Als mensenpil is hij content
Zijn medicijn kost je geen cent
Hij zet je met het grootst pleizier
Een nieuwe versche apenklier
De muren gaan soms op en neer
Van z’n geweldig gecommandeer
In plaats van pillen geeft hij melk
Want jongens dat is goed voor elk
De vijfde man is Hendrik Maas
dat is die zomerkacheltjesbaas
Hij hoort hier eigenlijk niet thuis
Maar in het ouweijzerhuis
Het is een rare scharrelaar
Hij rommelt alles voor elkaar
Je ziet hem zoo, en zoo weer niet
De meeste tijd zie je hem niet
Bekijk hem goed dan zie je pas
’t Is eigenlijk geen Arisch ras
Is er een geintje af te draaien
Daar is ons Maasje voor te paaien
Henk Vos de voedselofficier
’t Is feitelijk doodgewoon fourier
Die voert ons dik met brood en pap
En met een goeie warme hap
Zijn hoofd slaat soms wel eens op hol
Met die distributie aan z’n bol
Wat heeft ie toch een hoop gemier
En wat is het doffe klier
Kom niet aan Vos, je komt aan ons
Hij krijgt van allemaal de bons
We halen hem terug in ’t hol
Schenk nou de glaasjes nog eens vol
We houden de fourier in eer
Al plukken ze hem keer op keer
De beste stuurlui staan aan wal
Maar deze Vos gaat bovenal
De man van het papier Jan Kat
Die legt de heele boel soms plat
Want het papier viert nog hoogtij
Daar zijn geen Fransche woorden bij
Hij is beslist een reuzekrent
Betalen doet ie op de cent
De la zit altijd goed op slot
Juist als je er in wezen mot
Zijn stemgeluid zeer schoon van toon
Klinkt donderend aan de telefoon
Als Kat-er met z’n poesje praat
Is er niemand die meer iets verstaat
Tot slot komt dan de puzzelaar
Je weet wel da’s die hengelaar
Hij lokt de visch met veel gegaap
En eindelijk valt ie dan in slaap
Je neemt het maar een beetje ruim
Je zuigt van alles uit je duim
Verschiet je kruit
Zing nog eens luid
Want vrienden, nou is ’t liedje uit.