Na de bevrijding bleef de rol van het gereformeerde volksdeel binnen het Zaanse verzet onderbelicht. En dat terwijl de weerstand van deze christelijke stroming tegen het heersende nazisme bovengemiddeld was. Een toelichting, aan de hand van een door Stadsherstel Amsterdam gevonden stapel illegale krantjes, ruim driekwart eeuw na de oorlog.
In het voorjaar van 2021 kocht Stadsherstel Amsterdam vier Zaandamse arbeiderswoningen. De eerdere eigenaar, woningbouwvereniging Parteon, had Westzijde 173-179 totaal verwaarloosd. Drastisch ingrijpen om te redden wat er te redden viel van de eind negentiende eeuw gebouwde houten pandjes -inmiddels door Zaanstad tot monument bestempeld- was dan ook onvermijdelijk. Enkele maanden na de aanschaf begon de restauratie van de krotten.
Tijdens het strippen troffen de medewerkers van Stadsherstel bij het verwijderen van een schoorsteen op nummer 173 een stapeltje illegale krantjes aan uit het laatste oorlogsjaar. Het betrof in totaal zo’n tien exemplaren van het gereformeerde Trouw en ongeveer dertig stuks van het ondergronds uitgebrachte Zaanse blad Strijd. Ze verkeerden, in tegenstelling tot het huis waarin ze lagen, in een redelijke staat.
Op een foto van de vier doorgebroken panden is een crèmekleurige wand zichtbaar met daarnaast een rechthoekig schoorsteengat in de houten vloer. De documenten zijn gevonden bij de plek waar de schoorsteen door de vloer stak.
Tussen de krantjes zat één afwijkend stuk papier. Het was een ingevuld formulier van de Luchtbeschermingsdienst, te ‘bevestigen aan de binnenzijde van uw voordeur’. Op het document zijn met inkt de namen en adressen van (plaatsvervangende) blokhoofden -in dit geval van wijk D, blok 31; de omgeving van de Westzijde- en die van de bewoners van Westzijde 173 geschreven. De Luchtbescherming bestond kort voor en tijdens de oorlog uit vrijwilligers die burgers moesten beschermen tegen luchtaanvallen en -vanaf mei 1940- dienden te controleren of de verduisteringsmaatregelen werden nageleefd.
Aan de hand van de namen op het Luchtbeschermingsformulier valt te achterhalen wie er tijdens de oorlog verbleven op het adres Westzijde 173. Dat bleken sinds 1929 huis- en reclameschilder annex ‘hasconeerder’ (een variant op het stucadoorswerk) Roelof Dekker (19-4-1885/3-5-1952) en zijn echtgenote Jentina Dekker-Kuiper (25-4-1882/8-12-1953) te zijn (‘telefoonnummer 4364’). Ook hun dochter Pieternellie Dekker (26-9-1916/1-4-1965) leefde daar. Zij werkte als hulp in de huishouding. Pieternellie werd overigens geboren op Westzijde 175. Op 28 mei 1918 kreeg het echtpaar Dekker ook nog een zoon op dit laatste adres, die net als zijn vader Roelof heette.
Wat betreft het Luchtbeschermingsdocument: zowel G.R. Dekker als H. Dekker (die ook op Westzijde 173 woonde; zijn familierelatie is me onbekend) draaide in ieder geval in de zomer van 1940 als vrijwilliger avond- en nachtdiensten om te controleren op verduistering van de huizen en te assisteren indien er onverhoopt bommen vielen. Het document dateert waarschijnlijk uit 1942.
Nader onderzoek wijst uit dat de woning van de familie Dekker op nummer 175 en hun werkplaats op nummer 173 was. Tijdens de oorlog organiseerde de gereformeerde kerk van Zaandam in Dekkers werkplaats wel eens een ‘vervolgklas’, ik neem aan om bijbelles te geven. De vondst van het illegale gereformeerde blad Trouw past goed in dat plaatje. Ook andere activiteiten wijzen naar de protestants-christelijke grondslag van de familie. Zo werd Roelof Dekker sr. in december 1936 contactpersoon van de Zaandamse Justus-commissie. Deze commissie bemiddelde voor de oorlog bij het zoeken naar ‘christelijke kosthuizen’ voor jongens, meisjes en oudere alleenstaanden van gereformeerde huize.
De naam Dekker is te vinden op meer Zaanse adressen. Op het nabije Schiermonnikoog 40 (genoemd op het gevonden document) woonde de al eerder genoemde G.R. Dekker, eveneens een schilder. Een paar huizen verder, op nummer 20, zat tijdens de oorlog de dochter van het joodse echtpaar Isaäc (‘Ome Jacques’) en Mimi Wijnperle verborgen. Deze Dekker wordt in relatie tot de onderduikers genoemd op het Joods Monument Zaanstreek. Het verhaal van hun dochter Rebecca is ook te vinden op deze website.
De Dekkers waren telgen uit een verzetsfamilie. Ze richtten zich via hun kerkelijke netwerk vooral op het helpen van onderduikers. Hier een overzicht van hun namen en daden.
Hoewel de protestants-christelijke bevolkingsgroep in de ‘heidense’ Zaanstreek klein was, slaagden ze er in om een illegaal netwerk van bovenlokaal belang op te bouwen, met name in Zaandam en Wormerveer. De anti-revolutionair Willem Brinkman werd in april 1943 provinciaal leider van de Landelijke organisatie voor hulp aan Onderduikers (LO), Nederlands grootste verzetsbeweging. Na een inval in de Zaandamse woning van het echtpaar Brinkman, waar ze een joods meisje verborgen, nam plaatsgenoot Klaas Pos die functie over. Tot aan hun arrestatie in oktober 1943 werden er onder aanvoering van Brinkman en Pos bijna honderd joden en een veelvoud aan niet-joden ondergebracht op schuiladressen in met name de Zaanstreek en West-Friesland. Vanaf augustus 1944 gaf de eveneens gereformeerde Zaandammer Kees Kraay leiding aan de Noord-Hollandse LO. “Van Zaandam uit is de provincie opgebouwd”, concludeerde Ad Goede, onderzoeker van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (het huidige NIOD) in zijn studie naar de merendeels gereformeerde LO.
In Wormerveer waren het de gereformeerde Henk Toby en Jaap Boot die ook buiten de regio van grote betekenis waren. Ze raakten al in een vroeg stadium betrokken bij de productie en en distributie van Vrij Nederland en Trouw, een tijdlang de grootste ondergrondse krant van Nederland. Verder onderhielden ze contacten met een Zaans netwerk van gereformeerde en doopsgezinde drukkers en clichémakers, die tienduizenden valse persoonsbewijzen, stempels en andere ondermijnende producten over het land verspreidden. Wormerveer was ‘vanaf het begin het administratieve centrum van het LO-werk in Noord-Holland’, aldus de schrijvers van Het grote gebod, een standaardwerk over de LO en de Landelijke Knokploegen (LKP). Naast bovengenoemde grootheden uit de confessionele illegaliteit waren er ook nog eens vele tientallen Zaankanters met dezelfde achtergrond die zich op kleinere schaal keerden tegen het nazisme.
De familie Dekker die op Westzijde 173-175 woonde lijkt overigens niet of nauwelijks actief te zijn geweest binnen de illegaliteit. Wel lazen ze, zoals veel ‘goede’ gereformeerden, het ondergronds verschijnende blad Trouw. En ze bewaarden die krantjes dus. In een bergplaats die zo goed was verborgen dat het driekwart eeuw duurde voor ze opnieuw het daglicht zagen.