Gerrit Jan Zwertbroek, in 1925 medeoprichter van de Vereeniging van Arbeiders-Radio- Amateurs, bracht zijn jeugd door in Zaandam. Hij kon er trots op zijn dat de inwoners van deze rooie gemeente zijn omroep massaal steunden. Maar waar de VARA de socialistische beginselen bleef uitdragen, begon de founding father na verloop van tijd aan een zwerftocht van uiterst links naar extreemrechts.
Jan Hooft
Mail van een BNNVARA-redacteur: ‘Momenteel ben ik druk bezig met een researchproject voor BNNVARA. Volgend jaar bestaat de omroep (VARA) 100 jaar en in die jaren zijn er veel brieven binnengekomen naar aanleiding van spraakmakende uitzendingen.’ En of ik haar in contact kan brengen met familie van de Zaandamse oud-NSB’er Jan Hooft. Die had namelijk in 1969 schriftelijk en uiteraard afwijzend gereageerd op een uitzending van het VARA-programma Achter het nieuws, waarin oud-militair Joop Hueting een boekje opendeed over de Nederlandse misdrijven tijdens de politionele acties in Indonesië.
Gerrit Jan Zwertbroek was minstens zo fout als die voormalige lokale NSB-leider.
Ik kon haar niet helpen. Jan Hooft sr. kwam in 1890 ter wereld, zijn gelijknamige en eveneens collaborerende zoon in 1917. Beiden waren dus al lang dood, en wellicht de eventuele kinderen van junior ook. Maar, bedacht ik later, de VARA kan in haar jubileumjaar wellicht wat aandacht schenken aan haar stichter, Gerrit Jan Zwertbroek. Drie jaar na Hooft sr. geboren. Eveneens in Zaandam. En minstens zo fout als die voormalige lokale NSB-leider. Zwertbroek was bovendien een Zaankanter met een zeer opmerkelijke levensloop.

Westzijde
Gerrit Jan Zwertbroek werd op 23 augustus 1893 geboren in de Westzijde, de straat waar ook zijn ouders ter wereld kwamen. Zijn vader was schipper, zijn grootvader van moederskant schippersknecht. Dat ook Zwertbroek junior een leven aan boord van een boot zou krijgen, met Zaandam als uitvalsbasis, lag in de lijn der verwachting. Het liep anders. Hoewel zijn ouders in de Zaanstreek geworteld leken, verhuisden ze naar Haarlem toen de kleine Ger de peuterleeftijd had bereikt. Meteen na de lagere school begon hij aan zijn werkzame leven, als leerjongen bij een nabije bloemisterij. In de avonduren bezocht hij de handelsschool in zijn woonplaats.

Rechtvaardigheidsgevoel
Ger Zwertbroek bleek een pientere leerling. Hij had bovendien een groot rechtvaardigheidsgevoel. De basis daarvoor was gelegd in het doopgezinde milieu waarin hij opgroeide. Amper achttien jaar oud sloot hij zich aan bij de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij en de socialistische vakbond NVV. Zijn linkse gedachtegoed en zijn organisatorische talenten vloeiden samen in de mede door hem in 1912 gestichte Jongelieden Geheelonthouders Bond. Binnen een jaar telde deze organisatie meerdere afdelingen en honderden leden. De propagandaredes van secretaris en redacteur Zwertbroek droegen daar zeker toe bij. De JGOB beperkte zich niet tot het promoten van abstinentie, maar ageerde ook tegen maatschappelijke misstanden en probeerde het proletarische volksdeel te verheffen.
Die thema’s kwamen terug in het radicale (maar wegens gebrek aan succes al snel opgeheven) jongerenblad De Daad. Zwertbroek stond in 1919 aan de wieg van het politieke tijdschrift, samen met onder meer zijn vriend Koos Vorrink, die nadien decennialang SDAP-/PvdA-voorzitter was. Een jaar na de oprichting van het tijdschrift maakte de latere VARA-bestuurder Meijer Sluyser kennis met de oud-Zaankanter. ‘Een super-intelligente jongeman, die Zwertbroek’, typeerde Sluyser hem. ‘Vaardig in het hanteren van de pen, vlot spreker op vergaderingen.’ Maar ook ‘een fantast, een dubbele persoonlijkheid’.
‘Een super-intelligente jongeman, die Zwertbroek’, typeerde Meijer Sluyser hem.

Dadendrang
De dadendrang van deze ambitieuze wereldverbeteraar bleef binnen het progressieve netwerk niet onopgemerkt. De SDAP lijfde hem in als bureauchef. Na een paar jaar stapte Zwertbroek over naar dagblad Het Volk. Daar werd hij verantwoordelijk voor de abonnementen, uitgeverij en propaganda. Bij Het Volk leerde hij Levinus van Looi kennen. Hij schreef voor het dagblad stukjes over het bouwen van radio-ontvangers. ‘Allebei lefgozers met originele, soms zelfs erg levensvatbare ideeën’, aldus Zwertbroeks biograaf Jaap van de Merwe. ‘Eén van die “zwertlooise” invallen was een radiovereniging voor arbeiders. Van Looi zag de kolossale culturele mogelijkheden, Zwertbroek de politieke kracht die erin school.’ Radio kon volgens Zwertbroek ‘bijdragen tot de verbroedering der volkeren en het inzicht der menschen verhelderen door onbevooroordeeld nieuws te verspreiden’.
Oprichting VARA
In het geschiedenishoekje van de eigen website negeert BNNVARA hem. ‘Initiatiefnemer Levinus J. van Looij is de eerste voorzitter van de omroep’, halveert de omroep het aantal oprichters en verhaspelt ze en passant een achternaam. Maar op 1 november 1925 waren het wel degelijk Van Looi en Zwertbroek die in het Amsterdamse hotel Parkzicht door de 112 aanwezige VARA-leden tot respectievelijk voorzitter en secretaris werden benoemd. De 27-jarige administrateur van de Bond van Meubelmakers en Behangers, Jan Willem Lebon, completeerde bij gebrek aan tegenkandidaten het eerste bestuur. Zes dagen later organiseerden deze radioamateurs hun eerste uitzending. Een half uur daarvan ging op aan een betoog van de populaire Amsterdamse SDAP-wethouder Floor Wibaut over ‘de ontzaggelijke kultureele beteekenis van de radio’. Zwertbroek praatte de rest van het loodzware avondprogramma vol stichtelijke gedichten en klassieke muziek aaneen. Met name minstreel Geert Dils kreeg alle ruimte om zijn kunsten ten gehore te brengen. Deze Limburgse theorbe- en luitspeler genoot enige bekendheid als muzikale begeleider bij de vele lezingen die de Zaandamse burgemeester Klaas ter Laan hield over volkscultuur.

Ontslag
Na een moeizaam begin – een jaar na de oprichting had de VARA nog maar 1700 leden – kwam de omroep in een stroomversnelling. Zwertbroek en Lebon waren aanvankelijk zo somber over de toekomst dat ze hun ontslag indienden. Bij gebrek aan de mogelijkheid om die stap te formaliseren keerden ze terug op hun posten, hopend er alsnog het beste van te kunnen maken. Dat lukte. De VARA begon zich af te zetten tegen haar machtige liberale concurrent, de AVRO, en verruilde haar zwaarmoedig-socialistische uitzendingen voor publieksvriendelijker programma’s. Daarmee keerde het tij. In 1931 telde de vereniging al ruim honderdduizend leden.
In het bestuur had Zwertbroek inmiddels een andere Zaankanter aan zijn zijde. Arend de Vries gaf sinds 1914 les op een openbare school in Zaandam, was terzelfdertijd voorzitter van de machtige lokale SDAP-afdeling en leidde het Zaansche Arbeidersweekblad. Namens de SDAP zat hij tot de bezetting ook nog eens in de Provinciale Staten van Noord-Holland. Een trouwer sociaaldemocraat was nauwelijks denkbaar. Op het Statenlidmaatschap na gaf De Vries zijn functies in 1930 op om het voorzitterschap bij de VARA te kunnen overnemen.

Verbannen
Zwertbroek probeerde in 1933 meermalen de SDAP te bewegen tot een fellere stellingname tegen Adolf Hitler.
Hij trok slechts vier jaar met Zwertbroek op. Die had inmiddels naast zijn baan in Hilversum een plek veroverd in het landelijk SDAP-bestuur. Daar probeerde hij in 1933 meermalen de partij te bewegen tot een fellere stellingname tegen Adolf Hitler, die even eerder aan de macht was gekomen in Duitsland. De partijleiding was minder gecharmeerd van zijn in hun ogen te radicale ideeën. Zo wilde hij onder meer een gewapende ‘arbeidersweer’ die moest helpen bij het verdedigen van Nederland bij een eventuele Duitse inval.

De meningsverschillen leidden in 1934 tot een breuk tussen Zwertbroek en de SDAP. Eerder dat jaar was hij al uit de VARA gewerkt. Hij had demonstratief vijf minuten stilte uitgezonden nadat de vermeende Rijksdag-brandstichter Marinus van der Lubbe was geëxecuteerd en haalde gevluchte Duitse kunstenaars voor de microfoon. Het was zowel tegen het zere been van het kabinet-Colijn, dat de VARA voor straf zendtijd afpakte, als van de VARA-top. Zwertbroek werd uit de socialistische gelederen verbannen. Het vertrek van de populaire radiospreker kostte zijn werkgever duizenden, en volgens sommige berekeningen zelfs twintigduizend leden. Veel opzeggers zagen Gerrit Jan Zwertbroek als de VARA, en vice versa. Pas na de oorlog zou de omroep dit verlies weten te compenseren.

Van links naar rechts
Waar Arend de Vries trouw bleef aan de sociaaldemocratische beginselen sloeg Zwertbroek aan het dwalen. Hij maakte een propagandareis naar de Sovjet-Unie en bewoog zich in communistische richting. Maar in 1937 meldde hij zich bij de fascistische Nederlandsche Volkspartij, gevolgd door het minstens zo extreemrechtse Verbond van Dietsche Nationaal-Solidaristen en het Zwart Front. Bij die laatste partij werd hij kort na de bezetting van Nederland directeur van partij-uitgeverij De Veste. Maar nadat hij zich openlijk profileerde als voorstander van een Anschluss bij nazi-Duitsland royeerde de Zwart Front-leiding hem. Zwertbroek was inmiddels verworden tot een antisemiet. Volgens hem waren zijn joodse collega’s in 1934 verantwoordelijk voor zijn vertrek bij de VARA en daarmee ‘tenslotte de directe oorzaak geweest van het grootste leed, dat mij ooit in mijn leven werd aangedaan.’
Zwertbroek was inmiddels verworden tot een antisemiet.

‘Zuiver ras’
Voortaan zou hij jodenhaat blijven etaleren, tot droefheid van zijn echtgenote. ‘Zij kan niet heen over het jodenvraagstuk’, schreef haar man in mei 1941. ‘Ik wil ook niet dat er onbillijk met de joden gehandeld zal worden, maar dat wij ons ras zuiver zullen moeten houden en dus de joden op den duur naar een eigen land moeten sturen, is wel zeker.’ Het verbaasde dan ook niet dat hij zich na zijn gedwongen vertrek uit het Zwart Front aansloot bij de Nationaal-Socialistische Nederlandsche Arbeiderspartij. Toen die partij eind 1941 verboden werd, kon hij via de NSB aan de slag bij het Nederlandsche Arbeidsfront. Binnen deze nazistische vakcentrale werd hij propagandaleider.

‘Wij marcheeren mee’
Ger Zwertbroek vergat zijn geboortegrond niet. In het najaar van 1942 wijdde hij in het onder zijn bewind verschijnende Arbeid, weekblad van het Nederlandsche Arbeidsfront (oplage 350.000 exemplaren) twee pagina’s aan de Zaanstreek. Vijf maanden later verscheen er zelfs een ‘speciaal nummer voor de Zaanstreek’, vol verhalen over de regionale historie en de noodzaak dat de Zaanse arbeiders NAF-lid werden. De special liep vooruit op een bezoek van Zwertbroek aan Zaandam. De plaatselijke bioscoop Flora draaide op 6 maart 1943 niet alleen de ‘Arbeidsfilm Wij marcheeren mee’, maar bood ook gastvrijheid aan ‘de Leider van de afdeeling Propaganda van het Nederlandsche Arbeidsfront’. Zwertbroeks charmeoffensief zette weinig zoden aan dijk. De Zaanstreek liep al niet erg warm voor het nazistisch gedachtegoed en inmiddels werd ook steeds duidelijker dat Hitler-Duitsland aan de verliezende hand was.

Liquidatie
Het had Zwertbroeks laatste bezoek aan Zaandam geweest kunnen zijn. Nog geen twee maanden daarna, aan de vooravond van de Dag van de Arbeid waarop een toespraak via de gelijkgeschakelde radio van hem gepland stond, belden er twee met een pistool uitgeruste mannen aan bij zijn Bussumse woning. Ze wilden voorkomen dat hij op 1 mei publiekelijk de zegeningen over het zogenaamde socialisme van Hitler zou bezingen. De liquidatiepoging mislukte; het doelwit was niet thuis.
De liquidatiepoging mislukte; het doelwit was niet thuis.
Op de Dag van de Arbeid klonk er vanuit Londen via Radio Oranje toepasselijk gezang. Het was voorgesteld door Zwertbroeks voormalige medebestuurslid bij de VARA, Jan Willem Lebon. Hij was drie jaar eerder naar Engeland ontkomen en werkte inmiddels bij de overzeese, op Nederland gerichte zender. Of Ger Zwertbroek het lied hoorde is onbekend – in tegenstelling tot de meeste anderen in bezet gebied mocht hij zijn radio houden –, maar de slotregels van de door een socialistische dichteres geschreven tekst zouden hem tien jaar eerder zeker hebben bekoord: ‘In zware worsteling weten wij: eenmaal straalt ons morgenrood.’

Marcus Bakker
Een ander oud-bestuurslid van weleer, Arend de Vries, bleef voorzitter van de VARA tot die in 1941 gedwongen opging in de enige nog toegestane radiozender. Na zijn ontslag kwam zijn oude band met de Zaanstreek De Vries goed van pas. Zijn zoon had de leeftijd om in aanmerking te komen voor dwangarbeid in Duitsland. Door tot de bevrijding onder te duiken in het ouderlijk huis van de Zaandamse communist Marcus Bakker ontkwam hij aan dat lot.
Gerrit Jan Zwertbroek bleef tot het eind trouw aan het nationaalsocialisme. Uiteraard behoorde hij bij de eersten die in mei 1945 werden opgepakt. Hij had geluk. Een ander kopstuk van de nationaalsocialistische Nederlandsche Omroep, propagandist Max Blokzijl, werd al in maart 1946 voor het vuurpeloton geleid. De berechting van Zwertbroek vond pas eind 1948 plaats. De straffen vielen toen een stuk lager uit dan in de eerste naoorlogse jaren. Hij kwam er vanaf met acht jaar opsluiting.
Antisemitische boeteprediker
Zijn gedwongen verblijf in Veenhuizen leidde een nieuwe levensfase in. Hij koos daar voor een bovenzinnelijk bestaan. Dat was aanvankelijk katholiek gekruid, maar toen hij zich in die hoek door zijn excentrieke gedrag vol zelfkastijding onmogelijk maakte, sloeg Zwertbroek een nieuw pad in. Even buiten de Jordaan begon hij op een bovenverdieping, gekleed in een pij en met een baard als Sinterklaas, een eigen sekte.
Even buiten de Jordaan begon Zwertbroek op een bovenverdieping, gekleed in een pij en met een baard als Sinterklaas, een eigen sekte.

Medio jaren zestig ging hij als vertegenwoordiger van dit ‘Mystiek Genootschap van het Gebroken Kruis’ dagelijks de straat op als antisemitische boeteprediker. Een officiële krankzinnigheidsverklaring voorkwam dat ‘broeder Gerardus Johannes’ opnieuw achter de tralies belandde. Het zwarte schaap van de rode familie overleed op 20 oktober 1977 in een verzorgingstehuis aan de Plantage Middenlaan, 84 jaar oud.