De gemeente Zaanstad gaf opdracht tot een onderzoek naar de omgang met joods vastgoed in en na de oorlog. Binnenkort worden de uitkomsten geopenbaard. Hieronder een fragment uit mijn boek Eisendrath, een verzonken familie. Het laat zien hoe de ontrechting via de gemeente – in dit geval Zaandam – al in 1940 begon. Sluipenderwijs werd de joodse bevolking uitgesloten. Ook de Zaandamse Iris Eisendrath behoorde bij de getroffenen. Haar wachtte op 3 september 1943 de gaskamer in Auschwitz. Iris werd 27 jaar oud.
Speldenprikken
Alle beloften van het tegendeel ten spijt worden de tekens dat de bezetter de Nederlandse zeden en overtuigingen naar eigen inzicht vervormt steeds zichtbaarder. De muggenbeten maken plaats voor speldenprikken. En de spelden gaan almaar dieper.
Iris heeft sinds 23 september 1940 een nieuwe werkgever. Na het gymnasium had ze zowel de School voor Maatschappelijk Werk als een cursus kraam- en gezinshulp afgerond. Het Tehuis voor Joodsche Werkende Meisjes, dat een directie-assistente zocht, kon zo’n intelligente, breed onderlegde medewerkster prima gebruiken. Iris was er een jaar gebleven en kreeg toen behoefte aan nieuwe uitdagingen. Ze nam kortdurende baantjes aan in Amsterdam, Winschoten en Amersfoort, onder meer als hulpverleenster in een weeshuis en verzorgster in een kinderdagopvang. Tot haar genoegen is ze nu terug op het oude nest. In dienst van de gemeente Zaandam mag ze aan de slag als huisbezoekster. Ze gaat langs bij werklozen en beoordeelt of die in aanmerking komen voor bijstand in de vorm van kleding en schoeisel. Het is een droombaan; meer dan redelijk betaald en in een vertrouwde omgeving.
Liegen is geen optie.
Twee weken duurt haar voorspoed. Dan ontvangt ze uit naam van burgemeester en wethouders een document. Formulier A heet het. Alle ambtenaren dienen deze vragenlijst in te vullen en van een handtekening te voorzien. De pijn zit aan het eind, daar waar Iris op straffe van onmiddellijk ontslag bij het achterhouden van de waarheid moet verklaren van niet-joodse bloede te zijn. Liegen is geen optie. In Zaandam weet zo ongeveer iedereen dat de Eisendraths joden zijn, al minstens vier generaties en waarschijnlijk nog langer.
Ariërverklaring
Het ondertekenen van de ariërverklaring is dus onmogelijk, maar er bestaat een alternatief, formulier B. Dat is voorbehouden aan het Israëlitische volk. Geheel conform de brandnieuwe wet- en regelgeving verstrekt ze haar personalia, functie en inkomen. Plus, belangrijk detail, het aantal ‘voljoodse’ grootouders. Hun namen mogen achterwege blijven, een getal volstaat. Ze vult het vonnis naar waarheid in, plaatst haar paraaf en geeft het papier af. Iris heeft geen idee wat de overheid met de verstrekte informatie wil doen, maar de inzamelcampagne is verontrustend.
Burgemeester
Haar bange voorgevoel wordt bewaarheid. Ze krijgt een kleine maand respijt, maar dan valt de bijl. Een collega, een Zaandamse ambtenaar uit de A-groep, stelt een aangetekende brief op waarin hij vermeldt dat Iris behoort tot de geselecteerden uit de B-categorie die per 22 november ‘van hun functies zijn ontheven’. Het college, met aan het hoofd die vriendelijke overbuurman van de Bootenmakersstraat, de socialistische burgemeester met wie haar familie koffie drinkt en een bijna-vriendschap heeft opgebouwd, reageert zakelijk op de van bovenaf verordonneerde ontslaggolf. “De belangstellenden zijn hiermede reeds in kennis gesteld. Voorstellen van de hoofden van takken van dienst tot voorziening in de vacatures afwachten.” Iris moet op zoek naar een nieuwe baan, eentje waarin ze onafhankelijk is van de overheid of wat daar op lijkt.