Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

Stapsgewijze krijgsgevangenschap

Duizenden Nederlandse militairen belandden tussen 1940 en 1945 in krijgsgevangenschap. Een klein deel van de Personalkarte die de nationaalsocialisten bijhielden is bewaard gebleven. Enkele voorbeelden, aan de hand van Zaanse gevangenen.

Veel militairen vielen tussen 10 en 15 mei 1940 in Duitse handen. Er waren ook nogal wat soldaten en officieren die in mei 1943 als krijgsgevangenen werden afgevoerd naar Duitsland. En daartussen zaten nog een paar massa-arrestaties. Hieronder zes Personalkarte van Zaankanters waarop de Duitsers onder meer hun rang, eenheid en familiebetrekkingen vermeldden. Veel van de (weinige) bewaard gebleven kaarten bevatten geen foto’s, maar de selectie hieronder wel. Het maakt de geschiedenis nog tastbaarder.

Na de capitulatie van het Nederlandse leger in mei 1940 begon de overwinnaar met het demobiliseren en ontmantelen van hun eerdere tegenstander. Niet alle Nederlandse militairen kwamen in Duitse kampen terecht. Zo’n 22.000 werden over de grens gevoerd, ongeveer 250.000 bleven in hun garnizoenen. Eind mei kregen de meeste krijgsgevangen Nederlandse militairen in het buitenland hun vrijheid terug. De beroepsmilitairen moesten wel de toezegging doen dat ze de Duitse staat geen schade zouden toebrengen. Van de ruim 12.400 beroepsmilitairen weigerden er 69 die verklaring op erewoord te tekenen. Zij bleven krijgsgevangenen.

Medio februari 1941 verscheen er een oproep in de kranten: “Aanmeldingsplicht beroepsofficieren.” De doelgroep moest zich verplicht melden. Bij niet verschijnen of het verstrekken van foutieve gegevens volgde er een straf.

De anti-Duitse sentimenten namen na de Februaristaking toe. De bezetter kreeg in de gaten dat bij het prille verzet relatief veel oud-militairen betrokken waren. Het was half april 1942 aanleiding om de voormalige beroepsmilitairen alsnog tot krijgsgevangenen te maken. Ze werden via een misleidende bekendmaking in de val gelokt. Deutschfreundliche en onmisbaar geachte militairen mochten vertrekken. De anderen, 2.027 mannen, werden afgevoerd naar Oflag XIII B Neurenberg-Langwasser, een krijgsgevangenenkamp in Beieren.

Op 20 februari 1943 ging er een brief de deur uit naar de Nederlandse aspirant-beroepsofficieren. Zij hoefden zich eerder niet te melden, maar waren nu ook aan de beurt. Op 10 maart belandde deze groep in Stalag 371 Stanislau, een kamp in Oekraïne. Voor zover ik kan overzien zat er één geboren Zaankanter tussen: Hendrik Kortbeek (16-4-1914). Maar daarbij past de kanttekening dat er geen totaaloverzicht uit die tijd resteert.

Op 29 april 1943 verscheen er in alle Nederlandse kranten een oproep aan de resterende voormalige Nederlandse militairen om zich te melden. Ook zij moesten nu in krijgsgevangenschap. De uitgedragen reden: de Duitsers waren teleurgesteld in hun gedrag. Maar in werkelijkheid waren ze nodig voor de Arbeitseinsatz in het buitenland. Het bevel leidde tot de April-meistaking van 1943 die flinke delen van Nederland platlegde. Uiteindelijk belandden er slechts 8.500 van de beoogde driehonderdduizend oud-militairen in krijgsgevangenkampen. De rest dook onder of kreeg, verbazingwekkend genoeg, een vrijstelling.

Naast de oud-militairen die op bovengenoemde data gevangenen werden, waren er ook nog de ondergedokenen die werden betrapt. Ook zij kwamen vanzelfsprekend achter het prikkeldraad terecht. Wie wil weten of er bekenden tussen de genoemde krijgsgevangenen staan kan hier, op de site van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, op zoek gaan.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





2 gedachten over “Stapsgewijze krijgsgevangenschap”

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.