De Zaanstreek telt slechts twee Stolpersteine, messing gedenktekens waarop de tijdens de Tweede Wereldoorlog al dan niet omgekomen joden uit deze regio staan vermeld. Ze liggen in de stoep voor Westzijde 262, waar tot begin 1942 het echtpaar Marcus en Geertruida Polak woonde. Op 17 september van datzelfde jaar werden ze in Auschwitz vergast.
Deze twee struikelstenen zijn de enige Zaanse, een schamel aantal. In heel Europa heeft de Duitse kunstenaar Gunter Demnig, de bedenker van de Stolpersteine, inmiddels 57.000 van deze plaatjes (laten) neerleggen. Daarvan bevinden zich er minstens vierduizend in Nederland. Dat maakt het minieme aantal van één paar Zaanse plaatjes helemaal armoedig. Wat het nog pijnlijker maakt is dat op de steen voor oud-leraar Polak de sterfdatum verkeerd vermeld staat.
Het is niet zo dat er de afgelopen jaren niet is geprobeerd om meer Zaanse struikelstenen geplaatst te krijgen. Diverse particulieren -veelal familieleden van omgebrachte joden- waagden een poging, maar liepen vast op bureaucratische of andere hobbels. Een werkgroep (waarin ik ook zitting had) onderzocht in 2014/’15 uitvoerig of het mogelijk was alle vermoorde en tot zelfmoord gedreven Zaanse joden een Stolperstein te ‘geven’. Gunter Demnig kon echter niet garanderen dat het zou lukken om de ruim 170 benodigde stenen te produceren en te leveren. En de werkgroep wilde geen keuze maken wie er wel en wie niet zo’n monumentje zou worden toebedeeld.
Duitsland
In de Zaanstreek zijn dus slechts twee struikelstenen te vinden. Opvallend -en nauwelijks bekend- is echter dat buiten deze regio het drievoudige aan Stolpersteine bestaat met de namen van joden die hier woonden. Ze bevinden zich allemaal in Duitsland, het land dat ze veelal in de jaren dertig verlieten. Allen hoopten tevergeefs op een veilig onderkomen in de Zaanstreek.
Hieronder staan afbeeldingen van alle acht ‘Zaanse’ Stolpersteine. Tussen haakjes de plaats waar ze liggen en verder de namen van de slachtoffers en wat details over hun woonplaats. Wellicht dat er over een paar jaar vele foto’s aan toegevoegd kunnen worden. Gemaakt in het buitenland of toch ook -dat zou een prachtig eerbetoon zijn- in de Zaanstreek.
Marcus Polak
(Zaandam)
Marcus (‘Max’) Louis Polak (Veendam, 16-7-1884/Auschwitz, 17-9-1942) en Geertruida (‘Truus’) Regina Polak-van Rhijn (Hoogeveen, 14-6-1897/Auschwitz, 17-9-1942) woonden sinds 1934 aan de Zaandamse Westzijde. Hij gaf tot aan zijn afgedwongen ontslag les op het Gemeentelijk (‘Zaanlands’) Lyceum. In mei 2009 plaatsten drie achternichten van Truus Polak samen met Gunter Demnig de beide struikelstenen voor het huis aan de Westzijde.
Emma Juchenheim
(Vlotho)
De weduwe Emma Juchenheim-Steinberg (Vlotho an der Weser, 27-1-1855/Sobibor, 16-4-1943) vluchtte op 22 oktober 1935 uit haar Duitse geboorte- en woonplaats naar haar dochter en schoonzoon in Zaandam. Daar, bij Bernard en Selma Eisendrath, vond ze tot de dag dat de nazi’s Nederland binnenvielen een zekere mate van rust. Nog geen drie jaar later werd ze in Sobibor vergast.
Hans Juchenheim
(Vlotho)
Hans Juchenheim (Vlotho, 29-10-1928/Dachau, 2-6-1945) was een kleinzoon van Emma. Zijn ouders mochten Duitsland niet verlaten, Hans en zijn zus Lore in maart 1939 na veel soebatten wel. Via een omweg kreeg Hans onderdak bij zijn oom, tante en oma in de Botenmakersstraat 108. Toen hun ouders eind 1941 in het kader van de ‘werkverschaffing’ naar Polen gestuurd zouden worden, keerden Hans en Lore terug naar Duitsland. Hans maakte als enige van zijn familie de bevrijding mee, maar stierf als gevolg van vlektyfus op 2 juni 1945 alsnog in een nevenkamp van Dachau.
Albert Levy
(Langerwehe)
Albert Levy (Langerwehe, 5-11-1905/Dachau, 24-1-1945) woonde tot februari 1936 in Duitsland. Hij sloeg toen op de vlucht en belandde eind van dat jaar in Zaandam. Daar trad hij twee jaar later in het huwelijk met de eveneens joodse Jenny Weiss, eveneens een vluchtelinge. Jenny werd op 8 oktober 1944 vergast in Auschwitz, Albert stierf kort voor de bevrijding in Dachau.
(Langerwehe)
Josef Levy (Langerwehe, 14-12-1901 /Auschwitz, 30-9-1942) ontvluchtte net als zijn broer Albert Duitsland en kwam in 1937 naar Zaandam. De broers zetten op de Burcht een modezaak op en ze maakten damesceintuurs. Op 3 februari 1942 werd Josef als nummer 1 van een groep van 63 Zaandamse joden ingeschreven in Westerbork. Ruim zeven maanden later stierf hij in Auschwitz.
Edith Seligmann
(Bad Salzuflen)
Edith Seligmann-Silberbach (Schatmar, 21-3-1906/Auschwitz, 30-9-1942) kwam weliswaar in Duitsland ter wereld, maar werd al begin 1928 -dus ruim voor Hitlers machtsovername) ingeschreven in Nederland. Op 13 februari 1939 trouwde ze in haar nieuwe woonplaats Oostzaan met Heinz Seligmann. Drieënhalf jaar later vonden ze samen de dood in Auschwitz.
Hertha Speier, ongeveer 1920
(Fritzlar)
Hertha Poppert-Speier (Fritzlar, 11-11-1913/Frankrijk, 16-12-1991) is in dit rijtje de enige die de Shoa zou overleven. Ze was met haar man Erich Karl in 1932 uit Duitsland geëmigreerd en bouwde samen met hem in de Zaandamse Botenmakersstraat een goed lopende dameshoedenfabriek op. Erich stierf op 14 mei 1943 in de gaskamer van Sobibor, Hertha overleefde meerdere kampen.