Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

Lores lef. Het verzet van een joods ‘ijskonijn’

Lore Durlacher was politiek vluchteling, links en joods. En dus gehaat door de nazi’s. Tijdens de Tweede Wereldoorlog groeide dit ‘ijskonijn’ uit tot een van Nederlands meest onverschrokken verzetsstrijders. 

Een week voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak, vertrok Lore Zilly Durlacher (3-12-1920) naar Nederland. Als progressieve joodse vrouw had ze niets meer te zoeken in het voor haar onveilige Duitsland. Ze kwam terecht in het joodse werkdorp in Wieringen. Dat was een verzamelplaats voor uit Duitsland en Oostenrijk gevluchte joden. Vele honderden jonge mannen en vrouwen kregen er onder meer een agrarische opleiding, die hen in staat moest stellen om een bestaan op te bouwen in Palestina.

In 1941 ontruimden de Duitsers het werkdorp. Zij die geen onderduikplek zochten, werden uiteindelijk naar kampen als Mauthausen, Auschwitz en Sobibor gedeporteerd. De meeste slachtoffers vonden daar de dood. Lore Durlacher werkte tot januari 1943 als leerling-verpleegster in Het Apeldoornsche Bosch. Kort voor de ontruiming van deze instelling voor joodse mensen met een verstandelijke beperking dook ze onder, eerst in Hilversum en daarna in Zaandijk. Vanaf begin 1943 stond haar leven in het teken van het verzet tegen de nazi’s. Ze sloot zich met andere Palestinapioniers aaneen tot een groep die in opstand kwam tegen de dictatuur. Met haar geblondeerde haar zag ze er uit als een naïef meisje, maar dat was ze dus allesbehalve.

Koelbloedig

Lore Durlacher ontwikkelde zich toch een van de actiefste, koelbloedigste en brutaalste verzetsstrijders binnen het non-conformistische samenwerkingsverband. Zij en haar medestrijders bevrijdden, vaak samen met leden van de zogeheten Westerweelgroep, tientallen gedetineerden uit Durchgangslager Westerbork en slaagden er in om honderden joden in veiligheid te brengen. Ook was ze betrokken bij enkele (vergeefse) pogingen om de spoorlijn bij dat kamp te vernielen en zo de deportaties naar Oost-Europa stil te leggen.

Lore Zilly Durlacher verdient meer naamsbekendheid dan ze tot nu toe heeft. Daarom hieronder vier voorbeelden die laten zien hoe het ‘ijskonijn’, zoals Durlacher door haar vrienden werd genoemd, tijdens de bezetting geen actie uit de weg ging, hoe gewaagd ook.

Lore Durlacher in 1942

26 augustus 1943

In de zomer van 1943 dook Lore Durlacher in Zaandijk onder bij het echtpaar Westrik en hun dochter Corrie. Frans Westrik beschreef jaren later zijn oorlogservaringen en noemde daarin ook Lore. “Zij noemde zich Els Rijsdijk, was Hollandse, een blonde verschijning en in het bezit van een vervalst persoonsbewijs. Zij was een- of tweemaal aan de Grüne Polizei ontsnapt, hoe zij bij ons te land kwam kan ik me niet herinneren. Zij was onze logé, bewoog zich volkomen ongedwongen, lag b.v. in de tuin onverschrokken te zonnen. In de nacht echter van donderdag, de 26e augustus, op vrijdag, werd er om half twee gebeld. Toen ik uit het raam keek waren daar twee Hollandse politie-agenten met bevel open te doen. Naar achteraf bleek was de ene een N.S.B.-er, genaamd [Jan] Bloemsma, wonende Tulpstraat [9] Koog, de naam van de andere is me nooit bekend geweest.

Te gauw ging ik naar beneden om open te doen. Zij zeiden een Joods meisje bij ons te zoeken en zonder een woord te zeggen viel ik op een stoel neer in de voorkamer. In een zeer korte spanne tijds hadden moeder en Els kans gezien het echtpaar en Doris [een joods onderduikgezin] in hun resp. schuilplaatsen te werken. Els had het echtpaar voor haar rekening genomen en het bed op zolder recht gelegd en Moeder Doris in de kast gestopt. Juist was zij daarmee klaar, toen Bloemsma al in de slaapkamer verscheen en wilde weten wat Moeder in die kast deed. Nu dat was heel eenvoudig, n.l. haar peignoir pakken. Bij inspectie van die kast ontdekten zij ook niets bijzonders. Els kwam van de trap af en op de vraag wat zij daarboven moest doen, antwoordde zij heel gevat: ‘Man, ’t is zo warm en ik lag gewoon in m’n broek in bed, ik ben even een nachtpon wezen halen, want ik kan zo ongekleed toch niet voor jullie verschijnen.’

Eindelijk dachten zij in Corrie het gezochte jodenkind te hebben ontdekt! Wat zij niet zagen was, dat voor haar bed twee stellen kleren opgeborgen waren en ook twee paar schoenen. Ofschoon wij konden aantonen, dat Corrie onze eigen dochter was, niets hielp en we moesten beiden mee naar het politiebureau in Zaandam.” Frans en Evertje Westrik werden flink ondervraagd, maar lieten niets los.
De volgende ochtend werden ze op vrije voeten gesteld. “Els had die nacht direct de leiding in handen genomen. Oom Jan was [mede-onderduiker Ernst Berliner] de wanhoop nabij en Els had gedreigd alle lichten aan te steken als hij niet kalmeerde. Voor Doris vond zij een ander onderkomen.”

Dankzij het gedecideerde optreden van Lore Durlacher liep het incident met een sisser af.

November 1943

Met hulp van een in Westerbork werkzaam marechausseelid zouden dertien Palestinapioniers een ontsnapping wagen uit het Durchgangslager. Frans Gerritsen en Lore Durlacher kropen daartoe ’s nachts, net nadat er een bewakingspatrouille was gepasseerd, naar het omheinende prikkeldraad. Ze waren met een vijfhonderd meter lang touw verbonden met Tine de Lange, een kennis van de participerende marechaussee. Toen Gerritsen en Durlacher met hun kniptang bij de omheining lagen te wachten, ‘kreeg ik een ruk aan de voet en zijn we teruggegaan en er kwamen meteen grote schijnwerpers over de hei’, aldus Gerritsen in een naoorlogs interview. “Dus was er iets fout, wat wisten we niet. We hadden zwarte kleding aan en bleven stil liggen. Toen het licht weg was, kropen we langs het touw terug. Tine zei: ‘Ja, die marechaussee had met een rood licht geseind.’ Binnen was er iets gebeurd, wat wisten we niet.”

Deze ontsnapping mislukte dus. Op andere momenten was er wel succes. Dan wachtte Lore samen met iemand anders de vluchters buiten het Westerborkhek op en brachten ze hen per fiets naar een schuilplaats. Maar in de winter van 1944 dreigde het even fout te gaan.

9 februari 1944

De Amsterdamse typograaf/verzetsman Jo Spier (1916) was een van de gevangenen die door Lore Durlacher werden geholpen. Hij was op 2 februari 1944 naar Westerbork gestuurd en zes dagen later ‘werd ik opgeroepen voor het transport naar Auschwitz.’ Toen hij de ochtend van het transport de barak verliet, namen twee jongens hem mee in een tegengestelde richting van de plek waar de trein wachtte. Hij belandde op de zolder van een paardenstal. Daar ontmoette hij twee meisjes die eveneens aan het transport waren onttrokken. “De volgende morgen om 6 uur werden wij opgehaald door Kurt Walter, een gevangene in Westerbork, die verzetswerk in Westerbork deed en contact had met een verzetsgroep buiten het kamp. Wij kregen van hem een vals pasje, passeerden met hem de OD [Ordnungsdienst] die bij de uitgang stond en werden buiten het kamp, buiten het zicht van de torens, opgevangen door twee verzetsmensen uit de Westerweelgroep. Ze hadden allebei een fiets bij zich. Die nacht had het gevroren, het had geijzeld, de heidepaadjes waren glad en wij kwamen met één fiets te vallen en door het geluid dat wij maakten, kwam een marechaussee van de kampbewaking die op dat moment toevallig op weg naar zijn werk was, op ons af en poogde ons te arresteren. Hij werd echter door Lore Durlacher, dat verzetsmeisje, overtuigd dat hij ons moest laten gaan. Die marechaussee stond toe dat ik mij verwijderde en Lore bleef bij hem achter.” De drie gevangenen en hun begeleiders wisten te ontkomen.

Lore Durlacher vertelde in 1955 in iets andere bewoordingen over hetzelfde voorval. Dichtbij het kamp stuitten Frans Gerritsen en zij op een Nederlandse politieman die hen tegenhield en vroeg waarnaar ze op weg waren. “Lore antwoordde dat ze voedsel zochten. De jongen [die Lore vervoerde] had geen identiteitskaart. Lore zag dat de politie hen niet geloofde en toen probeerde ze zijn menselijke gevoelens te beïnvloeden. Ze zei dat ze haar verloofde uit het kamp wilde redden.” Ze gaf haar fiets aan de de vluchteling en bleef alleen achter met de agent. Ze slaagde er in om hem over te halen geen actie te ondernemen. Daarna liep ze naar de afgesproken ontmoetingsplek, waar ze Frans Gerritsen en de gevluchte Palestinapioniers aantrof. Gezamenlijk reisden ze verder naar het einddoel in Amsterdam.

Medio maart 1944

Bij een poging om naar Frankrijk te ontkomen, waren zes Palestinapioniers opgepakt en begin 1944 naar Westerbork gebracht. Halverwege maart kregen ze te horen dat ze waren geselecteerd voor een transport naar Auschwitz. Ze besloten om te ontsnappen. In de administratie schreef een medeplichtige ‘Bij het transport gevoegd’, waardoor ze niet vermist zouden worden. Ze slaagden er in om ongezien uit de rij voor de trein te lopen en verborgen zich in een schoolbarak. Een van hen, Werner Hirschfeld: “De kamer is vol sigarettenrook. In onze zenuwachtigheid steken wij de ene sigaret na de andere op. Telkens kijken wij op onze horloges. Om half tien worden de wagens dichtgemaakt en vertrekt de trein. De tijd gaat langzaam voorbij. De spanning stijgt tot het ondragelijke… Een fluit klinkt. Wij luisteren. Dan horen wij het sissen van de locomotief. Langzaam rollen 25 veewagens met 800 Joden het kamp uit.”
De zes liepen in twee groepjes van drie met vervalste passen langs de kampwacht. Ze overnachtten in een bosje in een provisorisch gemaakt onderkomen en meldden zich conform afspraak om 6.45 uur op een afgesproken locatie. Hirschfeld: “Twee minuten zitten wij achter een heuveltje, dan horen wij stappen. Onmiddellijk onderscheiden wij twee gedaanten die tastend hun weg zoeken, een vrouw en een man. Met een gesmoorde jubelkreet vallen wij elkaar in de armen. Het zijn Lore en Frans.” Met acht fietsen vertrok de groep, op weg naar de geregelde onderduikadressen. Een deel van de vluchters zou vervolgens doorreizen naar Frankrijk.

Israël

Veel Palestinapioniers betaalden de ultieme prijs voor hun verzetswerk. Lore Durlacher haalde wel heelhuids de bevrijding en emigreerde daarna met haar man naar Israël. Daar werd ze verpleegster in een kinderdorp. Ze overleed in 1991.

Lore Durlacher in 1938

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





4 gedachten over “Lores lef. Het verzet van een joods ‘ijskonijn’”

Laat een antwoord achter aan Erik Schaap Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.