Jacob Out: verzetsstrijder tijdens en verdachte na de oorlog

Op 29 juni 1945 zette de Politieke Opsporingsdienst verzetsstrijder Jacob Out gevangen. Het duurde drie maanden voor deze Zaandamse gastheer van joodse onderduikers weer op vrije voeten kwam. Wat ging er mis?

Rozengracht

Op 11 november 1942 hielden drie leden van de Colonne-Henneicke – een beruchte groep antisemitische premiejagers – Marinus van den Broek aan, omdat hij in zijn huis aan de Rozengracht 53 in Zaandam drie joodse onderduikers verborg. Tijdens de daarop volgende ondervraging vertelde de in het nauw gedreven Van den Broek dat zijn buren eveneens sinds enkele maanden gastvrijheid boden aan vier joden. Het betrof, net als bij hemzelf, leden van de Amsterdamse familie Grishaver en ene Clara, de vriendin van kleermaker Isaac Grishaver.

Gezinus Gringhuis was een van de drie leden van de Colonne-Henneicke die Van den Broek oppakten. Gringhuis was in 1944 ook betrokken bij de arrestatie van Anne Frank en haar familie (Nationaal Archief).

De benen genomen

Haar onderduikers waren geïnformeerd over de inval bij de buren en hadden overhaast de benen genomen.

Geleid door de Zaandamse NSB-inspecteur Meindert Talma bezocht de Grüne Polizei na Van den Broeks bekentenis Geertruida Out-Brouwer (20-2-1917). Haar onderduikers waren kort tevoren geïnformeerd over de inval bij de buurman en hadden overhaast de benen genomen. Talma en zijn nazistische collega’s koesterden de ijdele hoop dat het viertal nog zou terugkeren. Ze installeerden zich achter de voordeur van Rozengracht 52, waarna het wachten begon. Geertruida Out tijdens een naoorlogs verhoor: ‘Zij zijn de gehele nacht in mijn woning gebleven, doch de Joden kwamen niet terug. Zij hebben overal mee gedreigd en ik moest zeggen, waar de Joden waren, die bij ons in huis waren geweest. Ik hield echter vol, dat ik geen Joden had gehad.’ Haar kwelgeesten resteerde niets anders dan de achtergebleven eigendommen van de opgejaagde joden en een radio te confisqueren en vervolgens te vertrekken.

Meindert Talma (De Zaanlander, 5-12-1942).

Sobibór

Nadat de familie Grishaver en Clara in allerijl hun Zaanse gastadres hadden verlaten, keerden ze terug naar de hoofdstad. Daar werd lompenbewerker Simon Grishaver op 20 maart 1943 alsnog gearresteerd. Waarschijnlijk werden vervolgens ook zijn familieleden opgepakt. Vader, moeder en zoon Grishaver wachtte op 9 april 1943 de gaskamer in Sobibór. Clara’s lot is onbekend.

Amsterdams politierapport d.d. 20-3-1943 over de arrestatie van Simon Grishaver (Stadsarchief Amsterdam).

Arbeidsfront

Stukadoor Jacob Out (14-12-1915) had niets meegekregen van de inval in zijn woning. Sinds begin 1942 was hij in dienst bij de Luchtbescherming. Volgens zijn echtgenote ontkwam hij daardoor niet aan een lidmaatschap van het Nederlandsche Arbeidsfront, de eind april van dat jaar opgerichte nazistische vakcentrale. Daarbij bleef het niet. Geertruida Out vertelde de Politieke Opsporingsdienst in september 1945 dat Jacob ‘tegen het einde van zijn dienstverband bij de Luchtbeschermingsdienst van het Arbeidsbureau herhaalde oproepen kreeg voor tewerkstelling in Duitsland. Hij wilde dit niet en zou hierdoor genoodzaakt zijn om onder te duiken.’

NSB-lid

Out zat klem. Wanneer hij onderdook, liep de zorg voor zijn joodse gasten gevaar. Zijn echtgenote kon de hulpverlening niet alleen bolwerken, financieel noch anderszins. Maar dwangarbeid in Duitsland wilde Jacob Out ook koste wat kost vermijden. Hij besprak het dilemma naar eigen zeggen met ‘den Jood Grishave [sic] en diens schoonzoon Ferri Schelvis’. De laatste adviseerde hem om sympathiserend lid te worden van de NSB. Daarmee zou Out uitzending naar Duitsland kunnen voorkomen. Dat bleek een misvatting; aanvankelijk werd hij nog tewerkgesteld aan de kust bij ’s-Gravenzande. Maar aansluitend, op 21 mei 1943, volgde alsnog uitzending naar Duitsland. 

V.l.n.r. Rozengracht 51 t/m 53 (Gemeentearchief Zaanstad).

Winterhulp

De keuze voor de NSB was een pijnlijke.

De keuze voor de NSB was een pijnlijke. Jacob Out had zich altijd fel tegen de nazi’s gekeerd. Hoewel hij inmiddels sympathiserend lid was, bezocht hij geen NSB-bijeenkomsten. Hij abonneerde zich niet op nazistische bladen en weigerde te colporteren voor de Winterhulp. Eenmaal moesten hij en zijn vrouw zich zelfs verantwoorden op het Zaandamse politiebureau, toen ze een langskomende Winterhulpcollectant de huid vol scholden. Out wist uiteindelijk te ontsnappen van de plek waar hij was ingezet in het kader van de Arbeitseinsatz en terug te keren naar Nederland.

‘Nimmer teruggekeerd’

De bij Out en Van den Broek gehuisveste onderduikers overleefden de Holocaust niet. Dat gold ook voor talloze van hun familieleden. Een van Outs Zaandamse kennissen, die eveneens leden van de familie Grishaver had ondergebracht: ‘Na de capitulatie is er nog een Amsterdamse rechercheur bij mij geweest, die mij heeft verteld, dat de gehele voornoemde Joodse familie, die uit 85 personen bestond, gedurende de oorlogsjaren te Amsterdam was gearresteerd en overgebracht naar Duitsland, waarvan zij nimmer waren teruggekeerd.’

Zaandams politierapport d.d. 12-11-1942 over de arrestatie en overbrenging van de onderduikers bij Marinus van den Broek (Gemeentearchief Zaanstad).

Nieuwe pijn

Voor Jacob Out ging de bevrijding gepaard met nieuwe pijn.

Voor Jacob Out, toch al getekend door zijn gedwongen verblijf in ’s-Gravenzande en Duitsland, ging de bevrijding gepaard met nieuwe pijn. Een briefje in zijn CABR-dossier bevat de mededeling dat hij ‘omstreeks September October 1942 sympathiserend lid N.S.B.’ werd. Volgens zijn eigen verklaring was dat om de joodse onderduikers in zijn huis niet in gevaar te brengen, maar hij ‘heeft nimmer bedankt. Verder vrijwillig gewerkt aan de kust.’ Al met al was dat voldoende om hem te arresteren en op te sluiten in de districtsgevangenis in de Zaandamse Stationsstraat.

De aankomst van arrestanten bij de districtsgevangenis in de Stationsstraat (Gemeentearchief Zaanstad).

Zuid-Afrika

De antinazistische Zaandammer werd drie maanden vastgehouden voordat hij te horen kreeg dat zijn zaak was geseponeerd. Gezien de wijze waarop Jacob en Geertruida waren behandeld, is het begrijpelijk dat ze tabak hadden van Nederland. In 1951 vertrok Jacob Out naar Zuid-Afrika, waar hij aan de slag ging voor het aannemersbedrijf Bührs. Een jaar later volgden zijn echtgenote en dochter hem. Ze zouden niet meer terugkeren naar Zaandam.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.