Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

Jacob Israël de Haan tijdens de Tweede Wereldoorlog

Al in februari 1942 ageerde H.M. van Randwijk in woord en daad tegen de vervolging en deportatie van joden. Zijn alarmistische ondergronds circulerende pamflet Tenzij… bevatte enkele verwijzingen naar Zaandam.

H.M. van Randwijk in 1965 (Nationaal Archief/Anefo).

‘Fel pamflet’

‘In januari 1942 schreef Henk van Randwijk een fel pamflet’, aldus Toni Boumans in zijn boek Je mag wel bang zijn, maar niet laf. De enerverende en noodlottige geschiedenis van de familie Bakker (2023). ‘Hij waarschuwde dat de Duitsers van plan waren Joden naar werkkampen te transporteren.’ Dat van die waarschuwing klopt. Alleen staat er op de voorkant van het pamflet Tenzij… Een ernstig beroep op het geweten van het Nederlandsche volk een andere publicatiemaand, februari 1942.

‘Treiteren en sarren’

‘De vervolging van Joodse landgenoten schijnt in een laatste beslissend stadium te komen.’

Kort nadat de stateloze joodse bevolking van Hilversum op 29 januari 1942 het bevel kreeg om hun woonplaats te verruilen voor Amsterdam – het voorportaal van Westerbork – begon Van Randwijk (9-11-1909/13-5-1966) te typen. ‘De vervolging van Joodse landgenoten schijnt in een laatste beslissend stadium te komen’, waarschuwde deze hoofdredacteur van het ondergrondse blad Vrij Nederland. ‘Men zal ze naar hartelust treiteren en sarren en en ze bij gelegenheid bij duizenden wegvoeren voor vreselijker bestemming, tenzij…’ Hij riep op tot massaal verzet. Dat kwam er niet. Het bleef bij de eenmalige, in 1941 uitgevoerde Februaristaking. In de navolgende jaren werden ruim 100.000 joden uit Nederland gevoerd en vermoord. Henk van Randwijks profetische woorden werden in 1942 niet op waarde geschat. Pas na de bevrijding drong de omvang van de Holocaust door tot een breed publiek.

Zaandam

Alvorens een alinea te wijden aan Hilversum spendeerde Van Randwijk enkele zinnen aan Zaandam. Dat was namelijk de eerste Nederlandse gemeente die Judenrein werd gemaakt, een paar weken voor Hilversum als tweede plaats aan de beurt was voor een (gedeeltelijke) ontruiming. ‘In de eerstkomende maanden kunnen we rekenen op massale vrijheidsberovingen, wegvoeringen, diefstal van goederen enz.’, voorzag Van Randwijk. ‘Reeds is men daarmee in Zaandam begonnen. Tusschen 14 en 17 Januari zijn van daar 278 Joodsche gezinnen weggevoerd. Mannen, vrouwen, kinderen, grijsaards, zieken, gebrekkigen.’

Het waren er overigens minder. Jacques Presser schreef in zijn standaardwerk Ondergang dat ‘op 17 januari er inderdaad 270 Joden uit Zaandam weggingen’, maar ook dat aantal was te hoog. In werkelijkheid vertrokken die dag 123 personen onvrijwillig naar Amsterdam. 69 mensen kregen uitstel, om verschillende redenen.

‘Koffertje’

‘Alles moest worden achtergelaten.’

‘Alles moest worden achtergelaten’, schreef Van Randwijk verder over de Zaandamse uittocht. ‘Het meevoeren van een koffertje met 15 kg. aan lijfgoed enz. was slechts toegestaan.’ Zijn acht pagina’s tellende oproep om in opstand te komen tegen de antisemitische bezetter was een uitgave van De Vonk en Vrij Nederland.

Sicherheitsdienst

De publicatie van het pamflet dreigde Van Randwijk duur te komen staan. Ook de Sicherheitsdienst kwam namelijk in bezit van het op grote schaal verspreide schrijfsel. Ze gingen naarstig op zoek naar de auteur. Een van hun arrestanten werd Henk van Randwijk. Ondanks slopende verhoren in het Amsterdamse SD-hoofdkwartier wist hij de vermoorde onschuld te spelen. Na een week kwam hij weer op vrije voeten. Zijn vrouw Ada en hij doken onmiddellijk onder.

‘Smart en smaad’

In de tekst komt niet alleen Zaandam aan bod, maar wordt ook een oud-Zaandammer geciteerd. Het pamflet begint namelijk met een kwatrijn van de joodse dichter Jacob Israël de Haan (1881-1924).
En wij? Twintig eeuwen was ons lot dulden,
Twintig eeuwen was ons lot smart en smaad.
En wat het Lot voor ieder volk vervulde,
Nooit was ons deel vervuld aan hoon en haat.

Uit De Haans poëziebundel Het Joodsche lied voegde Van Randwijk één regel toe uit een ander kwatrijn:
Niets is ons Volk eigen dan eigen smart.

Niets is ons Volk eigen dan eigen smart.

‘Stem van ons allen’

Daarbij bleef het niet. De VN-hoofdredacteur vond namelijk nog een paar dichtregels die de zoon van de Zaandamse chazan op papier had gezet. Refererend aan de Februaristaking van een jaar eerder schreef Van Randwijk: ‘Toen is de stem van den gestorven Joodsche dichter Jacob Israël de Haan in de straten van Amsterdam gehoord en tot de stem van ons allen geworden.’
Waarlijk: wilde ik mijn wroegend leed bezingen,
Voor zooveel wrangheid vond ik geen wrang woord.

Paul Bakker

De dodelijke schoten werden gelost op de kade naast de Burcht in Zaandam.

Ik begon dit stuk met een citaat uit Je mag wel bang zijn, maar niet laf. In dat boek wordt het oorlogsverhaal van de familie Bakker geschetst. Meerdere leden waren actief in het verzet. En ook in dat verhaal figureert Zaandam. Een van de daarin belichte illegaal werkers was namelijk Paul Bakker.

Stephanus Johannes Paul Bakker (Oorlogsgravenstichting).

Na een aanslag op de Zaanse politieman Frans Willemse werden als represaille deze Amsterdamse drukker van onder meer de illegale bladen Trouw en Vrij Nederland, vier van zijn medewerkers en vijf anderen gefusilleerd. Dat gebeurde op 9 februari 1945. De dodelijke schoten werden gelost op de kade naast de Burcht in Zaandam. Dat gebeurde exact drie jaar na het uitkomen van Van Randwijks verzetspamflet.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.