Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

Hoe fout was de Krommenieërweg?

In augustus 1945 zaten er in de Zaandamse Stationsstraatschool ruim vijfhonderd verdachten van collaboratie en zwarthandel opgesloten. De jongste gedetineerde ‘vierde’ er zijn zeventiende verjaardag , de oudste was tachtig. Op een enkeling na waren de gevangenen allemaal Zaankanters.

Meer dan deze vijfhonderd mogelijke ‘politieke delinquenten’, zoals ze destijds werden betiteld, zou de als tijdelijke gevangenis fungerende Stationsstraatschool (bijnaam: ‘Sing-Sing’) nooit herbergen. Korte tijd later waren er weer leerlingen welkom in het gebouw, net zoals dat tot de bevrijding het geval was. De gedetineerden werden in het vroege najaar van 1945 verspreid over gevangenissen buiten de Zaanstreek of mochten terug naar huis, al dan niet in afwachting van hun berechting door speciale oorlogsrechtbanken.

POD

Met bovengenoemde vijfhonderd verdachten is niet het hele verhaal verteld. De Politieke Opsporingsdienst (POD), die verantwoordelijkheid droeg voor de aanhouding van bovengenoemde delinquenten, was in augustus 1945 nog op zoek naar zo’n 125-150 verdachte Zaankanters. Ze hadden vlak voor of net na de Duitse capitulatie hun woning verlaten en waren spoorloos. Daar bovenop kwamen nog de Zaanse inwoners die niet in Zaandam, maar in afwachting van hun eventuele berechting elders opgesloten waren. Zo werden zware gevallen soms vastgezet in Amsterdam en verbleven er zes Oostzaners en twee inwoners van Wijdewormer in een Purmerends cellenblok. Al met al kan worden gesteld dat medio 1945 minstens 1% van de Zaanse bevolking (kinderen en hoogbejaarden meegerekend) verdacht werd van ‘onvaderlandslievende’ activiteiten gedurende de jaren 1940-1945.

Al met al kan worden gesteld dat medio 1945 minstens 1% van de Zaanse bevolking verdacht werd van ‘onvaderlandslievende’ activiteiten.

Westzijde

Verreweg de meeste van collaboratie beschuldigde personen woonden in de Zaandamse Westzijde, maar liefst 22 personen. Dat hadden er 23 kunnen zijn, maar de foute politiechef Willem Ragut, die op nummer 77a huisde, was op 21 juni 1944 doodgeschoten door de verzetsstrijders Hannie Schaft en Jan Bonekamp. Het hoge aantal delinquenten in de Westzijde (overigens ook de straat waar een ongeëvenaard aantal prominente verzetsstrijders woonde) is verklaarbaar. Allereerst was de Westzijde een van de langste Zaanse straten, met als gevolg veel huishoudens. Bovendien werden op één adres in de Westzijde maar liefst vijf personen weggehaald en achter een andere voordeur zelfs zes, vrijwel allemaal familie van elkaar. Dat deed de meter flink oplopen.

Willem Ragut.

Botenmakersstraat

Op de tweede plek kwam de Botenmakersstraat (toen nog met dubbel-o), waar achttien verdachten woonden. Dat het aantal delinquenten hier zo opliep lag niet aan de lengte van de straat, maar te begrijpen is het relatief hoge cijfer desondanks wel. In de Botenmakersstraat bivakkeerden zowel de NSB-burgemeester Hendrik Vitters als de NSB-kringleider Jan Hooft, beiden enthousiaste ledenwervers voor hun partij. Van de familie Hooft alleen al verdwenen in mei 1945 vier leden in de boevenwagen. In dezelfde straat was ook nog een drie personen tellend huishouden dat achter de tralies belandde. Bij enkele andere adressen in de Botenmakersstraat werden eveneens meerdere mensen weggehaald.

Van de familie Hooft alleen al verdwenen in mei 1945 vier leden in de boevenwagen.

De derde plaats is voor de Oostzijde, met zestien verdachten. Daar kan de inbreker/zwarthandelaar Durk van Rijn, die hier op nummer 399 woonde, maar in de Hongerwinter door het verzet werd geliquideerd, aan worden toegevoegd. Ook hier geldt dat de lengte van deze Zaandamse straat van invloed was op het totale aantal afgevoerden en dat er meerdere echtparen werden gearresteerd.

Krommenieërweg

Misschien wel het meest opvallend is de vierde positie voor de Krommenieërweg en het verlengde daarvan, het Krommenieërpad. In deze Wormerveerse straat woonden veertien collaboratieverdachten. Eigenlijk hadden dat er vijftien moeten zijn, maar Gerben de Graaf (een ‘Gestapo-spion’, volgens de regionale Knokploeg) haalde het eind van de oorlog niet. Deze bewoner van Krommenieërpad 176 werd in oktober 1944 doodgeschoten.

Gevangenis Stationsstraat, 1945.

Waarom Krommenieërweg en -pad relatief veel probleemgevallen telden is mij vooralsnog een raadsel. Er waren slechts twee adressen waar twee personen werden aangehouden. Verder betrof het individuele arrestanten. Ook waren er onder de verdachten geen prominenten die een mogelijk wervende invloed op hun directe omgeving hadden. Wie weet waarom deze straat in noordelijk Wormerveer zo hoog scoorde mag het vertellen.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.