De Amsterdamse assistent-jurist Johan (‘Han’) van Lom verraadde in januari 1945 de top van de Nederlandse illegaliteit, in een poging zijn vriendin Tjodina (‘Ini’) Tymstra uit de handen van de Sicherheitsdienst te krijgen. Zowel Ini als Van Loms vrouw Cornelia (‘Non’) schreef over die roerige periode. De liquidatie van de verrader, het lot van zijn slachtoffers (onder wie Walraven van Hall); het komt allemaal aan bod in de verhalen van de hartsvriendinnen Non en Ini. Een feuilleton op basis van hun teksten, met soms wat duiding en aangevuld met foto’s uit familiearchieven en tekeningen van Ini Tymstra.
Deel 1: De aanloop.
Deel 2: De arrestatie.
Deel 3: Blijven of niet?
Deel 4: Een nieuwe arrestatie.
Deel 5: De verhuizing.
Deel 6: De noodwoning.
Deel 7: De buren.
Deel 8: De angst.
Deel 9: Winterse armoede.
Deel 10: Ziekte en kou.
Deel 11: Groeiende onzekerheid.
Deel 12: Verhuizen.
Deel 13: De doodstraf.
Deel 14 en slot: De naschok.
‘Gekkenhuis’
Ini Tymstra keert medio maart 1945 vanuit Den Haag terug naar de hoofdstad, onwetend dat Han van Lom geliquideerd is.
[Non van Lom, 1947:] ‘Ini Tymstra kwam een week nadat ik het bericht had gekregen in Amsterdam en wist van niets. Toen ze het hoorde, is ze direct naar haar illegale relaties op het Prinseneiland gegaan, doch een van hen, een zeer actief en verdienstelijk lid van de KP, thans haar echtgenoot [Thije Kok], ried haar voorzichtig te zijn, daar men het ook op haar leven gemunt had. De wereld was een gekkenhuis en een meer of minder, daar komt het niet op aan.’
Thije Kok
[Agenda-aantekeningen Ini Tymstra:] ‘21-3-45 naar Amsterdam. Hoor thuis wat er met Han gebeurd is. O god, waarom.
25-3-45. Thijs hier geweest. Wist geen raad.
27-3-45. Thijs kwam vertellen dat ze me zochten. Bleef slapen.
1-4-1945. Thijs kwam waarschuwen dat huis in de gaten gehouden werd. Bleef slapen. Ik eigenlijk de hoofdschuldige.’
’27-3-45. Thijs kwam vertellen dat ze me zochten.’
[Ini Tymstra, 5 mei 1945:] ‘Duitsland heeft gecapituleerd! ’t Is vrede!! God, Hets, ’t is niet te begrijpen, je kunt je niet voorstellen. ’t Is stil aan de fronten. Er wordt niet meer gevochten. Wat moet dat een machtig ogenblik geweest zijn, die eerste minuten van absolute stilte. Ik denk aan “Die Waffen nieder”, waarin de ene soldaat tegen de ander zegt: “Wat hoor ik toch?” En eindelijk beseft dat ’t de stilte is die hij hoort. Hoe zullen de Duitsers zich wel voelen, ze hebben alles, maar dan ook letterlijk alles opgeofferd… voor níets! Hitler moet stervende zijn. Ik kan me voorstellen dat hij de verantwoordelijkheid niet langer dragen kan. ’t Is wel de grote tragedie van deze eeuw. De vorige oorlog liet ’t Duitse volk lang niet zo berooid achter als deze.’
‘Kapotte gezinnen’
‘’t Is alsof er een zware druk van ons afgenomen is. We zijn weer vrij. Ook mannen kunnen weer rustig rondlopen, ze hoeven niet meer onder te duiken, de vrouwen hoeven niet meer in doodsangst te verkeren voor ’t lot van haar man en zoons. OK, Hets, ’t zijn toch niet allemaal kapotte gezinnen zoals hier. Er zijn er nog genoeg waar ’t leven nu weer zin voor heeft, of wier leven nu eigenlijk pas begint.’
‘Han heeft ’t niet mogen beleven, en ach, zovelen met hem. En wat zou juist Han er gelukkig om geweest zijn. Als er iemand onder geleden heeft, onder deze oorlog, dan is hij ’t geweest. Hij ging er kapot aan. Waarom wordt ons ’t weinige mooie wat er te vinden is ook nog afgenomen. Waarom moet juist Non dit meemaken.’
‘Het is niet waar’
‘Tot aan de bevrijding dacht ik nog steeds: het is niet waar, er moet iets achter zitten, na de bevrijding komt Han thuis.’
[Non van Lom, 1947:] ‘Tot aan de bevrijding dacht ik nog steeds: het is niet waar, er moet iets achter zitten, na de bevrijding komt Han thuis. Hij kwam niet. 14 Dagen na de bevrijding zag ik kans door alle linies heen te dringen met mijn kind en mijn ouders in Nijmegen te bereiken. Vele maanden daarna ben ik via vrienden in contact gekomen met de inspecteur van het Bureau Nationale Veiligheid, [Willem] Sanders, die voorzitter was van de rechtbank die Han ter dood veroordeelde. Deze vertelde mij de hele toedracht.’
‘Sanders nam hem apart en zei: “Van Lom, ik weet precies hoe alles gegaan is. Jij had een verhouding met dat meisje Tymstra, je kon er niet tegen dat ze gevangen zat, je deed moeite haar los te krijgen en je moest een verschrikkelijke prijs betalen, hetgeen je deed.” Han viel toen achterover op de grond en vroeg: “Wat is de straf voor verraders?” “Dat weet je wel.” “Ja, zo is het gegaan. Dood mij nu maar, want ik wil niet verder leven.”’
Bekentenis
(Van Lom dicteerde vervolgens zijn bekentenis.)
‘In deze bekentenis staan diverse onjuistheden, de stijl is bovendien een totaal andere dan Han gewend was te gebruiken. Dat er een verhouding tussen Han en Ini bestaan zou hebben, is waanzin. Noch Han, noch Ini waren tot zoiets in staat. Ik had daarvan trouwens toch iets moeten merken. Wij waren dolgelukkig met elkaar en iedereen warmde zich aan de zon van ons huwelijk en ons gezinsleven. Bovendien heeft Ini Sanders met een doktersverklaring kunnen bewijzen dat zij geen seksuele omgang met een man heeft gehad, zoals Han “bekend” had. De morgen na deze bekentenis is hij doodgeschoten aan de rand van de Keizersgracht. Een maand later is zijn lichaam gevonden met een kogel in het achterhoofd en begraven als onbekende in een massagraf op de Noorderbegraafplaats.’
‘Krankzinnig’
‘Is het een wonder dat ik vaak gedacht heb krankzinnig te worden van het piekeren over dit onbegrijpelijke raadsel? Het is nu tweeënhalf jaar geleden en ik ben tot rust gekomen. Ik geloof dat Han, lichamelijk volkomen verzwakt door de honger en geestelijk uitgeput door alle ellende die hij om zich heen zag, door de voortdurende hoogspanning waar hij onder moest werken, zichzelf in een geestvervoering heeft gebracht dat hij dit barre geweld zou keren als hij een einde zou maken aan het moorden, door goud met goud te wegen. Ik weet niet meer waar ik het uitgehaald heb, uit de verklaring van Viebahn in het dossier of uit het verhoor dat Carel de Vos van Steenwijk Viebahn na de bevrijding over deze zaak heeft afgenomen, maar het doel van Han moet zijn geweest om de Duitsers de reden tot fusilleren te ontnemen door hun de hoogste leiders van de illegaliteit in handen te spelen. Of hij meende dat op dat moment de illegaliteit toch door zou gaan en de leiders door anderen direct vervangen zouden worden, weet ik niet. Misschien heeft hij in een roes over die kant van de zaak ook helemaal niet nagedacht. Han was een overgevoelige jongen die zeer impulsief van aard was, zodat hij vaak door zijn gevoel bewogen, dingen deed waarvan hij de consequenties niet had overzien.’
‘Het doel van Han moet zijn geweest om de Duitsers de reden tot fusilleren te ontnemen door hun de hoogste leiders van de illegaliteit in handen te spelen.’
‘Grote liefde’
‘Han was geen verrader. Hij offerde slecht het later belang op aan het hogere, zoals hij dat zag. En voor hem was het hoogste belang op dat moment, dat er geen doden meer zouden vallen. Hij is nooit in welk opzicht ook pro-Duits geweest, geen onzer vrienden was ooit zo georiënteerd. Toen een oud vriendinnetje van mij bleek met nationaal-socialisme geïnfecteerd te zijn, was hij degene die mij dwong deze vriendschap ogenblikkelijk af te breken. Hij heeft het waarlijk niet om eigen gewin gedaan. Toen mr. Hendrix [een van zijn werkgevers bij het advocatenkantoor Bunker, Hendrix en De Pont] hem voor de keus stelde op te houden met zijn illegale activiteiten of ontslag, koos hij zonder aarzelen voor het laatste. Zijn salaris werd hem direct toegezegd door het illegale steunfonds. Hij heeft begin februari inderdaad 300 gulden aan mij laten brengen, zoals hij zeide van het NSF [Nationaal Steunfonds, de ‘bank van het verzet’]. Neen, hij was niet iemand die een ander leed zou kunnen doen ten bate van zichzelf. Hij had een grote liefde voor mensen die het moeilijk hadden. Van de laatste tarwekorrels die wij in huis hadden gaf hij een groot deel weg aan een arme vrouw die langs de deur kwam om eten.’
‘Goede bedoeling’
Ik weet dat hij verschillende mensen gewaarschuwd heeft dat de SD hen op het spoor was. Er is voor zijn handelswijze geen andere reden te bedenken dan die ik boven aangegeven heb en die geheel in lijn met zijn karakter ligt en door verschillende feiten bevestigd wordt. Hij is hiermee begonnen in de tweede week van februari 1945, toen het kleinste kind wist dat het vrijwel afgelopen was met Duitsland, terwijl hij uitgelezen verbindingen had, zodat men toen niet anders kon verwachten dan dat een schitterende toekomst voor hem openstond na de bevrijding. Zijn goede bedoeling was blijkbaar zo evident voor hem dat hij tegenover iedereen liet merken in contact met de SD te staan en vol trots zijn Ausweis toonde.’
‘Ik geloof dat pas toen hij merkte dat men hem wantrouwde, tot hem doordrong dat zijn handelswijze door mensen die zijn motieven niet kenden, als verraad kon worden uitgelegd. En waarschijnlijk, toen hij voor het forum van de illegaliteit een verrader genoemd werd, is er iets in hem gebroken en heeft hij die krankzinnige bekentenis afgelegd. Hij was zo moe van alle strijd en ellende dat hij op dat moment waarschijnlijk niet anders verlangde dan eindelijk sterven, eindelijk rust. Neen, hij mag het tactisch geheel verkeerd aangepakt hebben, ook hij stierf voor de bevrijding van de vreselijke terreur. Hoe het oordeel van God en de wereld over hem mag luiden, mijn liefde voor hem is oneindig en ik geloof in hem.’
Vicepresident
Ini Tymstra trouwt in het najaar van 1946 met Thije Kok, een variétéartiest die tijdens de oorlog lid was van de Kultuurkamer en voor Duitse troepen optrad, maar naar eigen zeggen actief was in het verzet. Zijn verhaal is hier te lezen. Ini overlijdt in 1960 aan kanker.
Na de bevrijding houdt Non (1915-1987) de naam Van Lom aan. Ze is een van de eerste vrouwelijke rechters in Nederland en brengt het tot vicepresident van de rechtbank.
(Voornaamste bronnen: familie- en eigen archieven.)
3 gedachten over “Het verzet, de verrader, zijn vrouw en hun vriendin (14 en slot)”
Hoewel ik pas jaren later geboren werd, kan ik toch één ding bevestigen, namelijk het bestaan van de door de weduwe Van Lom genoemde doktersverklaring aangaande de maagdelijke staat van haar vriendin.
Lang voordat ik op de hoogte raakte van haar oorlogsverleden vond ik namelijk genoemd doktersattest, gedateerd 9 mei 1945, tussen mijn moeders papieren. Aangezien het toen nog volkomen onbegrijpelijk voor me was waarom mijn moeder zich direct na het uitbreken van de vrede aan zo’n in mijn ogen volkomen vernederend onderzoek zou onderwerpen, terwijl de uitslag ervan volgens mij iets was waar je je als 25-jarige voor zou moeten schamen maar verder volkomen irrelevant, heb ik er verder geen aandacht aan besteed noch ruchtbaarheid aan gegeven.
Hi Erik.
Ik zou wel graag willen weten hoe mijn vader nou bij ini en die advocaat van lom terecht is gekomen.
Het was niet zijn.milieu en volgens mij moet hij dus wel gewerkt hebben voor de sd, voor viban
Anders, hoe komt trije kok plotseling bij van lom langs met het verhaal dat hij in het verzet zat.
Wat hij zoals we nu weten.niet zat
Is dit uit te zoeken?
Mijn broer tjeerd heeft duidelijk alle dossiers bij het nationaal archief ,waar hij korte tyd werkte achter over gedrukt want er is nergens iets over mijn.pa bekent ook niet bij stichting 40 45
Die ik benaderde om dit uit te zoeken.
Weet jij iets?
Groeten viggo kok
Dag Viggo,
Even los van het gebrek aan tijd waarmee ik zit; ik ben te lang niet met dit verhaal bezig geweest om het -al dan niet snel- te kunnen uitzoeken. Dus sorry…
Vriendelijke groet,
Erik