Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

Het verzet, de verrader, zijn vrouw en hun vriendin (13)

De Amsterdamse assistent-jurist Johan (‘Han’) van Lom verraadde in januari 1945 de top van de Nederlandse illegaliteit, in een poging zijn vriendin Tjodina (‘Ini’) Tymstra uit de handen van de Sicherheitsdienst te krijgen. Zowel Ini als Van Loms vrouw Cornelia (‘Non’) schreef over die roerige periode. De liquidatie van de verrader, het lot van zijn slachtoffers (onder wie Walraven van Hall); het komt allemaal aan bod in de verhalen van de hartsvriendinnen Non en Ini. Een feuilleton op basis van hun teksten, met soms wat duiding en aangevuld met foto’s uit familiearchieven en tekeningen van Ini Tymstra.
Deel 1: De aanloop.
Deel 2: De arrestatie.
Deel 3: Blijven of niet?
Deel 4: Een nieuwe arrestatie.
Deel 5: De verhuizing.
Deel 6: De noodwoning.
Deel 7: De buren.
Deel 8: De angst.
Deel 9: Winterse armoede.
Deel 10: Ziekte en kou.
Deel 11: Groeiende onzekerheid.
Deel 12: Verhuizen.
Deel 13: De doodstraf.

Den Haag

Ini Tymstra en Han van Lom verruilen in de vroege ochtend van zondag 18 februari 1945 Amsterdam voor Den Haag. Ze gaan er fietsend heen. In de hofstad duikt Han onder bij de ouders van Narrie Duffart, een vriendin van Ini. Zelf verblijft ze elders in Den Haag.

[Non van Lom, 1947:] Begin maart 1945: ‘Na tien dagen stond hij plotseling weer ’s avonds voor mijn deur. Hij kon niet zo lang van mij weg. Hij had tarwe meegebracht van een boer, maar daar ook alweer van weggegeven. “Ben je naar Viebahn geweest?” Nee, moest ik bekennen. Ik had geen energie genoeg om een dergelijke scène te gaan opvoeren voor die kerels. Hij was woedend en wilde meteen weer omkeren naar Den Haag. De volgende dag is Narrie naar haar ouders gegaan en zo waren we eindelijk weer eens een paar dagen samen, behalve de vader van Tom, die echter zo stil zijn gang gaat dat je nauwelijks merkt dat hij in huis is.’

‘Hij was woedend en wilde meteen weer omkeren naar Den Haag.’

‘Illegale kennissen’

‘We besloten nu om dan maar samen met het kind onder te duiken en Han ging weer naar Den Haag om Narrie en zijn spullen te halen. Inmiddels was er een briefje voor Han gekomen van een zijner illegale kennissen om nog eens te komen praten. Hij was er erg gelukkig mee, want hij had lange tijd niets van die kant vernomen en begreep dat men hem wantrouwde. Hij schreef terug dat hij zou komen op 5 maart om 2 uur.’

‘3 maart 1945: s Avonds kwart over acht kwamen ze eindelijk thuis en vertelden ze hoe ze getuigen waren geweest van het vreselijke bombardement op het Bezuidenhout. Ik was zo blij hem weer veilig bij mij te hebben. De volgende morgen was ik weer ziek van dysenterie. Vader en Narrie hadden er ook last van en Han bakte voor ons tarwebrood op de kachel. Hij at alleen het eten van de centrale keuken, een oneetbaar zuur geworden ratjetoe van stukken suikerbiet en zwarte aardappelen. Het is het laatste maal dat hij in zijn leven gekregen heeft.’

De gevolgen van het bombardement op het Bezuidenhout (Nationaal Archief).

‘Razend nerveus’

‘5 maart 1945: Maandagmorgen was hij razend nerveus. Hij sprak tot niemand een woord. Alleen toen we even alleen in de kamer waren, ik lag op de divan, kwam hij bij mij, borg zijn hoofd in mijn schoot en zei niets. Ik streek hem over het haar en vroeg: “Jongen, wat is er nou.” Hij antwoordde met een verstikte stem: “Ik wou dat ik er nooit aan begonnen was.” Toen de anderen  binnenkwamen, is hij weer bij de kachel gaan zitten en heeft niets meer gezegd. Boos, omdat het eten niet gaar wilde worden, omdat hij noch zijn scheerkwast, noch de fietspomp kon vinden, ging hij over tweeën de deur uit, zonder groet – om nooit meer terug te keren.’

Na een mislukte poging om hem een beker met gif te laten leegdrinken, wordt hij doodgeschoten en in de gracht gegooid.

Han van Lom wordt op 5 maart onder valse voorwendselen naar Keizersgracht 399 gebracht. De top van de illegaliteit vertrouwt hem niet langer. In het grachtenpand wordt hij verhoord door vijf verzetsmensen onder leiding van Wim Sanders, vanaf 1945 een van de leidinggevenden bij het Bureau Nationale Veiligheid. Na de oorlog laat Sanders in een verklaring weten dat Han twee uur lang ‘gevaarlijke klippen trachtte te omzeilen’ en langzamerhand verstrikt raakte in ‘leugens en onjuistheden’. De ondervragers trokken zich daarop terug om te beraadslagen. Daaruit komt naar voren dat Han dood moet. Na een mislukte poging om hem een beker met gif te laten leegdrinken, wordt hij doodgeschoten en in de gracht gegooid.

Keizersgracht 399 (Stadsarchief Amsterdam).

‘De hel’

[Agenda-aantekening Ini Tymstra:] ‘5-3-45 maandag. Han naar vergadering. Kwam niet thuis.’

[Non van Lom, 1947:] ‘Ik heb 11 dagen en nachten in de hel geleefd. Eerst dacht ik natuurlijk dat de Duitsers hem hadden gearresteerd, na enige dagen ging eerst Narrie naar Viebahn en vervolgens ik. Hij verzekerde mij dat Han niet op last van hem was gearresteerd. Hij geloofde blijkbaar niet, dat ik niet wist waar Han was, want hij drong er bij mij op aan te zeggen, waar Han ondergedoken was. Hij zei voorts, dat Han de enige was die De Pont [zijn werkgever, de al eerder gearresteerde advocaat Jan de Pont] kon redden en dat het dus heel belangrijk was als hij weer tevoorschijn kwam.’

Non van Lom schrijft het illegale contactadres aan van haar man. Ze ontvangt een nietszeggend antwoord. Daarop schrijft ze een tweede brief. Op 16 maart moet ze bij een dominee komen, die haar het verhaal over Hans dood vertelt.

‘Guter Mensch’

[Non van Lom, 1947:] ‘Het drong wel tot mij door, dat wil zeggen, alleen het absurde ervan, maar ik voelde totaal niets meer. 3 Dagen later ben ik naar Viebahn gegaan om rekenschap te vragen. Deze vertelde mij dat inderdaad de illegale vergadering  bij mij aan huis door Han zou zijn verraden, doch met de arrestatie van de laatste man zou hij niets uitstaande hebben gehad. Onder meer zei hij letterlijk “Ihr Mann war ein sehr guter Mensch. Wissen Sie wofür er sich geopfert hat? Er wollte ein Ende machen an dem Wahnsinn, an dem Mörden. Sie können ihn rühig in Ehre halten. Die Leuten die bei Ihnen festgenommen sind, sind nicht erschossen und werden nicht erschossen.” Ik weet, de woorden van zo iemand hebben weinig waarde, maar ’t zegt toch iets omtrent Hans motieven.’

‘Ihr Mann war ein sehr guter Mensch.’

‘Enige dagen later stond Viebahn ineens ’s avonds voor mijn deur, blijkbaar om te zien of mijn verhaal wel waar was. Al die tijd stonden er twee mannen voor de deur die niet bij Viebahn behoorden. Viebahn was bang en had zijn revolver in de hand. Ik deed een schietgebedje, dat als ze hem neer wilden schieten, ze het niet voor mijn deur zouden doen, anders was mijn huis ook in brand gestoken.’

Non van Lom-van Marle in 1979.

[In deel 14 het slot van dit feuilleton: De naschok.]

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.