Op het terrein van het Catshuis, tegenwoordig vooral bekend als ambtswoning van de Nederlandse minister-president, was tijdens de bezetting een internationale spionnenschool. Van daaruit zwermden in 1943 en ’44 vele tientallen geheim agenten uit over Europa, in een poging de geallieerde vijand te ondermijnen. Verhaal over een nauwelijks bekend oorlogshoofdstuk.
De bronnen zijn schaars. Oprichter Friedrich Ludwig Knolle ontsnapte na de oorlog aan vervolging omdat de Verenigde Staten hem niet wilden uitleveren. Het strafdossier van zijn secretaresse verdween spoorloos. Dat van de door Knolle aangestelde kwartiermaker Johann Friedrich Stöver bevat vooral informatie over de tientallen executies waarbij hij elders in Nederland betrokken was. Schoolleider Jan Jacobus Bate Sprey pleegde in opdracht van Heinrich Himmler ‘eervol’ zelfmoord. Van zijn opvolger Manfred Karl Friedrich Pechau bestaat überhaupt geen strafdossier. Sommige cursisten overleefden hun heimelijke werkzaamheden niet. De ervaringen van anderen zijn nooit vastgelegd. Het schoolarchief is vernietigd. En een wat dieper gaande publicatie over deze met geheimen omgeven Agentenschule West bestaat er bij mijn weten vooralsnog niet.
‘Straffe des doods’
Wat er tijdens de bezettingsjaren in en om het Catshuis gebeurde, mocht onder geen beding de buitenwereld bereiken.
Op basis van de resterende getuigenissen kan toch een beeld worden geschetst van de nazistische spionnenschool aan de Haagse Adriaan Goekooplaan 1-9. Het was een opleidingsinstituut dat met de grootste geheimzinnigheid werd omgeven. De lessen vonden plaats op een van de buitenwereld afgeschermd terrein vol prikkeldraad, wachtposten en waarschuwingsborden met het dreigement ‘Verboden toegang op straffe des doods.’ Wat er tijdens de bezettingsjaren in en om het Catshuis gebeurde, mocht onder geen beding de buitenwereld bereiken.
Hoog tijd om een flinke tip van de sluier op te lichten.
De verwarring begint al meteen bij de naam. In de volksmond was er sprake van een ‘spionnenschool’. De nazi’s gebruikten het formele Agentenschule West of A-Schule West (een broertje van de later nabij Belgrado gevestigde A-Schule Ost). Sonderkommando S was een andere benaming. De school zelf kreeg de codenaam Seehof. En om het nog ingewikkelder te maken, noemden sommigen het opleidingsinstituut naar het rond 1643 door dichter en staatsman Jacob Cats opgebouwde Haagse landgoed waar de gebouwen stonden: Zorgvliet (ook wel Sorghvliet). Om het overzichtelijk te houden, hanteer ik hier de naam Seehof.
Maar laat ik bij het begin beginnen.
Englandspiel
Op 6 maart 1942 valt de Nederlandse geheim agent Huub Lauwers in Duitse handen. Hij is vier maanden eerder vanuit Groot-Brittannië met een parachute boven Nederland gedropt met als opdracht een radioverbinding te maken met de inlichtingendienst in Groot-Brittannië. Zijn arrestatie leidt tot een kettingreactie. De Duitsers halen Lauwers over om door te gaan met zenden, maar dan in dienst van de nazi’s. Lauwers op zijn beurt zegt zijn medewerking toe in de hoop de Engelsen via fouten in zijn telegrammen te kunnen informeren over zijn arrestatie. Dat wordt het begin van het zogeheten Englandspiel. In Groot-Brittannië worden Lauwers’ noodsignalen genegeerd of niet herkend. De Britse geheime dienst blijft namelijk geheim agenten droppen boven Nederland. Ze eindigen allemaal als arrestanten van de Duitsers.
Tijdens hun verhoren laten sommige gevangenen het een en ander los over hun opleiding tot agent. Dat zet de Duitsers aan het denken. Hun eigen inlichtingenwerk is niet op orde. De eerste oorlogsjaren valt de buitenlandspionage onder de Abwehr, maar die steekt relatief weinig tijd en energie in het inlichtingenwerk. Dat verandert in 1942. Na de slag om Stalingrad keren de Duitse kansen. De groei van het Derde Rijk wordt gestuit. Op diverse plekken drijft de vijand de nazistische legermacht terug. SS-Reichsführer Heinrich Himmler wil daarom een eigen buitenlands spionage- en sabotagenetwerk. Er moeten zijns inziens stay behind-eenheden komen, groepen die kunnen opereren achter de door de geallieerden beheerste linies.
SS-Reichsführer Heinrich Himmler wil een eigen buitenlands spionage- en sabotagenetwerk.
Agentenschule
Nederland wordt vanwege de vele handelsconnecties en aanwezigheid van zeehavens geschikt geacht als uitvalsbasis voor het verkrijgen van informatie uit andere landen. Het Reichssicherheitshauptamt (RSHA) in Berlijn besluit naar het Britse voorbeeld een spionnenschool op te zetten in Den Haag (Agentenschule West). Later zal daar een school in de omgeving van Belgrado bijkomen (Agentenschule Ost), plus een opleidingsinstituut op het terrein van landgoed Oxerhof bij Deventer.
In een naoorlogs Canadees inlichtingenrapport is te lezen dat Seehof in mei 1943 van start gaat, ‘hoewel het duurde tot ongeveer 15 juni voor de eerste sabotagecursus begon’. De wegens een oogwond afgekeurde SS’er Hendrik Keizer arriveert al in februari 1943 in Den Haag. “De school was toen nog in aanbouw en behalve ik waren er alleen maar Sprey en de Standartenführer Knolle. Nadat de school geheel ingericht was met zendapparaten enz. kwamen de eerste leerlingen.”
Op het tientallen hectares grote Zorgvliet-landgoed staan meerdere gebouwen. In het Catshuis vertoeven de leiding en een aantal docenten. Twee achterliggende gebouwen worden bestemd voor de cursisten. En dan zijn er nog wat panden waarvan onder andere het bewakingspersoneel gebruikmaakt. Seehof ligt tegen de Atlantikwall aan. Rondom zijn eerder in 1943 veel bomen en struiken gekapt. De Duitsers willen een vrij zicht- en schootsveld hebben, voor het geval de geallieerden via de Noordzee Nederland binnenvallen.
Otto Skorzeny
Het zijn niet de minsten die Seehof aansturen. De school staat onder supervisie van Amt VI van het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn. De leiding daarvan berust bij Otto Skorzeny. Hij zal vanaf september 1943 grote bekendheid genieten als de man die met een gewaagde operatie Benito Mussolini uit geallieerde gevangenschap weet te bevrijden. Skorzeny vraagt Obersturmbannführer Friedrich Knolle om de spionnenschool te stichten. Die op zijn beurt beveelt Haupsturmführer Walther Müller in 1943 om agenten te werven, in die beginfase met name voor spionage in Groot-Brittannië. Müller over Seehof: “Deze school was ingericht naar Engels voorbeeld, waarvan de gegevens tijdens het E-Spiel in ons bezit kwamen.”
Skorzeny bezoekt Seehof twee keer, in het voor- en najaar van 1943. Over die eerste keer zegt hij later: “De zaak was in handen van Standartenführer Knolle. Het was voor mij een moeilijke positie. Hij was aanzienlijk hoger in rang dan ik, hoewel hij soldaat was. Maar hij loste het probleem op door aan te bieden onder mij te dienen.”
In de praktijk heeft Friedrich Ludwig Knolle (Amsterdam, 1903) de touwtjes toch in handen. Deze overtuigde nationaalsocialist is voor de oorlog boekhandelaar in Duitsland. In 1938 leidt hij de Sicherheitsdienst in respectievelijk Düsseldorf en Aken. Hij houdt zich dan al bezig met het verzamelen van politieke inlichtingen in België en Nederland. Na mei 1940 rijst zijn ster snel. In oktober van dat jaar mag hij zich al landelijk plaatsvervanger noemen van de Befehlshaber der Sicherheitspolizei. Hij leidt in februari 1941 de razzia’s op joden in Amsterdam en heeft een belangrijke rol bij het neerslaan van de daarop volgende Februaristaking. Na een mislukte aanslag op een Wehrmacht-trein selecteert hij twintig gijzelaars die in aanmerking komen voor executie. En hij is verantwoordelijk voor het fusilleren van een aantal gevangenen in Amersfoort. Deze behoedzame, gesloten en onverbiddelijke hardliner lijkt de aangewezen persoon om een spionnenschool op te zetten en aan te sturen.
Knolle leidt in februari 1941 de razzia’s op joden in Amsterdam en heeft een belangrijke rol bij het neerslaan van de daarop volgende Februaristaking.
Koos Sprey
Knolle op zijn beurt laat de dagelijkse leiding aan Jan Jacobus Bate Sprey. Koos Sprey (Alphen aan de Rijn, 1911) wordt in de jaren dertig lid van de NSB en vertrekt in 1941 als Waffen-SS‘er naar het Oostfront. Daar raakt hij gewond. Na te zijn hersteld komt hij terecht bij het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn. Zijn superieuren daar achten hem geschikt als ondercommandant van Seehof, onder het directe toezicht van Friedrich Knolle.
Een van de belangrijkste docenten en tevens plaatsvervangend leider op Seehof is Jan Jacob Willem Verkerk. Als ‘chef inwendige dienst’ draagt hij per 17 juni 1943 de verantwoordelijkheid voor de verzorging van het personeel en de leerlingen. Hij geeft verder les in ‘paardrijden, kleine vuurwapenen en explosieve stoffen’. Daarnaast houdt hij naar eigen zeggen twee keer per week ‘politieke praatjes indien Sprey er niet was’.
Sprey, Keizer, Knolle en andere medewerkers werven in hoog tempo personeel. Binnen een paar maanden zijn ze zover dat de school van start kan. Grote vraag is alleen waar ze hun studenten vandaan moeten halen. Verkerk, die tot half augustus 1943 op de school blijft werken: “In mijn tijd was er plm. 30 man aan de school verbonden, waaronder 6 à 7 leerlingen.” Van die laatste groep zijn er vijf onvrijwillig aanwezig. “Ik weet dat er onder deze leerlingen enkele personen waren die, na door de Duitsers op illegaal werk betrapt te zijn, ter dood veroordeeld waren en op deze wijze gratie kregen om hun houding en leven te verbeteren door als spion voor Duitsland te worden ingezet.” Hij noemt er vier: Hella Louise ten Cate-Brouwer, Alexander Otto Leendert Strijkers, Twin Haan en Pieter Abraham Hulsman.
‘Gratie’
Hulsman behoort dus tot de eerste lichting ‘studenten’. Hij verricht tot 1942 verzetswerk in Haarlem, maar wordt in februari van dat jaar gearresteerd. In september volgt zijn terdoodveroordeling. Wachtend op de onvermijdelijke kogel wordt hij in kamp Amersfoort benaderd door Friedrich Knolle. Die biedt Hulsman ‘gratie’ aan als hij bereid is om voor de Duitsers te gaan werken. Op 22 mei 1943 wordt Hulsman overgebracht naar Seehof. Daar begint zijn ruim drie maanden durende opleiding tot spion.
Geleidelijk aan komen er wat meer leerlingen. In juli arriveert er een dozijn Arabieren. Verder zijn er rond die tijd twaalf Nederlanders, vijf of zes Belgen en een Zwitser. ‘They were of poor material’, aldus het Canadese rapport. Dat is niet zo verwonderlijk, gezien de wijze van selecteren. De werving van veroordeelde verzetsstrijders als Pieter Hulsman tekent de zwakte van de school. Bij gebrek aan voldoende vrijwilligers onder gelijkgezinden wijken Knolle c.s. uit naar mannen en vrouwen die geen keus hebben. De kans dat zij, zodra ze de kans krijgen, terugvallen in hun deutschfeindliche houding is groot. De Seehof-leiding ziet echter geen mogelijkheden om voldoende betrouwbaar geachte pupillen te enthousiasmeren, ondanks de stevige toelage die hen toevalt. Geld lijkt geen rol te spelen bij de pogingen om de school tot een succes te maken.
De Seehof-leiding ziet geen mogelijkheden om voldoende betrouwbaar geachte pupillen te enthousiasmeren.
Zowel de spionnen in spe als hun docenten hebben een schuilnaam. Verkerk krijgt op bevel van Knolle het pseudoniem ‘Domburg’. Strijkers wordt ‘Lodewijk’. Hulsman ‘Von Unwerth’. Ten Cate Brouwer ‘Fraülein Braun’. Hen wordt op het hart gedrukt alleen het alias te gebruiken. Slechts een enkele leerling weet van een ander diens – in vertrouwen meegedeelde – echte naam.
Lange dagen
De aspirant-agenten maken lange dagen. Uitgezonderd de zondag worden ze iedere dag om 5.55 uur wakker gemaakt. Vijf minuten later begint er een drie kwartier durend sportblok, gevolgd door een ontbijt en – om 8.00 uur – schietoefeningen. Twee uur later zijn er achtereenvolgens lessen radiotelegrafie en politiek onderricht. Na de lunch is er ‘sabotageleer’ (14.00-15.00 uur) en een les in ‘codesystemen’ (15.00-16.00 uur). Vanaf 16.00 uur volgt er auto- of motorrijles. De dag eindigt om 18.00 uur met atletiek en avondeten.
In 1943 krijgen de leerlingen spionage- en sabotagelessen. Vanaf 1944 is het, afhankelijk van de toe te bedelen taak, het ene of het andere specialisme. Op Zorgvliet – waar onder meer een zwembad en een schietbaan zijn aangelegd – wordt geoefend in het laten springen van treinrails, bruggen en leidingen en het opblazen van bomen. Bekend is dat er zelfs onderschept Brits sabotagemateriaal als lesstof wordt gebruikt. Het is de opbrengst van het Englandspiel, waarbij niet alleen agenten, maar ook onder meer wapens, springstoffen en detonators worden gedropt.
Er is ook aandacht voor ‘het gemak van zich vrij te bewegen in alle soorten van kringen’, het afluisteren van telefoongesprekken, kaartlezen en het oplossen van geheime codes. “Voorts was voor hen zeer belangrijk het aannemen van vermommingen, vooral als politie, ambtenaren van gas, water of elektriciteit, loodgieter of glazenwasser.” Iedere veertien dagen evalueren de leraren de vorderingen van hun pupillen en geven ze punten voor de behaalde prestaties.
Het toezicht is streng. De leerlingen mogen het zwaar bewaakte terrein niet verlaten. Prikkeldraad en wachtposten moeten hen tegenhouden. ’s Nachts lopen er waakhonden op Zorgvliet. Desondanks slaagt een enkele keer iemand er in tijdelijk te ontsnappen. Alexander Strijkers: “Slechts eenmaal heb ik de moed gehad om ’s avonds het terrein te verlaten om een snel bezoek aan mijn broer te brengen die in de Thorbeckestraat woonde. Dat kwam Knolle enige weken later door verraad te weten. Die avond kwam hij met getrokken revolver naar Zorgvliet en bulderde minutenlang tegen mij en dreigde me ter plekke dood te schieten. Dat deed hij niet, maar vanaf dat moment heeft hij er wel voor gezorgd dat ik – hoewel onopvallend – steeds dag en nacht bewaakt werd door een SS’er. Iedereen was bang voor Knolle.”
Stomdronken
Koos Sprey leidt Seehof een half jaar lang. Op 24 december 1943 nodigt hij enkele pupillen uit op zijn kamer. Volgens Hanns Albin Rauter voert hij ze dronken, en heeft hij hen ‘op bed gelegd en getracht onzedelijke handelingen met hen te plegen’. Op Eerste Kerstdag vertrekt Sprey met verlof naar Magdeburg. Tijdens zijn afwezigheid melden enkele cursisten dat Sprey zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel overschrijdend gedrag. Knolle roept hem terug. Geconfronteerd met de beschuldiging bekent Sprey. Dat betekent zijn dood. Heinrich Himmler geeft hem de kans om de eer aan zichzelf te houden door hem in zijn cel een pistool te laten overhandigen. Sprey schiet zichzelf een kogel door het hoofd. Hij wordt met militaire eer ter aarde besteld.
Sprey schiet zichzelf een kogel door het hoofd.
Sturmbannführer Manfred Karl Friedrich Pechau (schuilnaam ‘Dr. Peters’) volgt begin 1944 Sprey op als schoolleider. Pechau heeft in het Oosten carrière gemaakt bij Sonderkommando’s die tot taak hadden om zoveel mogelijk joden te vermoorden. Hij zal in Den Haag blijven tot de opheffing van Seehof. Merkwaardig genoeg wacht hem na de bevrijding geen rechtszaak in Nederland. In 1950 pleegt hij zelfmoord.
Alle inspanningen ten spijt lijkt het er niet op dat de oud-cursisten van Seehof veel successen boeken. Van een aantal voormalige verzetsstrijders die tot collaboratie zijn gedwongen, is bekend dat ze tijdens hun missie in het buitenland worden ontmaskerd of dat ze overlopen naar de geallieerden. Duidelijk is dat in ieder geval in de Verenigde Staten, Frankrijk, Italië en Joegoslavië Seehof-agenten worden opgepakt voordat ze gevaar kunnen stichten.
In juni 1944 verruilt Friedrich Knolle Nederland voor een geheime missie in Belgrado. “De opleidingsschool op Zorgvliet, die onder mijn toezicht stond, leidde plm. 60 Arabieren op tot commando-troops“, is een van zijn zeer spaarzame naoorlogse mededelingen over Seehof. “Het waren de beste troepen die ik ooit gekend heb.” Dagblad De Waarheid weet in 1946 te melden dat de Arabieren het Suezkanaal onbruikbaar moesten maken. “Daarvoor hadden zij een speciale maquette van dat deel van het kanaal dat vernietigd moest worden.”
Knolles vertrek valt min of meer samen met het einde van Seehof. Na de geallieerde landing in Normandië, op 6 juni 1944, worden de scholen in Den Haag en Deventer veiligheidshalve overgeplaatst naar Duitsland. De Waarheid: “Thans kan men aannemen dat de gehele opzet in verband stond met het Weerwolfplan en dat de talrijke ‘oud-leerlingen’ uit Den Haag ook nu nog bezig zijn Europa onveilig te maken.” De suggestie lijkt niet op feiten te leunen. De Haagse Agentenschule sterft een stille dood, haar voormalige populatie sterft voortijdig, vlucht of belandt in gevangenschap.
6 gedachten over “Het Catshuis als nazistische spionnenschool”
Niet genoemd jammer genoeg: Perry Pierik over Knolle, inmiddels 5de oplage. Er waren contacten met Knolle zelf (even vergeten door wie) en met diens zoon niet ver van Hamburg, die geloof ik tijdens Corona overleden is. Ik zou met hem gaan praten als dat voorbij was. Maar hij wist niet zo heel veel over zijn vader. Ook dacht ik dat die Sprey eventueel de kans kreeg om te ontsnappen, daar is een verhaal over.
Ik heb het boek in het Duits vertaald, maar weet niet of het ook uitgegeven gaat worden.
Ik was niet erg onder de indruk van Pieriks boek over Knolle. Deze oorlogsmisdadiger ‘verdient’ mijns inziens een minder rommelig boek.
I am researching German-trained stay-behind espionage agents, saboteurs and wireless operators, some of who were sent to A Schule West. Those who were caught and considered to know a lot about the Abwehr, SD and SS were sent to Britain for deep interrogation. Some of their interrogation reports include details of the schhol, including sketch maps.
Interesting. The Nationaal Archief in The Hague has a lot of information about A-Schule West.
I found my sources in the National Archives in Kew, West London.
Some (but not all) of the information in the Nationaal Archief is also from the National Archives in Kew. Are you going to publish about it? If so, please let me know: info@schaapschrijft.nl