Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

Het afscheidsbriefje van Walraven van Hall

Walraven van Hall, de centrale man van het Nederlandse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, nam in een Amsterdamse cel afscheid van zijn gezin. Daags voor zijn executie op 12 februari 1945 schreef hij hen een hartverscheurend laatste briefje. Ruim driekwart eeuw later mag ook de buitenwereld het lezen.

Toen ik in 2005 werkte aan het levensverhaal van de Zaandamse verzetsheld Walraven van Hall leidde zijn zoon Aad me door het immense familiearchief. Dat werd en wordt bewaard door het Stadsarchief in Amsterdam, maar was niet publiekelijk toegankelijk. Bij uitzondering mocht ik er gebruik van maken. Aad liet me in het wat muffig ruikende archief – toen nog gevestigd aan de Amsteldijk – foto’s zien, wees me op interessante brieven en op de vele geboortekaartjes met de naam Walraven, een eerbetoon van ouders die hun jongste kind hadden vernoemd naar de omgebrachte spin in het web van de vaderlandse illegaliteit. Hij attendeerde me ook op een kwetsbaar, met potlood beschreven briefje. Het was misschien vijf bij tien centimeter klein en aan beide kanten tot de rand toe gevuld met een vast handschrift. Het was het afscheidsbriefje van zijn vader.

Walraven van Hall

Laatste woorden

Als gevolg van verraad in eigen kring belandde Walraven van Hall op 27 januari 1945 in een Amsterdamse cel. Twee weken later, op 12 februari, eindigde zijn leven in Haarlem. Zijn allerlaatste woorden, gericht aan zijn vrouw en geschreeuwd in de laatste seconden voor een nazistisch vuurpeloton hem voor altijd het zwijgen oplegde, waren me bekend. ‘Ik denk aan je, Tilly!’, riep hij, in de hoop dat een omstander – veel mensen waren gedwongen om de executie bij te wonen – die woorden zou overbrengen. Dat lukte. Anna Mathilde van Hall-den Tex zou via een omweg de laatste gedachten te horen krijgen van de man aan wie ze met heel haar hart gebonden was. Maar er bestond dus nog een afscheid.

‘Ik denk aan je, Tilly!’, riep hij, in de hoop dat een omstander – veel mensen waren gedwongen om de executie bij te wonen – die woorden zou overbrengen.

Aad van Hall stelde me in de gelegenheid om alles wat ik in het familiearchief tegenkwam te gebruiken voor mijn boek Walraven van Hall, premier van het verzet. Op één document na. Het afscheidsbriefje. Publicatie van zijn vaders laatste geschreven woorden riep te veel emoties op, zei Aad. Ik respecteerde die restrictie natuurlijk, hoe graag ik de tekst ook had toegevoegd aan het levensverhaal. Toen mijn boek in 2006 verscheen, ontbrak zowel de kreet die Walraven van Hall seconden voor zijn dood de wereld in slingerde – ik vernam die pas jaren later en nam hem op in de herdruk –, als dat voor zijn familie zo waardevolle briefje.

Dearest

‘Mevr. VAN HALL ZAANDAM’, staat er in robuuste, zakelijke potloodletters in de rechterbovenhoek. De verdere tekst op het velletje is des te persoonlijker. ‘Mijn liefste’, opende Walraven de finale boodschap aan zijn vrouw en kinderen. ‘Wat spijt het mij onnoemelijk dat ik je dit niet heb kunnen besparen. Je hebt het toch al zwaar genoeg gehad. Beschuldigingen zijn erg zwaar. De eerste dagen moeilijk om ellende aan jou veroorzaakt. Wees flink schat, vind rustpunt bij kinderen. Wat hielden ook zij zich deze jaren goed. Oh dearest, wat hebben wij het samen goed gehad deze 13 jaar.’

‘Houd moed dearest. Je Wally.’

De achterkant van het papiertje reserveerde hij grotendeels voor zijn kinderen. ‘Ik weet je goddank omringd door liefhebbende familie en vrienden. Het heeft mij veel strijd gekost, maar ik ben bereid het ergste te aanvaarden. Attie neemt haar draai wel over een paar jaar. Aad red zich, maar school moet beter. De kleine Mops zal een eenigert worden. Love aan alle ouders en vrienden. Houd moed dearest. Je Wally.’ Het papiertje was vol. Walraven duwde het voorzichtig in de gleuf van een onderbroek, wasgoed dat naar hij vermoedde terugging naar Zaandam. Pas na zijn dood bereikten zijn laatste geschreven woorden, verborgen tussen andere kledingstukken, Tilly van Hall.

Begin 2022 gaf het Stadsarchief Amsterdam bovenstaande tekst plus veel andere documenten uit het Van Hall-archief vrij. Zoon Aad, de grote regelaar van de Van Hall Stichting, beleefde de openbaarmaking helaas niet. Hij overleed op 26 juni 2021. Ik ben hem – en zijn twee zussen – nog altijd dankbaar voor de aangeboden hartelijkheid, hulp en verhalen.

Ter afsluiting van dit stuk voeg ik een aantal eveneens niet eerder gepubliceerde foto’s toe. Ter nagedachtenis aan Walraven van Hall, van Amsterdamse jongen tot getrouwde man in Zaandam. Nederland is hem veel verschuldigd.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





3 gedachten over “Het afscheidsbriefje van Walraven van Hall”

  1. Ik heb een zelfde soort afscheids briefje, door mijn vader met potlood op closetpapier geschreven en uit de trein gegooid ,die op weg was naar verschillende concentratiekampen. Hij is nooit teruggekomen (Overleden op 15 mei 1945 en ik ben geboren op 26 juli 1945)

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.