Hoewel Hannie Schaft er nooit heeft gewoond, zijn in de Zaanstreek twee monumenten geplaatst voor dit vermoorde icoon van het gewapend verzet. Hoe zit dat?
Zaandam heeft een in steen gehouwen herinnering voor Hannie Schaft op de Westzijde. En in Oostzaan bestaat ook al decennia een monument voor ‘het meisje met het rode haar’ (waarop overigens een verkeerd getal staat; ze werd geen 23, maar 24 jaar). Bijzonder, want Jannetje Johanna Schaft is geboren noch getogen in de Zaanstreek. En ze woonde daar ook nooit. Tot haar voortijdige dood was ze een Haarlemse.
Toch lopen er diverse lijntjes van Hannie Schaft naar de Zaanstreek. Allereerst via haar vader Pieter Claasz., die op 15 maart 1885 ter wereld komt in Oostzaan. De latere onderwijzer, een socialist en idealist, brengt daar ook zijn jonge jaren door.
Hannie legt dan ook met enige regelmaat familiebezoeken af in Oostzaan. Op een foto uit de jaren dertig is Hannie Schaft te zien in dat dorp. Datum en context zijn onbekend, maar ze zit voorin een kajak waarmee ze door een plaatselijke sloot peddelt.
Bronzen plaquette
Het verblijf van Pieter Schaft in Oostzaan is voor het dorpsbestuur een belangrijke reden om een monument aan diens vermoorde dochter te wijden. Op 17 april 2011 – de dag waarop Hannie 66 jaar eerder het leven liet – onthullen haar oorlogsvriendin Truus Menger en wethouder Eelco Taams op het naar de Haarlemse verzetsstrijdster vernoemde plein een door Menger gemaakte bronzen plaquette (die overigens eerder elders in Oostzaan hing).
Op een foto uit de jaren dertig is Hannie Schaft te zien in Oostzaan.
Op 15 december 1939, een half jaar voor de oorlog Nederland bereikt, richten drie leden van de Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging een nieuw dispuut op: Gemmare e Minoribus Maiora Appetimus (GEMMA). In vertaling: ‘Uit kleine dingen streven we naar het grote.’ De eerste bestuursleden zijn Nel Luyting, Annie van Calsem en Hannie Schaft. De in Koog aan de Zaan wonende Van Calsem wordt abactis, oftewel secretaris. Hannie Schaft is de eerste quaestrix, penningmeester. Dat zal ze twee jaar blijven.
In een bewaard gebleven fotoalbum van GEMMA is de Haarlemse studente volkenrecht meerdere keren te herkennen.
Er bestaat overigens een tweede foto van Hannie Schaft in de Zaanstreek. In 1941 gaat GEMMA in Koog aan de Zaan langs bij Annie van Calsem. Hannie, Nel en zij wonen dan samen op een kamer in de Michelangelostraat 59, maar Annies ouderlijk huis staat in de Boschjesstraat 74. Voor Annies oude woning – ze keert er rond de jaarwisseling van 1941/’42 naar terug – worden de inmiddels negen GEMMA-leden vereeuwigd.
Op 21 juni 1944 bezoekt Hannie de Zaanstreek met een heel andere reden. Op de Westzijde schieten zij en haar vriend Jan Bonekamp de collaborerende Zaandamse politiechef Willem Ragut neer (vandaar het monument voor dit tweetal nabij de crime scene). De zwaargewonde Ragut vuurt terug en raakt Bonekamp dodelijk. Omdat die een foto van Hannie op zak heeft en tijdens een verhoor haar naam loslaat, kan de jacht op het tot dan bij de Sicherheitsdienst onbekende meisje met het rode haar worden geïntensiveerd.
Op 17 april executeert Maarten Kuiper haar in de duinen bij Bloemendaal.
Kort na de aanslag ondergaat Schaft een gedaanteverandering. Ze verft haar haren zwart en zet een bril met vensterglas op. Met die vermomming en onder de naam ‘Johanna Elderkamp’ uit Zürich krijgt ze een plek op een vervalst persoonsbewijs.
Laatste bezoek
De waarschijnlijk laatste keer dat ze de Zaanstreek bezoekt is tijdens de Hongerwinter van 1944/’45. Hannie klopt aan bij haar Koogse vriendin. Annie van Calsem: “Bij mij is ze ook een keer komen binnenvallen. Ik woonde toen weer bij mijn ouders in Koog aan de Zaan en ze kon die avond ook niet meer terug. Ze vertelde dat ze in Amsterdam op stap was geweest met militairen om inlichtingen te krijgen. En toen hoorde ik dat ze een van die Duitsers in de gracht had geduwd. Ze drinken toch te veel, zei ze ijskoud.”
Mager en oververmoeid
“Ze moest onderdak hebben. En toen zag ze er vreselijk uit. Ze was nerveus en mager en oververmoeid, met trillende handen en opgejaagd”, vulde Van Calsem in 1980 aan in een tv-documentaire. “En ze had haar haar toen zwart geverfd, maar dat zwart sleet er weer af. Dus dat koperkleurtje kwam er weer door. Ongelukkig gekleed en in grote disorde kwam ze bij ons aan. Nerveus. Maakte haar zinnen niet af. Was ook niet doordacht in haar besluiten. We wisten natuurlijk wel dat ze veel illegaal werk deed. Dat heeft me erg veel zorg gegeven, want zo kon je niet zijn voor dat werk. Dan moest je jezelf goed in de hand hebben.”
Haar vermomming mag Hannie niet helpen. Op 21 maart 1945 wordt ze in Haarlem bij een wegversperring gearresteerd en daarna herkend als de door de Duitsers gezochte ’terroriste’. Op 17 april executeert Maarten Kuiper haar in de duinen bij Bloemendaal met een vuurstoot uit zijn machinepistool.
GEMMA-slachtoffers
Hannie Schaft is overigens niet het enige GEMMA-lid dat tussen 1940 en 1945 het leven laat. Haar vriendin Sonja Frenk sterft als joods slachtoffer in het concentratiekamp en dat geldt ook voor Dora Korijn. Lies Dammers vindt de dood in Ravensbrück. En Phine Kits van Heijningen overlijdt als gevolg van een geallieerd bombardement op het SD-hoofdkwartier in de Amsterdamse Euterpestraat. Van de zestien GEMMA-leden haalt dus bijna een derde de bevrijding niet. Hun verhaal zakt weg in de geschiedenis. Dat van het meisje met het rode haar blijft bewaard in talloos veel artikelen, documentaires, boeken en een speelfilm.