Het gewapend verzet pleegde honderden aanslagen op al dan niet vermeende landverraders. Banketbakkerszoon Fred Kater werd hun jongste Nederlandse doelwit. Vier dagen voor hij achttien werd, maakte een pistoolschot een eind aan het leven van deze collaborerende Zaandamse tiener.
Plaquette
Op de eerste verdieping van het Zaanlandse Lyceum hangt een zwartstenen plaquette met daarop 27 namen. Het zijn de (oud-)leerlingen en docenten die tussen 1940 en 1945 het leven lieten: joden, verzetsstrijders en andere slachtoffers van het oorlogsgeweld. Eén naam ontbreekt: Cornelis Frederik Kater (Zaandam, 3-2-1927). Dat is opvallend. ‘Bul’, zoals zijn spottende bijnaam luidde, bezocht tijdens de bezetting jarenlang het lyceum aan de Zaandamse Westzijde. Op 31 januari 1945 viel hij neer bij het gemeentehuis, het gevolg van een dodelijk schot.
‘FIJN GEBAK’
Pieter Kater en Catharina Kater-Kooij openen begin jaren twintig een banketbakkerij in een winkelpand aan de Zaandamse Gedempte Gracht 10. ‘Het Adres voor FIJN GEBAK’, adverteert het jonge echtpaar op de voorpagina van het Zaanlandsch Nieuws- en Advertentieblad. ‘Levering van KOUDE en WARME SCHOTELS.’ Hun klanten kunnen kiezen uit ruim vijftig soorten taart, vanaf twee gulden per stuk.
Banketbakkerij Modern is een succes. De zaken gaan goed, er is genoeg klandizie. Het aangeboden assortiment groeit. Zoete en hartige broodjes, nougat, gebak, ‘rietperenbollen’, ijs, salades, puddingen en pasteien; het lijkt of er geen einde komt aan het gebodene. ‘Beter dan ooit!’, adverteert Kater al snel in de Zaanse bladen.
Enig kind
Op 26 augustus 1937 openen de Katers ‘tegenover ons oude perceel’ een banketbakkerij annex automatiek op de Gedempte Gracht 13. Het nieuwe pand ligt wat beter in de loop en is groter dan de vorige winkel. De bakkerij houdt na de verhuizing zijn vertrouwde naam. ‘Ter gelegenheid van de opening van onze nieuwe zaak en ter viering van ons 15-jarig bestaan ontvangt ieder kooper, die voor minstens f 0.60 bestelt, een verrassing’, zo proberen de trotse eigenaars klanten te lokken.
Er zullen weinig Zaandammers zijn die niet af en toe bij banketbakkerij Modern binnenstappen om er koek of gebak te kopen.
Er zullen weinig Zaandammers zijn die niet af en toe langskomen om er koek of gebak te kopen. Of om – inderdaad heel ‘Modern’ – een snack te trekken uit de automatiek die de winkelgevel siert. Na de beurskrach van eind jaren twintig is de voedingsbodem gelegd voor een snel geserveerd, goedkoop tussendoorhapje. De automatieken zijn vooral te vinden bij slagers en bakkers. Dagblad Het Vaderland voelt zich verplicht om de noviteit even uit te leggen aan de lezers: ‘De automaat is een machine. Na vulling door menschenhanden wordt ze aan haar lot overgelaten, om langs mechanischen weg den inhoud van het magazijn tegen betaling van het daarvoor verschuldigde af te leveren aan hen.’
Enig kind
Het echtpaar Kater is inmiddels niet meer met z’n tweeën. Op 3 februari 1927 is Catharina bevallen van een zoon: Cornelis Frederik, roepnaam Fred. Hij zal haar enige kind blijven. Ogenschijnlijk heeft Fred een leven als veel andere kinderen. Hij speelt en hij leert. In de zomer van 1936 haalt hij, negen jaar oud, zijn zwemdiploma. Hij wordt lid van een zwemvereniging en zal tot het laatste oorlogsjaar enthousiast baantjes blijven trekken in het plaatselijke Sportfondsenbad. In december 1936 doet hij mee aan een lampionnenoptocht. Het is een Zaans eerbetoon aan prinses Juliana en een Duitser, Bernhard zur Lippe-Biesterfeld, met wie ze enkele weken later in het huwelijk treedt. Fred behaalt met zijn verlichte lampion de tweede prijs.
‘Bul’ Kater
Tussen zijn klasgenootjes van de lagere school is Fred makkelijk te herkennen aan zijn stevige postuur.
Fred bezoekt de openbare lagere School 9 in de Stationsstraat. Er is één kenmerk dat hem duidelijk onderscheidt van zijn leeftijdgenoten. Hij kan de door zijn ouders gemaakte lekkernijen met geen mogelijkheid weerstaan. Voor zover bekend resteren er van hem maar een paar foto’s. Tussen zijn klasgenootjes is de dan twaalfjarige Fred makkelijk te herkennen aan zijn stevige postuur. Het levert hem de weinig vleiende bijnaam ‘Bul’ op.
Als enige wordt Fred Kater niet en face vastgelegd, maar zijdelings.
Buitenbeentje
De twee van hem bekende foto’s zijn kort na elkaar genomen. Vlak voor de zomervakantie begint, maakt hij met de vijfde klas een paar uitstapjes. Op 22 juni 1939, een zomerse dag, gaan ze met de trein naar Arnhem. Twee dagen later mogen de leerlingen naar Bloemendaal, waar ze onder meer openluchttheater Caprera bezoeken. Er wordt die dag opnieuw geposeerd voor de fotograaf. Fred zit dan op de tweede ring van het theater aan de uiterste rechterkant. Als enige wordt hij niet en face vastgelegd, maar zijdelings. Hij lijkt het buitenbeentje van de groep. Is het een verwijzing naar de dwarse houding die hij in de navolgende jaren zal etaleren?
Lyceum
Op school 9 doet Fred het zo goed dat hij vanaf de nazomer van 1940 naar het Gemeentelijk Lyceum aan de Westzijde mag, een paar minuten lopen van zijn ouderlijk huis. Op de hbs gaat het hem echter een stuk moeilijker af dan in de voorgaande jaren. De onvoldoendes stapelen zich op. Speelt het een rol dat hij getreiterd wordt? Volgens Jaap ’t Hoen, de latere geschiedenisleraar, wel. ‘Hoewel allerminst een sympathiek iemand, is hij toch ook een wat tragische figuur’, schrijft ’t Hoen drie decennia later. ‘Op het Zaanlands Lyceum was hij een behoorlijke leerling, maar hij had het er moeilijk, doordat hij er steeds mee gepest werd dat hij zo dik was.’ Meerdere leeftijdgenoten typeren Fred als een ietwat arrogante puber, die er plezier in heeft om op te scheppen. Dat hij, terwijl steeds meer mensen moeite hebben om hun kostje bij elkaar te scharrelen, nog regelmatig met lekkernijen op school verschijnt, doet zijn populariteit ook geen goed.
George Jambroes
Er valt ’t Hoen nog iets op. ‘Onder de leraren heeft hij alleen een goede verhouding met Jambroes. Voor deze koestert hij een grote verering.’ Dat is om twee redenen bijzonder. Fred Kater krijgt amper driekwart jaar les van wis- en natuurkundeleraar George Louis Jambroes. Na de Februaristaking, in 1941, vlucht deze gedreven antifascist naar Engeland, bang om opgepakt te worden door de op hem loerende nazi’s. En daarmee is meteen de tweede merkwaardigheid aangestipt. Fred krijgt, onbekend is in welk tempo, steeds meer waardering voor de Duitse bezettingsmacht die Nederland in een ijzeren greep houdt. Dat uitgerekend híj de communistisch angehauchte verzetsman George Jambroes op een voetstuk zet verbaast velen. Ook al omdat zijn ouders totaal niet deutschfreundlich zijn.
Tweede klas
Freds lyceumrapport is dermate slecht dat hij de eerste klas moet overdoen.
Freds lyceumrapport is dermate slecht dat hij de eerste klas moet overdoen. Ditmaal heeft hij succes; hij mag na de zomer van 1942 alsnog door naar de tweede klas. Daar wordt hij met zijn vijftien jaar de oudste leerling.
De oorlog is inmiddels onmiskenbaar aanwezig. Saillant is bijvoorbeeld dat de voormalige banketbakkerij van de familie Kater in 1940 een bestemming krijgt als winkel en kantoor van de Nederlandse Unie, de uiterst populaire, door de bezetter vooralsnog gedoogde tegenhanger van de NSB. Vanuit hun woning kan de familie Kater zien hoe de nationaalsocialistische aanhangers van Anton Mussert de Unie-winkel op de Gedempte Gracht 10 meermalen vernielen, leegroven of beplakken met affiches.
Walraven van Hall
Het wrange toeval wil dat de voormalige Zaandamse Unievoorzitter, Walraven van Hall, op het moment van Fred Katers dood gevangen zit in Amsterdam. Deze aanvoerder van de Nederlandse illegaliteit wordt – terecht – verdacht van talloze ondermijnende activiteiten. Hij moet de gezette jongen van de overkant vanaf 1940 regelmatig zijn tegengekomen. Op de Gedempte Gracht of op de Westzijde, waar Fred naar school gaat en Van Hall sinds februari van dat jaar woont.
Fred heeft behoefte aan waardering en erkenning. Die vindt hij bij de nieuwe machthebbers. Hij mag als hulp-gemeentebode aan de slag op het Zaandamse stadhuis. Daar hebben achtereenvolgende NSB-burgemeesters het voor het zeggen. Er zingen verhalen over hem rond. Hij zou tegenstanders verraden. Voor de Sicherheitsdienst werken. En in augustus 1943 de in Zaandam ondergebrachte joodse peuter Estha Gobes hebben verlinkt, met fatale gevolgen voor haar tijdelijke pleegvader, Willem Brinkman.
Jeugdstorm
Vast staat in ieder geval dat Fred Kater lid is van de Nationale Jeugdstorm, de Nederlandse variant van de Hitlerjugend. Hij bezoekt regelmatig de bijeenkomsten van deze organisatie. Een medelid verklaart tijdens een naoorlogs verhoor: ‘Mijn vader had mij verzocht niet met Kater om te gaan, temeer daar hij van verschillende mensen had vernomen dat Fred Kater verschillende mensen zou hebben aangebracht bij de een of andere Duitse instantie. Ik heb tegen mijn vader gezegd dat ik het mij niet kon indenken dat Fred Kater dat zou doen. Ik heb aan Fred Kater ook zelf gevraagd of hij mensen bij de Duitsers had aangebracht. Hij, Fred Kater, zei mij toen: “Ja, verschillende mensen zeggen dat, doch er is niets van waar.” Bij deze laatste woorden begon Fred Kater toen te huilen.’
De beschuldigingen tegen de Zaandamse tiener zijn zo hardnekkig dat er in het Signalementenblad voor hem wordt gewaarschuwd.
De beschuldigingen tegen de Zaandamse tiener zijn zo hardnekkig dat er in het Signalementenblad – een opsporingsregister voor de illegaliteit met de namen van verdachte personen – voor hem wordt gewaarschuwd. Na de oorlog gaat zelfs het verhaal dat zijn naam via Radio Oranje is verspreid, opnieuw als waarschuwing. Het tekent de argwaan.
Recht op wraak
In het boek Recht op wraak staan de namen en achtergronden van ruim vijfhonderd mensen die in de Tweede Wereldoorlog door Nederlandse verzetsstrijders om het leven zijn gebracht. Slechts één van de genoemde slachtoffers sterft jonger dan Fred Kater. Richard Müller (27-3-1927) is een in Hazerswoude ondergedoken Duitse soldaat. Omdat hij zich niet aan de regels houdt en daardoor een gevaar vormt voor het gezin dat hem onderdak verschaft, wordt besloten om hem uit de weg te ruimen. Het pistoolschot dat op 1 december 1944 een eind aan zijn leven moet maken, verwondt hem alleen. Müller wordt daarom in een sloot geduwd. Daar blaast hij alsnog zijn laatste adem uit.
Jongste slachtoffer
Richard Müller heeft de Duitse nationaliteit. Het jongste Nederlandse slachtoffer van het gewapend verzet is Fred Kater. Goed ingelichte politiemannen informeren het Zaanse verzet over zijn collaboratiewerk. Fred wordt geschaduwd. Hoewel hij in Amsterdam van de ene tram op de andere springt, zien zijn achtervolgers dat hij het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst aan de Euterpestraat binnenloopt. Dat bezegelt zijn lot.
De avond voor Freds dood posten twee medewerkers van de Gewestelijke Sabotageafdeling tussen half zes en half acht bij zijn ouderlijk huis. Dat levert weinig op: ‘Niemand heeft tussen genoemde uren het huis verlaten, en ook geen licht zien branden.’ Op woensdag 31 januari volgt een tweede poging. ‘Om 11 uur gesignaleerd in het Gemeentehuis (portiershokje)’, rapporteert GSA-commandant Henk Pol (ware naam Arend Kat) een dag later. ‘Hierna niet meer uit het oog verloren. Te omstreeks half 5 verliet hij het Gemeentehuis, en is na ongeveer 30 passen gedaan te hebben neergelegd.’
Zwaar gewond
De Zaandamse Wilhelminastraat – door de nazi’s herdoopt in Raadhuisstraat – wordt dus Freds eindbestemming.’ Hij is zwaar gewond naar het Gemeenteziekenhuis alhier vervoerd’, rapporteert een dienstdoende agent op 31 januari. Anderhalf uur later kan hij noteren dat de hulpbode ‘is overleden’. Eén kogel bleek voldoende om hem definitief het zwijgen op te leggen.
De waarnemend korpscommandant maakt ook een aantekening over de moord. ‘Hij had toevallig een bespreking gehad met den burgemeester, dat hij over zou gaan naar den Waffen-SS’, weet deze rechercheur. Heeft Fred er lucht van gekregen dat het verzet hem op de korrel wil nemen? Kiest hij daarom voor de vlucht naar voren? Liever een onzekere loopbaan bij de Waffen-SS – op een moment dat vrijwel iedereen weet dat Hitler-Duitsland de oorlog gaat verliezen – dan de zekerheid van een gewelddadige dood in Zaandam? Er bestaan geen getuigenissen over het waarom van Freds keuze. Die hoe dan ook te laat komt.
Impact
Katers dood zal nog decennia lang impact hebben op de direct betrokkenen.
Katers dood zal nog decennia lang impact hebben op de direct betrokkenen. Om te beginnen natuurlijk op zijn ouders. Zij hadden niets met het nazisme, maar zijn wel hun enige kind kwijt. Of Freds dood erop van invloed was weet ik niet, maar in 1950 verkopen Pieter en Catharina Kater hun zaak aan Jan Buter. Onder die achternaam is op de Gedempte Gracht anno nu nog altijd een banketbakkerij te vinden. Ook de aanslagplegers houden een trauma over aan hun eliminatie van een tiener. Over de man die het fatale schot loste, Marinus Bibbe, valt hier meer te lezen.
Laatste bericht
Het laatste krantenbericht over de bakkerswinkel van het echtpaar Kater verschijnt een jaar voor de overdracht van de winkel aan Jan Buter en heeft, toevallig, betrekking op de Tweede Wereldoorlog. In mei 1949 worden in Het Wapen van Zaandam zo’n honderd taarten geëxposeerd en verloot. Een deel van de opbrengst komt ten goede aan de Stichting 1940-1945, de mede door Walraven van Hall opgezette hulporganisatie voor getroffen oud-verzetsstrijders. Pieter Kater is een van de deelnemende bakkers. Hij moet met een dubbel gevoel aan het bakken zijn gegaan, gezien het drama dat zijn eigen gezin heeft getroffen. De Stichting 1940-1945 zal onder meer hulp gaan bieden aan de twee mannen die zijn zoon om het leven hebben gebracht.
Het laatste Zaanse levensteken van Catharina en Pieter Kater is te vinden in een krant uit januari 1953. Ze hebben Zaandam achter zich gelaten en zijn die maand verhuisd naar Heiloo. Daar blijven ze hun verdere leven wonen.
2 gedachten over “Fred Kater: het jongste Nederlandse verzetsdoelwit”
Waarom geen vermelding van de wraakneming door de Duitsers: de razzia van (denk ik) 500 Zaandammers?
Omdat die wraakneming niet de liquidatie van Fred Kater betrof, maar een represaille was naar aanleiding van de liquidatie van politieman Frans Willemse, vijf dagen later in dezelfde omgeving. Die twee gebeurtenissen worden nogal eens aan elkaar gekoppeld, maar dat is niet terecht.