In de zomer van 1940 presenteerde Arthur Seyss-Inquart een verordening ’ter bestrijding van de tegennatuurlijke ontucht’. Opvallend: de enige Nederlandse homoseksueel die in de navolgende vijf jaar vanwege zijn gerichtheid ter dood werd veroordeeld, was een hooggeplaatste nazi.
Zwaar aangezet
In hun boek Het begint met nee zeggen stellen Klaas Müller en Judith Schuyf dat de eerste geschiedschrijving over de vervolging van Nederlandse homoseksuelen tijdens de Tweede Wereldoorlog de bevindingen nogal zwaar werden aangezet. ‘Achteraf kan geconstateerd worden dat aanvankelijk sprake was van sterke overdrijving waar het ging om het schetsen van de omvang van de homovervolging. Onder verwijzing naar de holocaust sprak men van een “homocaust”, van honderdduizenden slachtoffers voor alle landen samen en voor Nederland van toch zeker duizend homoseksuele mannen die in Duitse kampen zouden zijn terechtgekomen.’
‘Onder verwijzing naar de holocaust sprak men van een “homocaust”, van honderdduizenden slachtoffers voor alle landen samen.’
Korte metten
De feiten zijn anders. De Duitsers deden in juli 1940 een schepje bovenop de al bestaande wetgeving ten nadele van homoseksuelen. Al voor de nazi’s in 1933 in Duitsland de macht grepen, maakten ze duidelijk korte metten te willen maken met seks tussen mannen. Verordening 81/1940, die de in Nederland gestationeerde Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart in de voorzomer van het eerste bezettingsjaar uitvaardigde ’ter bestrijding van de tegennatuurlijke ontucht’, was daarvan een te verwachten uitvloeisel. Er kwam een celstraf van vier jaar te staan op homoseksueel contact, terwijl dat in Nederland al niet meer strafbaar was sinds 1811. Ook kwam er voor het eerst een verbod op homoprostitutie. Nog meer dan voor de oorlog verdween de homoseksuele en lesbische cultuur daardoor noodgedwongen uit het zicht. Maar van een ‘homocaust’ was geen moment sprake.
In Duitsland vond wel op grote schaal vervolging plaats van homoseksuelen. Geregistreerd is dat tussen 1933 en 1945 zo’n 100.000 van hen werden gearresteerd. Honderden werden gedwongen gecastreerd of opgesloten in psychiatrische ziekenhuizen. Duizenden belandden in concentratiekampen. Velen ven hen stierven daar een gewelddadige dood. De homoseksuelen in Nederland hadden dus veel te vrezen na de Duitse bezetting.
‘Praktisch gleich Null’
Toch kwam hun vervolging in Nederland nooit van de grond, stelde De Groene Amsterdammer al in 1995 vast. De jacht op joden en de strijd tegen de geallieerden kregen prioriteit boven de aanpak van ‘ontspoorde’ mannen (lesbiennes werden sowieso niet vervolgd). ‘De Duitsers hadden het zo druk dat ze daar nauwelijks aan toe zijn gekomen’, zei Gert Hekma, destijds docent homostudies aan de Universiteit van Amsterdam. Het aantal vervolgingen op grond van de zedelijkheidswetgeving daalde. Dat was niet naar de zin van sommige autoriteiten. In januari 1941 klaagde de Generalkommissar die justitie in zijn pakket had dat het resultaat van het verbod op homoseksuele handelingen ‘praktisch gleich Null’ was.
Repressie
De veroordeelde mannen kregen celstraffen van één tot twaalf maanden of verdwenen naar een werkkamp.
Er zijn 138 veroordelingen bekend op grond van de Duitse verordening 81/1940. Het totale aantal lag hoger, maar een compleet beeld krijgen is onmogelijk: veel bewijsmateriaal is in 1944/’45 vernietigd. De veroordeelde mannen kregen celstraffen van één tot twaalf maanden of verdwenen naar een werkkamp. ‘Het is moeilijk op grond van het overgebleven bronnenmateriaal vast te stellen in hoeverre homoseksuelen in Nederland zwaarder actief vervolgd werden dan ervoor of erna’, schreven Müller en Schuyf. ‘Tegelijk is echter sprake van een sterke continuïteit in het binnenlandse zedelijkheidsbeleid van 1911 tot 1971.’ Gedurende die zestig jaar kende Nederland een politiek waarin homoseksuele contacten tussen meerder- en minderjarigen strafbaar waren. Begin jaren vijftig bereikte de repressie zelfs een dieptepunt ingevolge het zogeheten artikel 248bis in het Wetboek van Strafrecht. Als onderdeel van de Zedelijkheidswet verbood het seksueel contact tussen mensen van hetzelfde geslacht onder de 21 jaar. Bij heteroseksueel contact gold een ondergrens van 16 jaar.
Een ‘homocaust’ bestond er dus niet in Nederland. Er zijn homoseksuelen afgevoerd naar de cel of het kamp, maar waar joden, Roma en Sinti een geplande dood wachtte, ging dat niet op voor mannen die werden betrapt op seks met mannen. De – voor zover bekend – weinige homoseksuelen die in Nederland de kogel kregen betroffen ondergrondse werkers; Sjoerd Bakker en Willem Arondéus. Hun betrokkenheid bij het gewapend verzet was de reden om hen voor het vuurpeloton te zetten, niet hun seksuele gerichtheid.
Hooggeplaatste nazi
Er is één uitzondering op deze regel. En die uitzondering betreft een hooggeplaatste nazi. Jan Jacobus Bate Sprey (Alphen aan de Rijn, 22-5-1911) leidt vanaf het vroege voorjaar van 1943 de zogeheten A-Schule West in Den Haag. Over deze spionnenschool valt hier meer te lezen. Koos Sprey is al sinds de jaren dertig lid van de NSB en vertrekt in 1941 als Waffen-SS‘er naar het Oostfront. Daar raakt hij gewond. Na te zijn hersteld komt hij terecht bij het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn. Zijn superieuren daar achten hem geschikt als Lagerkommandant van Seehof, een van de bijnamen van de in en rond het Catshuis gevestigde A-Schule West.
Sprey (uit zijn persoonsbeschrijving: ‘1.72 m, mager, donker haar, bleek ovaal gezicht, spitse neus, schoone tanden, droeg uniform, hooge stem, sprak Nederl. en Duitsch.’) heeft de dagelijkse verantwoordelijkheid over het opleidingsinstituut voor spionnen en saboteurs. Ook onderwijst hij zijn pupillen over de internationale politiek en over coderen. Zijn collega’s en leerlingen mogen hem en hij ligt goed bij zijn superieuren. Er lijkt hem dan ook een mooie toekomst te wachten. In een rapport uit 1945 heet het dat Sprey ‘in kringen der Duitsche SS te Den Haag werd genoemd als iemand die in Nederland nog zeer vooraanstaande posten zou gaan bekleden’. Zo ver zal het echter niet komen.
Hitler
Op 15 november 1941 tekent Adolf Hitler een Erlass ‘zur Reinhaltung von SS und Polizei‘. Het betekent dat hij de doodstraf uitvaardigt op ‘onzedelijke gedragingen’ tussen mannen die lid zijn van de Schutzstaffel of de politie. En dat is precies waarvan Sprey – schuilnaam Von Schultz – wordt beschuldigd.
Op 24 december 1943 nodigt Sprey enkele van zijn pupillen uit op zijn kamer. Volgens Hanns Albin Rauter, de hoogste SS-vertegenwoordiger in Nederland, ‘had [hij] hun alcohol te drinken gegeven. Toen de leerlingen onder invloed van alcohol waren gekomen heeft Sprey hen op bed gelegd en getracht onzedelijke handelingen met hen te plegen.’ Op Eerste Kerstdag vertrekt Sprey met verlof naar zijn verloofde in Magdenburg. Tijdens zijn afwezigheid melden twee cursisten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel overschrijdend gedrag. Frits Knolle, zijn directe leidinggevende, roept hem terug. Ook licht hij Rauter in.
‘Toen de leerlingen onder invloed van alcohol waren gekomen heeft Sprey hen op bed gelegd en getracht onzedelijke handelingen met hen te plegen.’
Na een overleg op topniveau wordt besloten om Koos Sprey op te sluiten in het Oranjehotel, de gevangenis in Scheveningen. Himmler wordt ingelicht over de misstap. Er volgt op zijn bevel een onderzoek, dat fataal uitpakt voor de beschuldigde. Een ingehuurde ‘deskundige’ oordeelt dat Sprey ‘homo-sexueel was aangelegd’. Himmler laat hem kiezen. Hij mag zich verdedigen voor de rechter. Dat leidt ongetwijfeld tot de doodstraf. Of hij gaat voor een ‘eervolle’ zelfmoord. Sprey besluit tot de tweede optie.
Pistool
Op 14 maart 1944 rijdt Hanns Albin Rauter naar het interneringskamp in Haaren, waar Sprey inmiddels heen is gebracht. Hij spreekt de veroordeelde een half uur lang. Tijdens het afscheidsgesprek brengt hij onder meer Himmlers oekaze over. Daarna verlaat hij de cel, met achterlating van een pistool en twee patronen. Korte tijd later klinkt er een schot. Een bewaker treft Sprey aan op de grond, badend in het bloed en met een gat in zijn slaap.
Zijn verloofde weet niet beter dan dat Spreij is omgekomen door een ongeluk met explosieven.
Sprey krijgt een uitvaart met alle egards die een gesneuvelde nazi van zijn kaliber toekomen. Hoogwaardigheidsbekleders als Hanns Albin Rauter, Frits Knolle en Wilhelm Harster geven acte de présence. Ook zijn Duitse verloofde is aanwezig. Zij weet niet beter dan dat Spreij is omgekomen door een ongeluk met explosieven. Zijn ‘diepbedroefde moeder’ plaatst een rouwadvertentie in NSB-blad Volk en Vaderland waarin ze de dood van haar zoon toeschrijft aan ‘een noodlottig ongeval’.
Doodstraf
Bij mijn weten is Jan Jacobus Bate Sprey de enige Nederlander die in bezettingstijd de doodstraf kreeg, omdat hij seks had – of althans, probeerde te hebben – met een andere man. Ik verneem het graag als er meer voorbeelden zijn: info@schaapschrijft.nl.
1 gedachte over “Eén doodstraf wegens homoseksualiteit. Het slachtoffer: een hoge nazi”
Interessant verhaal! Ik ben feitelijk niets tegengekomen over homovervolging in NL (en B) tijdens 40-45. Wel vond ik op lijsten van de KZLagers Dachau en Mauthausen namen van NL /B aldaar „omgekomen“ zonder of ✡️ aanduiding. In Antwerpen moet een SS (of andere Duitse) homo kring bestaan hebben maar ook daarover valt schijnbaar niets te vinden. Het verhaal dat mijn vader verteld heeft bleef bij zijn pertinente beweringen en vermoedens omtrent het einde van moeders jongste broer die eind augustus 44 uit de Antwerpse gevangenis verdween, spoorloos bleef, tot feb 45 er uit Londen een bericht kwam dat hij aldaar als “dubbelspion” bij MI6 (MI5?) geëxecuteerd was. Mijn naspeuringen in 1995 in het MI5 archief kwam uit op „TS Classiefied for 50 years“. Toen ik dan feb of mrt 1995 de files weer opvroeg kreeg ik „Classified until 2045“.
homo’s en -vervolging bij militairen in die tijd (waar dan ook) is waarschijnlijk nog steeds het zwaarst toegedekte geheim. Zelfs het verhaal over Alan Turing blijf gebaseerd op vermoedens.