In 2020 publiceerde ik De Zaanstreek in oorlogstijd. Dit 156 pagina’s tellende boek bevat bijna tweehonderd, veelal unieke foto’s waarop zowel de aanloop naar als het verloop van de Tweede Wereldoorlog valt te zien. De elf hoofdstukken die de geselecteerde foto’s en hun bijschriften inleiden, plaats ik nu op Mei tot Mei. Het boek De Zaanstreek in oorlogstijd is voor €24,95 verkrijgbaar via Stichting Uitgeverij Noord-Holland en uiteraard bij de boekhandel.
Deel 1: Voortekens.
Sommigen zien de bui in een vroeg stadium naderen. Zij keren zich begin jaren ’30 al tegen het opkomende fascisme, dat met name in Duitsland en Italië voet aan de grond heeft gekregen. De Zaandamse geschiedenisleraar Sipke Lootsma behoort tot de minderheid die zich publiekelijk uitspreekt tegen de Nationaal-Socialistische Beweging en haar ideeën, op een moment dat de meeste Nederlanders daarin nog weinig gevaar zien. Op 15 mei 1940 maakt hij gedesillusioneerd een eind aan zijn leven.
Spaanse Burgeroorlog
De 25 Zaanse mannen en een vrouw die vanaf 1936 naar het door een burgeroorlog verscheurde Spanje trekken om daar in dienst te treden bij de Internationale Brigades, zijn een ander voorbeeld van vroeg activisme. Een aantal van hen voelt zich al snel bedrogen; ze dachten op het Iberisch schiereiland burgerwerk te krijgen, maar vinden zichzelf terug in de loopgraven. Daar moeten ze vechten tegen de troepen van generaal Franco. De meesten zijn echter overtuigde communisten die het fascisme in de kiem proberen te smoren door zich te melden als brigadist. Vanuit de rode Zaanstreek ontvangen ze veel morele en een beetje materiële steun.

Oostzaner Albertus de Joode is een vroege aanhanger van het nazistisch gedachtegoed.
Anderen verwachten juist heil van de door Benito Mussolini en Adolf Hitler verspreide fascistische leer. Albertus de Joode is een vroege aanhanger van hun gedachtegoed. De geboren Oostzaner sluit zich in december 1931 – dezelfde maand dat de NSB het licht ziet – aan bij de net opgerichte Nationaal-Socialistische Nederlandse Arbeiderspartij. Die is naar eigen zeggen ‘de eerste, de sterkste, de onvervalste Hitlerpartij van Nederland’. De Joode klimt er op tot landelijk leider, maar verlaat het gezelschap binnen enkele maanden met ruzie. Nadien sticht hij, zijn achternaam ten spijt, meerdere antisemitische splinterpartijen. Ze spatten stuk voor stuk uiteen als gevolg van interne twisten. In arren moede meldt De Joode zich in 1942 maar aan bij de NSB.
Pioniers als Albert de Joode zien in de Zaanstreek een weerbarstig wingewest. De gemeenteraad van Zaandam waagt het zelfs (als enige in Nederland) om al in 1933 een motie aan te nemen die oproept tot een boycot van Duitse waren, ‘in verband met het in Duitsland heersende regime’. Deze stellingname doet behoudend Nederland in de gordijnen klimmen. Het conservatieve kabinet-Colijn vernietigt het raadsbesluit.
Extreemrechts smaldeel
De door socialisten en communistische partijen gedomineerde politiek in de regio werkt ook als een magneet op het extreemrechtse smaldeel. Vanuit omringende plaatsen trekken ze op gezette tijden naar de Zaanstreek. Hun tactiek bestaat aanvankelijk uit het onaangekondigd, veelal ’s nachts verspreiden van propagandamateriaal en proberen te vertrekken voordat er een knokploeg van andersdenkenden opduikt. Daarnaast organiseert met name de NSB in de jaren ’30 verspreid over de Zaanstreek openbare bijeenkomsten die zware bewaking krijgen van de eigen ordedienst. Desondanks ontaarden ook die meetings nog wel eens in vechtpartijen tussen voor- en tegenstanders.

Wanneer de NSB in september 1933 in de Zaandamse Stationsstraat een Kringhuis opent, spijkert het kader onmiddellijk planken voor de ramen ‘teneinde veilig te zijn voor de “vrolijke keuken”-neigingen van anonieme terroristen’ (aldus partijblad Volk en Vaderland). Er sneuvelen inderdaad nog wel eens ruiten bij de Zaanse aanhangers van Anton Mussert. De NSB geniet hier weinig populariteit. Het ledental komt nooit boven een paar honderd uit en al in 1938 moet het eerste Kringhuis de deuren sluiten wegens teruglopende contributie-inkomsten.
Er sneuvelen nog wel eens ruiten bij de Zaanse aanhangers van Anton Mussert.
Neutraliteitspolitiek
Naarmate nazi-Duitsland zich meer profileert – in het binnenland door talloze vrijheidsbeperkende maatregelen te nemen die met name minderheden en opposanten treffen, daarbuiten door de annexatie van onder meer Oostenrijk en Tsjechië –, moet ook Nederland stelling nemen. De regering kiest voor een neutraliteitspolitiek, in de hoop om net als tijdens de Eerste Wereldoorlog het eventuele strijdgewoel te kunnen vermijden. Het laat onverlet dat tot en met 1940 tienduizenden vluchtelingen, vooral joden en politieke activisten, in Nederland een schuilplaats zoeken. Enkele honderden van hen belanden in de Zaanstreek. Daar krijgen ze over het algemeen een gastvrij onthaal.
Nederland is nauwelijks voorbereid op de politiek van de Oosterburen. Dat geldt zowel voor de omgang met vluchtelingen als op het defensieve vlak. Hoeveel wapens en munitie de Artillerie-Inrichtingen in Zaandam ook produceren voor het nationale leger, het is te laat en te weinig. De vrijwillige leden van de Luchtbeschermingsdienst beheren de schaarse Zaanse schuilkelders en turen de hemel af naar eventuele vijandelijke vliegtuigen. Er zijn oefeningen met gasmaskers. Sommige burgers leggen noodrantsoenen aan. De onrust in Europa beheerst de gesprekken.

Mobilisatie
Op maandag 28 augustus 1939 hoort Nederland via de radio dat als gevolg van de dreigende oorlog de mobilisatie is afgekondigd. Duizenden Zaanse dienstplichtigen verzamelen zich een dag later op de treinstations, in afwachting van een ongewisse toekomst. Op 3 september verklaren Groot-Brittannië en Frankrijk de oorlog aan Duitsland, dat twee dagen eerder Polen heeft aangevallen. De Tweede Wereldoorlog is begonnen. Acht maanden later bereikt die ook Nederland.