Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

De Zaanstreek in oorlogstijd: Luchtoorlog

In 2020 publiceerde ik De Zaanstreek in oorlogstijd. Dit 156 pagina’s tellende boek bevat bijna tweehonderd, veelal unieke foto’s waarop zowel de aanloop naar als het verloop van de Tweede Wereldoorlog valt te zien. De elf hoofdstukken die de geselecteerde foto’s en hun bijschriften inleiden, plaats ik nu op Mei tot Mei. Het boek De Zaanstreek in oorlogstijd is voor €24,95 verkrijgbaar via Stichting Uitgeverij Noord-Holland en uiteraard bij de boekhandel.
Deel 8: Luchtoorlog.

De Zaanstreek wordt nooit getroffen door grootschalige bombardementen. Wel zijn er slachtoffers als gevolg van kogelregens uit jagende vliegtuigen, aangeschoten bommenwerpers die voortijdig hun lading lossen en mislukte luchtaanvallen. De eerste slachtoffers vallen op 23 juni 1940. Een Britse Blenheim dropt een dozijn bommen ten noordoosten van Schiphol. Een deel van de lading explodeert in Zaandamse bodem, vlakbij de Hemkade. Er zijn twee zwaargewonden en een dode. Het zal niet bij dit ene incident blijven.

De Luchtafweerdienst op pakhuis Java, achter NS-station Wormerveer, april/mei 1940 (Nederlands Instituut voor Militaire Historie).

Junkers en Heinkels

De oorlog boven de Zaanstreek begint overigens al anderhalve maand eerder. In de ochtend van 10 mei schieten de vier pelotons van de Luchtafweerdienst op overkomende Junkers en Heinkels. Dat houden ze de volgende dagen vol, met gering succes. Hoewel ze meerdere toestellen raken, stort er voor zover bekend niet één neer. Nadat de strijd van de Nederlandse troepen is gestreden nemen de Duitsers het afweergeschut over.

Het gevaar blijft. ’s Nachts klinkt het resonerende gebrom van de geallieerde luchtvloot, op weg naar of komend van Berlijn, het Roergebied of ander vijandig gebied. Op de grond geplaatste zoeklichten speuren de hemel af. Laagvliegers krijgen te maken met Duits afweergeschut. De al voor de oorlog ingestelde Luchtbeschermingsdienst is eveneens alert. Tijdens spertijd controleren LBD-vrijwilligers de omgeving en nemen ze maatregelen om eventuele bomschade te beperken. Geallieerde toestellen kunnen lichtbronnen op de grond als herkenningspunten gebruiken. Huizen en straten dienen daarom verduisterd te zijn. Wie zich daar niet aan houdt, wacht een bestraffing.

Aangeschoten

Een inslag van een blindganger in Koog aan de Zaan, 23-9-1940 (Gemeentearchief Zaanstad).

Wanneer de neergekomen bemanning het er levend vanaf brengt, ontstaat er een wedren om hen als eerste te bereiken.

Er storten aangeschoten vliegtuigen naar beneden. Wanneer de neergekomen bemanning het er levend vanaf brengt, ontstaat er een wedren om hen als eerste te bereiken. Soms wint het verzet, dat de vliegeniers vervolgens verbergt en naar een veilig buitenland probeert te smokkelen. Vaker slagen de Duitsers of gezagsgetrouwe agenten er in om hen op te pakken. Dan wacht de bemanningsleden een meestal lang verblijf in een krijgsgevangenenkamp.

Dat de Zaanstreek, uitzonderingen daargelaten, geen beoogd mikpunt van vliegeniers wordt, is niet vanzelfsprekend. Zowel de Luftwaffe als de Royal Air Force kan al in de meidagen van 1940 besluiten om de strategisch belangrijke Artillerie-Inrichtingen te vernietigen. Luchtaanvallen blijven de wapen- en munitiefabriek echter bespaard, ook in de volgende vijf jaren. Dat geldt niet voor enkele andere locaties. Zo nemen Spitfires in november 1942 de Zaandamse en Wormerveerse gashouders onder vuur, vallen driekwart jaar later Typhoons doelen aan in Wormer en Wormerveer en beschiet een Engelse jager op Dolle Dinsdag de omgeving van het Wormerveerse treinstation.

Een geallieerd vliegtuig boven Zaandam, mei 1945 (Gemeentearchief Zaanstad).

Dodelijk verwond

Het grootste gevaar komt echter van aangeschoten vliegtuigen en vergissingsbombardementen. In een poging om verder te komen laten de bemanningsleden van beschadigde toestellen onderweg hun bommenlading vallen, opdat ze met minder ballast wellicht de overkant van de Noordzee kunnen halen. Hun explosieven belanden soms in de bebouwde kom. Dat kost bijvoorbeeld op 1 maart 1941 zes bewoners van de Koogse Jan Bestevaerstraat het leven. Op 5 juni 1942 wordt een driejarig jongetje uit Wormerveer dodelijk verwond door een bomscherf. Een noodafworp boven Zaandam vernielt op 8 april 1944 onder meer een school en een slagerij op de Hogendijk. Daarbij sterft een winkelmeisje.

Een enkele keer brengen de vliegtuigen goed nieuws.

Een enkele keer brengen de vliegtuigen ook goed nieuws. Letterlijk zelfs, in de vorm van neerdwarrelende propagandabladen uit Groot-Brittannië. In de tweede oorlogshelft zijn er wapendroppings voor het verzet. En vanaf eind april 1945 valt er eten uit de hemel. Geen Zweedse wittebroden, zoals de mythe wil, maar pakketten met meel, thee, melkpoeder en andere basisproducten. ‘Overal zijn de voedselvliegtuigen met gejuich begroet’, schrijft de Zaandamse Klazina Kuiper in haar oorlogsdagboek. ‘Vijf lange jaren hoorden wij vol angst en vreze deze vernietigingswerktuigen aankomen. Velen konden niet meer slapen als zij het verre geronk der motoren hoorden en nu staan deze machines in dienst van de hulpverlening.’

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.