Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

De Zaanstreek in oorlogstijd: Jodenvervolging

In 2020 publiceerde ik De Zaanstreek in oorlogstijd. Dit 156 pagina’s tellende boek bevat bijna tweehonderd, veelal unieke foto’s waarop zowel de aanloop naar als het verloop van de Tweede Wereldoorlog valt te zien. De elf hoofdstukken die de geselecteerde foto’s en hun bijschriften inleiden, plaats ik nu op Mei tot Mei. Het boek De Zaanstreek in oorlogstijd is voor €24,95 verkrijgbaar via Stichting Uitgeverij Noord-Holland en uiteraard bij de boekhandel.
Deel 5: Jodenvervolging.

Op het eerste gezicht lijkt de jodenvervolging grotendeels aan de Zaanstreek voorbij te gaan. De Davidster, die in 1942 wordt ingevoerd, kent in deze Noord-Hollandse regio nauwelijks dragers. En rondom de Zaan worden de ‘voljoodse’ inwoners – in totaal bijna 320 – niet bij nacht en ontij van hun bed gelicht.

De Zaandamse Roosje en haar broertje Leo Drilsma in de zomer van 1941 tijdens hun wellicht laatste bezoek aan het zwembad. Ze werden in Auschwitz vermoord (Joods Historisch Museum).

Gruwelijke dood

Toch vinden ruim 180 van hen een gruwelijke dood. Die schijnbare tegenstelling is deels terug te voeren op de ‘evacuatie’ die de negen Zaangemeenten in een vroeg stadium van de Tweede Wereldoorlog ondergaan. Zaandam, verreweg de grootste van dit negental, wordt door de Duitsers geselecteerd als proefstad voor de uitzetting van joodse inwoners naar getto’s. Vanuit die verzamelplekken zal het makkelijker zijn hen naar de vernietigingskampen te deporteren. Het net wordt dichtgetrokken, maar wel in etappes. In de eerste, ijskoude maand van 1942 begint de ontruiming van Zaandam. Amsterdam en Westerbork, de nieuwe verblijfplaatsen van de verdrevenen, blijken de voorportalen van Auschwitz en Sobibor. Maar dat kan niemand weten als de jacht begint.

Joden dienen hun radio’s, auto’s, bedrijven en waardepapieren in te leveren.

Voor de Februaristaking kampen joodse winkeliers een enkele keer met ingegooide ramen of etalages die beplakt zijn met antisemitische pamfletten. Meestal is de NSB daar voor verantwoordelijk. Het blijkt kruimelwerk vergeleken met hetgeen hen na die werkonderbreking te wachten staat. De overheid voert in hoog tempo tegen joden gerichte wetten in. Ze krijgen te maken met registratieverplichtingen en ontslagen. Voorheen openbare plekken zijn in het vervolg alleen toegankelijk voor ‘ariërs’. Joden dienen hun radio’s, auto’s, bedrijven en waardepapieren in te leveren. Joodse leerlingen moeten vertrekken naar joodse scholen. Zo gaat het stap voor stap verder, van dreigende waarschuwing naar beperkende verordening. Vanaf mei 1942 wordt, als voorlopig dieptepunt, het zichtbaar dragen van een Davidster verplicht. Maar dan zijn vrijwel alle Zaanse joden al gedwongen verhuisd naar Amsterdam of kamp Westerbork.

De voordien in Zaandam wonende Duitse vluchtelingenfamilie Führer in kamp Westerbork, 1943 (H. Fields).

Afscheidsbrieven

De combinatie van een antisemitische burgemeester, de massale Zaanse respons op de Februaristaking, het makkelijk per trein te bereiken hoofdstedelijke getto en de opkomende illegaliteit in de Zaanstreek spelen ongetwijfeld een rol bij de beslissing om Zaandam als eerste gemeente ‘Judenfrei’ te maken. De meeste Zaanse joden zullen het onbarmhartige vervolgtraject niet overleven. ‘We zullen maar hopen dat we elkaar spoedig weer in vrede zullen ontmoeten’, schrijft Julie Rika Vet een maand voor ze wordt vergast aan een vriendin. Vergelijkbare uit Westerbork verstuurde afscheidsbrieven vallen tussen 1942 en 1944 met enige regelmaat in Zaanse brievenbussen.

Opvallend is dat de Zaanstreek vanaf 1943 meer joodse inwoners telt dan ooit tevoren.

De joodse Florence de Groot, vanaf 1942 ondergedoken bij het Wormerveerse echtpaar Stolp, poseert in de zomer van 1942 bij de Scheveningse pier ietwat benauwd tussen twee Duitse soldaten (S. Schellekes).

Opvallend is dat de Zaanstreek vanaf 1943 meer joodse inwoners telt dan ooit tevoren. Het betreft onderduikers, minstens vierhonderd in de periode tot aan de bevrijding. Een aantal Zaanse joden zoekt al in 1942 onderdak bij familie of bekenden in de Zaanstreek. In de navolgende maanden vinden ook elders in het land tientallen Zaankanters een schuilplaats. Omgekeerd helpen niet-joodse Zaankanters binnen hun eigen woonplaats honderden joden uit heel Nederland aan een relatief veilige plek. Bijna een derde van de onderduikers belandt toch nog in het kamp, meestal als gevolg van verraad. De overlevenden – de mensen die het concentratiekamp doorstaan en de tevoorschijn gekomen onderduikers – treffen na de bevrijding een beschadigd land aan dat zich richt op de wederopbouw en nauwelijks oog heeft voor de gevolgen van de Holocaust.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.