In 2020 publiceerde ik De Zaanstreek in oorlogstijd. Dit 156 pagina’s tellende boek bevat bijna tweehonderd, veelal unieke foto’s waarop zowel de aanloop naar als het verloop van de Tweede Wereldoorlog valt te zien. De elf hoofdstukken die de geselecteerde foto’s en hun bijschriften inleiden, plaats ik nu op Mei tot Mei. Het boek De Zaanstreek in oorlogstijd is voor €24,95 verkrijgbaar via Stichting Uitgeverij Noord-Holland en uiteraard bij de boekhandel.
Deel 3: Bezetting.
De eerste bezettingsmaanden doen de nazi’s hun best om respect te verwerven. De in Zaanse woningen en scholen ondergebrachte soldaten zijn geïnstrueerd om zich fatsoenlijk en vriendelijk te gedragen tegenover het ‘arische broedervolk’ aan de Noordzee. Uitzonderingen daargelaten proberen ze dat ook. De Nederlandse dagbladen en autoriteiten manen op hun beurt tot kalmte en zelfbeheersing. ‘In de eerste plaats moest aan de bevolking haar zelfvertrouwen worden teruggegeven’, verklaart de Zaandamse burgemeester In ’t Veld later. Enkele dagen nadat de wapens zijn neergelegd, ontmoeten hij en zijn Zaanse collega’s vertegenwoordigers van de nieuwe autoriteiten. Het blijken veelal beleefde Pruisische officieren die zich niet per definitie verbinden aan Hitlers Blut-und-Bodentheorie. Angst maakt plaats voor opluchting. Sommige Nederlanders beginnen zich af te vragen of de Wehrmacht wel zo kwaadaardig is als hun tegenstanders willen doen geloven.
Sommige Nederlanders beginnen zich af te vragen of de Wehrmacht wel zo kwaadaardig is als hun tegenstanders willen doen geloven.
Eenpansmaaltijden
De Zaanse Ortskommandant doet zijn best om de bevolking te paaien. Hij organiseert bijeenkomsten ter bevordering van de ‘gemeenschapszin’, door elkaar goedgezinde Nederlanders en Duitsers aan lange tafels eenpansmaaltijden voor te schotelen. Ook wordt daar geld ingezameld voor de Winterhulp, een op nazistische leest geschoeide welzijnsorganisatie. Tot ergernis van de machthebbers slaan de collectes in de Zaanstreek nauwelijks aan. Het wordt met name de burgemeesters van Krommenie en Zaandam aangerekend. Zij krijgen, ook vanwege hun op andere vlakken weinig coöperatieve houding, ontslag. Van de negen Zaanse burgemeesters zullen er tijdens de oorlog acht hun functie neerleggen, al dan niet gedwongen door de bezetter.
De gemeenteraden worden al veel eerder naar huis gestuurd. Communistische oud-politici lopen zelfs een grote kans om in een gevangenis of concentratiekamp te belanden. De Zaanse gemeentehuizen worden voortaan bevolkt door collaborerende of voorzichtig tegenwerkende wethouders en burgemeesters. Steeds vaker krijgen NSB’ers een plek in bestuursorganen en op politiebureaus. De onderwijsinspecteur, de gemeentesecretaris, de directies van de dienst sociale zaken en het elektriciteitsbedrijf, de top van het gemeentelijk ziekenhuis en de Luchtbeschermingsdienst in Zaandam; ze moeten allemaal vertrekken.
‘Communistische acties’
Een enkele keer bezoekt een hoogwaardigheidsbekleder de Zaanstreek. Een week nadat hij is benoemd tot liquidatiecommissaris van alle socialistische en marxistische organisaties arriveert Meinoud Rost van Tonningen op de Burcht. Daar probeert hij de voor het linkse gedachtegoed zo bevattelijke Zaanse arbeiders op andere ideeën te brengen. De NSB-oprichters Anton Mussert en Cornelis van Geelkerken reizen eveneens naar de Zaan om toespraken te houden. SS-kopstuk Hanns Albin Rauter, die na de oorlog zal zeggen ‘dat de gehele Zaanstreek in zeer sterke mate opviel door communistische acties’, verschijnt onverwacht tijdens de Februaristaking. Hij gaat naar Zaandam om de protesten in ogenschouw te nemen en tegenmaatregelen te treffen. Het zijn uitzonderingen. De landelijke kopstukken verblijven meestentijds in Den Haag, Amsterdam of Utrecht, steden die voor hen van veel groter belang zijn.
Tientallen mensen belanden voor het vuurpeloton als reactie op aanslagen door het Zaanse verzet.
De bezettingsautoriteiten kiezen hun eigen route naar de gewenste toekomst. Als de Februaristaking – in de Zaanstreek enthousiaster beleefd dan waar ook – duidelijk maakt dat de fluwelen handschoen niet werkt, komt de stalen vuist tevoorschijn. Nazificatie en gelijkschakeling van verenigingen en media veranderen Nederland al snel in een complete en genadeloze dictatuur. Op straat verschijnen naast de Duitstalige wegwijzers nu ook borden die joden gebiedsverboden opleggen en Bekanntmachungen met afgekondigde doodstraffen. Het landschap raakt in toenemende mate ontsierd door schuttersputjes, wegversperringen en andere verdedigingswerken. Razzia’s en huiszoekingen, waarbij vooral ondergedoken joden en Arbeitseinsatz-weigeraars het mikpunt zijn, komen steeds vaker voor. Tientallen mensen belanden voor het vuurpeloton als reactie op aanslagen door het Zaanse verzet. Het winnen van de Nederlandse harten voor het nationaalsocialisme mislukt totaal. Wat resteert is een harde confrontatie en repressie. Hoe langer de bezetting duurt, hoe smeriger het aangezicht wordt.