Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

De Zaanse liquidaties: Durk van Rijn

Durk van Rijn (Amsterdam, 15-3-1918/Zaandam, 19-2-1945)

Tijdens de Tweede Wereldoorlog brachten Zaanse verzetsstrijders meer dan twintig collaborateurs, zwarthandelaren en andere gevaarlijk geachte personen om het leven. In mijn boek Korte metten. De Zaanse liquidaties (1940-1945) worden deze liquidaties beschreven. Ook de mislukte en verzonnen aanslagen alsmede de dilemma’s die deze beslissingen over leven en dood met zich meebrachten komen in Korte metten uitgebreid aan bod.
Het 148 pagina’s tellende boek is te bestellen via iedere boekhandel.
 

Hieronder het hoofdstuk over de eliminatie van Durk van Rijn.

Een van de Zaanse inbrekers die tijdens de Hongerwinter werden ‘omgelegd’ was de 26-jarige Durk van Rijn. Hij sneuvelde in de vroege avond van 19 februari 1945 in zijn woonplaats, Zaandam. Ook voor hem gold dat de aanslag plaatsvond na beraad tussen de Binnenlandse Strijdkrachten en de korpsleiding van de politie. Van Rijn woonde op de Oostzijde 399. Daar had hij zijn onderkomen naast het transportbedrijf van zijn schoonfamilie. Hij was vader van twee kinderen en werkte in de fabriek als zoetmaler. En hij verdiende tot aan zijn gewelddadige dood – een schot door het achterhoofd – bij als inbreker en zwarthandelaar.

Hij verdiende tot aan zijn gewelddadige dood – een schot door het achterhoofd – bij als inbreker en zwarthandelaar.

Jan van Altena

De schutter die hem doodde was mogelijk Jan van Altena. Die had als adres Kalf 28, op 250 meter van Van Rijns woning. Ook present bij de aanslag was Jan Draaisma, een gereformeerd KP-lid dat bij zijn ouders op het nabijgelegen adres Haaldersbroek 29 woonde. In een BS-rapport de dato 24 februari werd verder als betrokkene genoemd ‘no. 9’ van ‘Groep II’. Die stond ook bekend als ‘Henk B’.

Eind januari 1945 stal de bende waar Van Rijn bij hoorde een bakfiets met enkele vaten brandstof van een boerderij bij de Westzanerdijk. Het voertuig kreeg een plek in de buurt van Jan Boekelaars café, op de hoek Hogendijk-Czaar Peterstraat (zie het volgende hoofdstuk). Enkele BS-leden overvielen in de vroege avond de berijder en namen de bakfiets mee. De brandstof werd er afgehaald en de bakfiets achtergelaten in de Westzijde. Van Rijn ontdekte dat en tipte de politie waar het voertuig kon worden teruggevonden. Op de dag dat Durk van Rijn ‘zijn’ bezit terugkreeg filosofeerde hij met enkele criminele vrienden over de Zaandamse verzetsman Arend Kat. Over de illegaliteit waren de kameraden het eens, volgens iemand die het gesprek afluisterde: dat moest ‘met de meeste spoed uitgeroeid’ worden.

Boevenbende

Omdat ze aanstalten leken te maken om, gewapend en wel, nog wat andere door de illegaliteit in beslag genomen voertuigen te gaan terughalen, achtte de BS het hoog tijd om in te grijpen. “In verband met het bovenstaande dringen wij er bij u met de meeste klem op aan ons toestemming te verlenen met de meest drastische maatregelen tegen deze boevenbende te mogen optreden”, luidde op 26 januari de vraag aan de verzetsleiding. De brief besloot met de conclusie van de regionale districtscommandant dat hij inmiddels ‘mondelinge toestemming heeft ontvangen’ om ‘deze beruchte heren’ (Durk van Rijn, Jan Boekelaar en de verder onbekende J. Brand) te mogen elimineren. De twee eerstgenoemden overleefden de oorlog inderdaad niet.

Met één schot

In een weekrapport van de Gewestelijke Sabotage Afdeling was op 19 februari te lezen: “’s Avonds 6.30 uur met 4 man naar Van Rijn Zaandam. Twee man achterom en twee man voor. Achter gevraagd Van Rijn te spreken, hij kwam en met één schot neergelegd.” Wie voor dat schot verantwoordelijk was bleef onvermeld.

Waarschijnlijk was het Van Rijn aan wie de Zaandamse C.J. Kuiper op 22 februari 1945 in haar dagboek refereerde (waarbij ze zich twee dagen vergiste): “Gister is er weer een doodgeschoten, men zegt een zwarte handelaar. Als het een SD’er is krijgen we weer straf.” BS-chef Johan Wastenecker noteerde die dag in zijn logboek bijna letterlijk hetzelfde als het GSA-weekrapport vermeldde: “’s Avonds 6.30 met 4 man naar v. R. Met een schot neergelegd.” Durk van Rijn was geen lid van de Sicherheitsdienst of een andere overheidsinstelling en represailles bleven dan ook uit.

“’s Avonds 6.30 met 4 man naar v. R. Met een schot neergelegd.”

B) Jan van Altena (1945) door J. Woudt
Jan van Altena.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





4 gedachten over “De Zaanse liquidaties: Durk van Rijn”

  1. Dit is mijn vader Jan van Altena..
    Jan van Altena was lid GSA., de man die voor de veiligheid van de verzetsploegen in de Zaanstreek zorgde (ook voor de RVV).
    Hij vertelde veel over deze tijd, b.v.b. dat hij is opgeleid door een instructeur uit Engeland.
    Bij het weghalen van de bovenleidingen bij het station Koog-Zaandijk, ontmoeten zij een 50 grüne polizei op de fiets.
    De laatste polizei keek achterom & begon te schieten.
    Mijn vader werd geraakt aan zijn hals, schoot terug, maar niet om te doden, zoals hij vertelde.
    Zij waren hoogstwaarschijnlijk verraden, want afgesproken na de klus, zouden zij zich verzamelen in de Bosjesstraat, maar daar was de grüne polizei verdacht achter de bosjes op gesteld om hen te arresteren.
    Mijn vader ontdaan door zijn wond, wilde onder geen beding naar de bosjesstraat.
    Wat hij tegen zijn maten zei.
    Hij bleeft volhouden, ik ga daar niet heen, waarom wist hij niet, misschien een voorgevoel.
    Het bovenstaande bericht heeft hij nooit verteld.
    Ook woonde wij in de jaren 50 in dit huis.
    Wel heeft mijn vader het moeilijk gehad in die tijd.
    Misschien v.w. deze moord.
    Ik heb mijn vader altijd gezien als een gematigd & rustige man, die niet snel kwaad werd, ook wist dat de meeste Duitser gestuurd waren tegen hun zin.
    Na de oorlog, toen hij bij de BS was op fort Beverwijk, waar enkele Duitse kopstukken waren geïnterneerd, heeft nog een Duitse officier in bescherming genomen, die men wilde neerschieten.
    Hij zei tegen zij maten, IS DIT DAT WAAR HEBBEN WIJ VOOR GESTREDEN? OM NU ZOALS DE DUITSER WAREN. IK DACHT DAT WIJ ANDERS WAREN. DAT IS WAAR WIJ HEBBEN VOOR GESTREDEN.
    Zoals ik mijn vader heb gekend zal deze moord een zware last in zijn leven zijn geweest.

    Beantwoorden
  2. Over de moord op agent Ragut door Bonekamp & Schaft (RVV Haarlem) , verteld mijn vader mij, dat samen met 2 andere verzetsmensen & hij, dat zji er faliekant tegen waren omdat zij al bezig waren de agent tot informant te maken.
    De agent kon kiezen tussen dood geschoten te worden of meewerken & wilde meewerken.
    Vandaar is een gemiste kans geworden door de RVV Haarlem.
    Schaft was ook nog een puber, qua leeftijd.

    Beantwoorden

Laat een antwoord achter aan Lucas van Altena Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.