Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

De verborgen oorlogserfenis van dokter Beekhuis

Tientallen jaren lagen er onder een Zaandamse zoldervloer illegale bladen en lijsten met namen van plaatselijke NSB’ers verborgen. Moesten deze papieren dienen als bewijs dat de eigenaars, Willem en Gerda Beekhuis, tijdens de oorlog aan de goede kant stonden? Of was het voor dit artsenechtpaar een ‘levensverzekering’ tegen collaboratiebeschuldigingen?

Ooievaarstraat

Tijdens werkzaamheden in de woning aan de Ooievaarstraat 66 werd begin jaren zeventig van de vorige eeuw een bijzondere vondst gedaan. Verstopt onder de vloerplanken lag een flinke stapel documenten uit de Tweede Wereldoorlog. Vele tientallen verzetsbladen, van Vrij Nederland tot De Waarheid en van Trouw tot De Typhoon. Maar ook handgeschreven protestgedichten, kerkelijke teksten tegen de jodenvervolging, een toespraak van de Zaandamse NSB-burgemeester Cornelis van Ravenswaay, tientallen namen van gefusilleerde verzetsstrijders en antinazistische grapjes. Plus lijsten met de personalia, adressen en beroepen van de Zaandamse NSB’ers. Er zaten papieren tussen uit 1940 en ’41, maar ook uit de laatste oorlogsfase. De conditie van de stukken was puntgaaf, ondanks het langdurig verblijf op zolder. De vinder van het verborgen pakket bewaarde de documenten vijftig jaar lang, keurig gesorteerd in mapjes. Onlangs droeg hij ze aan mij over.

Papieren

Bekend was wie er tijdens de bezetting op het adres Ooievaarstraat 66 woonden. Maar met welk doel verborgen de eigenaars deze stukken onder de vloer? En waarom bleven de papieren achter toen de oorspronkelijke bezitters vijftien jaar na de bevrijding verhuisden?

Ooievaarstraat 66 in 2024.

Willem Henri Beekhuis (Rauwerderhem, 18-9-1903) begon als amper achttienjarige met een medicijnenstudie. Dat had hij niet van vreemden; zijn familie telde meerdere dokters. Na in 1929 artsexamen te hebben gedaan, assisteerde hij in Groningen de internist Leonard Polak Daniëls. Een maand voor Hitler in januari 1933 tot rijkskanselier werd benoemd, trouwde Beekhuis in Hamburg met de daar geboren en getogen Gerda Karoline Kaufmann (15-9-1910).

Gemeente Ziekenhuis

Al in november 1935, nog tijdens zijn studie, kon de Groninger als internist aan de slag in het Gemeente Ziekenhuis van Zaandam. Het echtpaar Beekhuis betrok een ruime woning op het adres Ooievaarstraat 66. In hun vorige woonplaats was hun eerste zoon geboren, in Zaandam kwamen daar tussen 1937 en 1942 nog drie jongens bij.

Deze professor behoorde tot de elf joodse medici die na de capitulatie van de Nederlandse krijgsmacht zelfmoord pleegden.

Op 12 april 1938 besloot Willem Beekhuis zijn opleiding met een dissertatie over tuberculose. Zijn oud-leermeester Polak Daniëls trad daarbij op als promotor. Deze professor behoorde tot de elf joodse medici die twee jaar later, na de capitulatie van de Nederlandse krijgsmacht, zelfmoord pleegden. Bij het vernemen van het nieuws over de militaire nederlaag gaf Leonard Polak Daniëls zijn echtgenote een slaapmiddel, om haar daarna een dodelijke cyaankali-injectie toe te dienen. Daarna nam hij zelf ook een slaapmiddel en liet zich vervolgens door zijn zoon dezelfde gifstof inspuiten. Het echtpaar Polak Daniëls was fel antinazistisch en had zich in de voorgaande jaren onder meer bekommerd om Duits-joodse vluchtelingen.

Leonard Polak Daniëls (Wikipedia).

Polak Daniëls

Hoe gebeten de nationaalsocialisten waren op mensen als Polak Daniëls bleek wel toen na zijn overlijden zijn portret uit de Groningse collegekamer werd gestolen en vernield door twee arts-assistenten die lid waren van de NSB. De reactie van Willem Beekhuis op het overlijden van zijn gewaardeerde collega is onbekend, maar duidelijk is wel dat zijn bezwaren tegen de Nieuwe Orde een stuk minder waren dan die van Polak Daniëls.

Zijn ontvankelijkheid voor de nazistische politiek uitte zich overigens niet in een lidmaatschap van de NSB of andere collaborerende partijen. Wel gaf Beekhuis te kennen, schreef zijn advocaat in juli 1945, ‘dat sommige maatregelen in Duitschland bij hem sympathie ondervonden. (…) Hij was gehuwd met een Duitsche vrouw, had daardoor verwanten in Duitschland en was, zooals velen met hem, aanvankelijk niet ongevoelig voor bepaalde maatregelen, welke in Duitschland in verband met het binnenlandsch bestuur daar te lande werden genomen.’

Nota van Willem Beekhuis uit januari 1940 (Gemeentearchief Zaanstad).

Willem Levend

Die sympathie en gevoeligheid kwamen voor iedereen zichtbaar aan de oppervlakte in 1942. Beekhuis’ collega Willem Levend werd toen door de Zaandamse NSB-burgemeester Cornelis van Ravenswaay aan de kant geschoven als directeur van het Gemeente Ziekenhuis. Van Ravenswaay had het helemaal gehad met Levend, die alle deutschfreundliche maatregelen trachtte te saboteren. ’28-2-42 ’s morgens 10 u. kwam v. Ravenswaay + secretaris in het ziekenhuis en deelde mij mede dat de dokter die tot directeur benoemd was bedankt had, dat hij mij toch onthief van het directeurschap en zou vragen of Dr. Beekhuis waarnemend directeur wilde worden’, tikte Levend in mei 1945 in een voor Beekhuis vernietigend rapport. ‘Ik liet daarop Beekhuis roepen, die door v. Ravenswaay werd medegedeeld dat ik was afgetreden en gevraagd of hij waarnemend directeur wilde worden. Beekhuis antwoordde: “Ja.”‘ Volgens Levend ontving Beekhuis regelmatig Duitse officieren in zijn woning, ‘die bij hem een goed onthaal vonden.’ Ook zou hij een voorkeursbeleid voor NSB-personeel hebben gevoerd.

Volgens Levend ontving Beekhuis regelmatig Duitse officieren in zijn woning, ‘die bij hem een goed onthaal vonden.’

Slotzinnen van Levends aanklacht tegen Willem Beekhuis, mei 1945 (Commissie Historie Zaanse Ziekenhuizen).

Artsenkamer

De directe collega’s van Willem Beekhuis wisten overigens al een klein jaar eerder hoe de hazen liepen. Via een mededeling in het blad Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde vroeg de bezetter op 14 juni 1941 alle artsen om de gezondheidszorg voortaan op nationaalsocialistische leest te schoeien. In reactie zegden artsen en masse hun lidmaatschap op van de Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst. In plaats van zich aan te sluiten bij de bruingekleurde nieuwe Artsenkamer richtten ze een eigen belangenorganisatie op: Medisch Contact.

Ook de Zaanse medici keerden zich tegen de bezetter. Op een handvol na werden ze allemaal lid van Medisch Contact. Slechts één arts van het Gemeente Ziekenhuis distantieerde zich van de nieuwe beroepsgroep: internist Beekhuis. Hij sloot zich als enige aan bij de Artsenkamer. Dat zette uiteraard kwaad bloed in het Zaandamse ziekenhuis. Toen Beekhuis in maart 1942 ook nog eens bereid bleek om zijn collega Levend af te vallen door diens baan tijdelijk over te nemen, was hij helemaal persona non grata.

Willem H. Levend bij zijn installatie als GGD-directeur in 1935 (Gemeentearchief Zaanstad).

‘Materieele schade’

‘De materieele schade door het optreden van Beekhuis als directeur is voor de Gemeente Zaandam zeer belangrijk geworden.’

Beekhuis gaf maar twee maanden leiding aan het ziekenhuispersoneel. Daarna kreeg een NSB’er, Frits Houdijk, de touwtjes in handen. Maar toen in september 1944 de directiefunctie opnieuw vrijviel, toonde Willem Beekhuis zich voor een tweede keer bereid om die baan op zich te nemen. Volgens Willem Levend maakte hij er een zooitje van: ‘De materieele schade door het optreden van Beekhuis als directeur is voor de Gemeente Zaandam zeer belangrijk geworden.’

Na de bevrijding zou Levend terugkeren op zijn oude post. Beekhuis daarentegen was niet langer welkom in het Gemeente Ziekenhuis. Een week na de bevrijding ontving hij een briefje dat hij niet behoorde ’tot degenen, die zullen worden uitgenodigd tot bijwoning van de Oprichtingsvergadering van de nieuwe afdeling “Zaanland” van de weder op te richten Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst’. Beekhuis verloor zijn baan als internist.

(Commissie Historie Zaanse Ziekenhuizen).

Bedreiging

Toen er in juli 1945 ook nog eens een belastend onderzoeksrapport over hem verscheen, leek Beekhuis’ rol als arts uitgespeeld. ‘Als waarnemend Directeur heeft Dr. Beekhuis goed Nederlandsche verpleegsters laten bedreigen door den Commissaris van politie’, was een van de voor hem dodelijke bevindingen. De terzijde geschoven Zaandammer liet het er echter niet bij zitten. Hij schakelde een advocatenkantoor in en tekende beroep aan.

Uiterst links Willem Beekhuis, naast hem in het wit Frits Houdijk, 5-12-1942 (Foto: Jan Woudt, Koog aan de Zaan).

Door de jaren heen bleken de meningen over Beekhuis uiteen te lopen. Zenuwarts Theodorus Hart de Ruyter, die van 1939 tot 1946 verbonden was aan de twee Zaandamse ziekenhuizen, liet in 1993 doorschemeren dat hij zijn collega niet vertrouwde: ‘Beekhuis hield ik op een afstand.’ Huisarts G.W. van der Vorm daarentegen was een halve eeuw na de bevrijding vol lof: ‘In de oorlogsjaren heb ik zeer goed met de collegae Immink en Falger van de St. Jan en met Kummer en Beekhuis van het Gemeenteziekenhuis kunnen samenwerken.’ De naar Engeland gevluchte Zaandamse verzetsstrijder George Louis Jambroes uitte zich daarentegen al in 1942 erg kritisch: ‘Dr. W.H. Beekhuis, arts, wonende Ooievaarstraat 66 te Zaandam, is gehuwd met een Duitsche vrouw en op haar verzoek heeft hij den plaatselijken Ortskommandant ingekwartierd. Hij was voor volledige annexatie van Nederland bij Duitschland.’

‘Beekhuis hield ik op een afstand.’

Sympathie

Merkwaardig genoeg is het enerzijds-anderzijds ook terug te lezen in de verdediging van Beekhuis’ advocaten. Zo schreven zij namens en over het artsenechtpaar: ‘Hun sympathie voor bepaalde maatregelen in Duitschland beperkte zich tot het werkeloosheidsvraagstuk, bevordering van land- en tuinbouw e.d.’ Toegegeven werd dat Willem Beekhuis zich had aangemeld als lid van de Artsenkamer, ‘doch hierop terstond terug is gekomen en onverwijld weder voor het lidmaatschap van de Artsenkamer heeft bedankt’. Bovendien zou hij een reeks van handelingen hebben verricht die de nazi’s niet waardeerden, van het verstrekken van attesten aan joden ’tegen wegvoering naar Westerbork’ tot aandringen op het ontslag van NSB-verpleegsters en het huisvesten van onderduikers in het ziekenhuis.

Het lijkt er op dat Willem Beekhuis, nadat de ergste emoties waren gaan liggen, in 1946 weer in genade werd aangenomen. Aanvankelijk werd de functie van de geschorste internist waargenomen door diens assistent. In afwachting van een definitief oordeel ging het ziekenhuis vervolgens over tot het aanstellen van een nieuwe specialist. De zuiveringscommissie voor het gemeentepersoneel zag echter geen aanleiding om maatregelen te treffen tegen Beekhuis, bevestigde de Zaandamse burgemeester Joris In ’t Veld in december 1945. Er kwam dus geen vervolging wegens collaboratie.

Briefje van burgemeester In ’t Veld waarin hij bevestigt dat Beekhuis geen strafrechtelijke sancties wachten (Commissie Historie Zaanse Ziekenhuizen).

Beslissende maatregel

Toen begin 1946 de Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst een doorstart kreeg en het Medisch Contact daarom werd opgeheven, nam het hoofdbestuur een voor Beekhuis beslissende maatregel. Alle artsen die zich tijdens de oorlog niet hadden aangemeld bij het Medisch Contact kregen ‘gratie’. Tenzij ze destijds waren toegetreden tot een Duitse organisatie of de NSB waren ze weer welkom als medicus. Dat gold ook voor Willem Henri Beekhuis. Hij keerde terug in het Gemeente Ziekenhuis en zou daar nog vele jaren zijn beroep blijven uitoefenen.

Het was dus niet nodig gebleken om de aangelegde voorraad verzetsbladen en andere oorlogsstukken aan te wenden om eerherstel te verkrijgen. De documenten bleven liggen waar ze waren verstopt, op de zolder van Ooievaarstraat 66. Daar zouden ze nu nog liggen, ware het niet dat ze door werkzaamheden decennia later alsnog boven water kwamen.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.