De overval op de hamsterende Albert Heijn-directeur

Twee maanden voor de Duitse capitulatie belden Zaanse verzetsstrijders aan bij Gerrit Heijn. Vermomd als agent wilden ze hem beroven. De hamsterende AH-directeur toonde zich niet onder de indruk van het gewapende machtsvertoon. Waarna de situatie flink uit de hand liep.

Materiaalgebrek

Tijdens de acht laatste oorlogsmaanden trekken leden van de Binnenlandse Strijdkrachten langs Zaanse adressen om artikelen te vorderen ten bate van het ‘algemeen belang’ of simpelweg omdat zwarthandelaren en dieven er woekerwinsten mee maken. De bevolking in westelijk Nederland is arm en behoeftig, de BS heeft zelf ook materiaalgebrek. Erg gewild zijn goede fietsen, liefst voorzien van amper nog te verkrijgen rubberbanden. Zodra bekend wordt dat iemand banden verzamelt, gaan er wat gewapende verzetsstrijders op af om die in beslag te nemen. Heeft de eigenaar het gewenste materiaal te goeder trouw, dan ontvangt hij/zij een na de bevrijding in te wisselen tegoedbon. Is er echter sprake van profiteurs die een slaatje proberen te slaan uit de immense vraag, dan gelden er andere regels. In het beste geval moeten ze hun eigendommen afstaan aan de BS-overvallers en komen ze er zonder verdere sancties vanaf. Maar er zijn ook voorbeelden bekend waarbij zwarthandelaars geliquideerd worden of na de oorlog voor de rechter belanden.

Is er sprake van profiteurs die een slaatje proberen te slaan uit de immense vraag dan gelden er andere regels.

Frans Zuid

De gewapende tak van de BS in de zuidelijke Zaanstreek, een onderdeel van de zogeheten Gewestelijke Sabotageafdeling (GSA), krijgt er lucht van dat Gerrit Heijn (Oostzaan, 22-11-1895) meerdere rijwielen en zo’n dertig fietsbanden in huis heeft. En dus trekt een groepje GSA’ers, vermomd als politieagenten, naar de woning van de Albert Heijn-directeur, Oostzijde 65 in Zaandam. Commandant Frans Bruins alias Frans Zuid leidt de operatie.

Frans Bruins in mei 1945 (Foto: Jan Woudt, Koog aan de Zaan).

Onaangename verrassing

Op 8 maart 1945 om half acht ’s avonds bellen ze aan bij Heijns fraaie woning. Gerrit en Fie Heijn wonen er nog niet lang. Eerder had het echtpaar een villa in Bloemendaal, maar al voordat de bezetter daar in 1943 beslag op legde, zijn ze naar de Oostzijde verhuisd. Waar hen op die kille donderdagavond een onaangename verrassing wacht, in de persoon van enkele gewapende mannen. ‘Mr Hein [sic], die zelf opendeed, vroeg wat wij kwamen doen’, schrijft Frans Bruins na afloop. ‘Henk Pol [de schuilnaam van een andere Zaandamse GSA-commandant, Arend Kat] antwoordde dat wij om fietsen en banden kwamen voor de NBS. Mijnheer Hein vroeg wat dat was, NBS. Ik antwoordde: “Nederlandsche Binnenlandse Strijdkrachten.” Hij vroeg toen of dit altijd de gewoonte was.’ Daarmee is de toon gezet. De heer des huizes heeft er duidelijk weinig trek in om in zee te gaan met dit hem onbekende gezelschap.

Rechts Oostzijde 65, de woning met erker, van het echtpaar Heijn (Gemeentearchief Zaanstad).

‘Onderwereld’

Bruins probeert uit te leggen dat de BS dringend verlegen zit om fietsen en banden en door de omstandigheden gedwongen is om die te vorderen. Daarop reageert Gerrit Heijn geagiteerd: ‘Dat is mooi, alleen lui van de onderwereld dringen in politie-uniform bij zakenlui binnen.’ De protesten ten spijt plaatsen de verzetsstrijders hem, Fie en twee dienstbodes in een kamer, waar ze geen last hebben van het viertal.

Ongelukkigerwijs gaat even later de telefoon. Bijzonder, want afgezien van de overheidslijnen zijn begin 1945 vrijwel alle telefoonverbindingen in bezet gebied afgesloten. Een van de verzetsstrijders neemt de hoorn van de haak. Aan de andere kant zegt iemand dat hij Gerrit Heijn wil spreken. Arend Kat geeft de supermarktdirecteur toestemming om het gesprek aan te gaan, zij het wel na hem te hebben gewaarschuwd: ‘Ik hoop voor u dat u geen kunsten aan de hand haalt.’ Het lijkt ogenschijnlijk goed te gaan. Heijn antwoordt de onbekende beller alleen met ‘ja’ en ‘goed’. Daarna hangt hij op.

‘Alleen lui van de onderwereld dringen in politie-uniform bij zakenlui binnen.’

Gerrit Heijn, in 1948 geschilderd door Jan Sluijters (Stichting Albert Heijn Erfgoed).

Fietsen

De fietsenopbrengst valt de GSA’ers tegen. Na lang zoeken vinden ze er slechts eentje, van de kinderjuffrouw die bij gebrek aan vervoersmogelijkheden in Rotterdam verblijft. Frans Bruins: ‘Nu, deze hebben wij toen gevorderd, omdat deze toch geen dienst meer deed.’ Wat ze wel vinden is een grote voorraad levensmiddelen. En dat nota bene midden in de Hongerwinter. Bruins reageert verbijsterd: ‘Hierop hadden wij niet gerekend. Want wij dachten voor 30 banden die er moesten zijn, door betrouwbare personen zelf gezien, aan één driewieler genoeg te hebben. En een auto had hier nog te klein geweest.’ De verzetsgroep kan slechts een beperkt deel van het aangetroffen voedsel meenemen.

Politie

De situatie wordt nog onoverzichtelijker. Bruins: ‘De omstandigheden waren vanavond zo dat ik vernomen had dat comm.[andant] Pol via comm. Han de politie had gewaarschuwd. Dat wat er gebeuren zou in orde was.’ Er is sprake van miscommunicatie: de ‘goede’ politiebeambten op het Zaandamse bureau zijn niet geïnformeerd over de vorderingsactie. Om acht uur ’s avonds stappen er drie gealarmeerde agenten de woning van het echtpaar Heijn binnen. Ze kijken meteen in de loop van een vuurwapen en worden ontdaan van hun dienstpistolen. Bruins: ‘Vijf minuten later meldde zich weer een agent, plus 5 man wacht die niet wisten wat zij zagen, doch ook door ons ingerekend werden.’ Het lijkt erop dat Gerrit Heijn alarm heeft weten te slaan.

Het lijkt erop dat Gerrit Heijn alarm heeft weten te slaan.

In het midden het bruidspaar Gerrit Heijn en Fie Bachigaloupi Tourniaire in Amsterdam (Gemeentearchief Zaanstad).

Woordenwisseling

Wanneer Frans Bruins de Albert Heijn-directeur opzoekt in de kamer waarin de GSA’ers hem en zijn huisgenoten hebben afgezonderd, lijkt die te blaken van zelfvertrouwen. ‘Als je dit geval door wilt zetten, dan is dit je laatste karwei geweest’, zegt hij tegen Bruins. ‘Dan zal ik zorgen dat je morgenmiddag commandant af bent. En je zult ervan verzekerd wezen dat wat jullie weggehaald hebben [jullie] ook weer tot het laatste worteltje en busje op dezelfde plaats terug moeten brengen.’ Bruins sputtert tegen: ‘Mijnheer, ik heb orders en daar zal ik mij aan houden.’ Een steeds kwader wordende Heijn: ‘Wie geeft je het recht om levensmiddelen bij mij weg te halen?’

Het Arbeidsbureau in de Oostzijde in mei 1943, nadat het verzet er een aanslag op pleegde. Het lichtgekleurde pand ernaast zou kort daarna de woning worden van Gerrit Heijn (Gemeentearchief Zaanstad).

Verontwaardigd

Nu is het de beurt aan Frans Bruins om verontwaardigd te zijn. ‘Dit zei hij terwijl wij vet gevonden hadden dat totaal bedorven was, busgroente waarvan de bussen geheel bol stonden; een teken van bederf. Een kist beschuit die al zacht begon te worden. Terwijl duizenden Nederlandse kinderen aan ondervoeding sterven.’ Geïrriteerd wil hij de kamer verlaten, wellicht ook om te erger te voorkomen.

Gerrit Heijn port het vuurtje verder op. Wijzend op een van zijn bewakers: ‘Jij staat niet op de juiste plaats.’ En richting Arend Kat: ‘En die andere nog minder.’ Tot overmaat van ramp blijkt hij op de hoogte van een liquidatie. Binnen gehoorsafstand van zijn twee dienstbodes zegt hij: ‘Met dat neerschieten van [naam onzichtbaar gemaakt] hebben zij een bok geschoten om 11 mm. te gebruiken.’ Een verbouwereerde Bruins: ‘Ik vraag me af: hoe weet hij dat? Waar blijft dan onze illegaliteit?’

‘Hoe weet hij dat? Waar blijft dan onze illegaliteit?’

Gerrit Heijn in 1954 (Nationaal Archief/Anefo).

Zoete inval

Het huis van Gerrit en Fie Heijn is inmiddels veranderd in een zoete inval. De andere AH-directeur, Gerrits broer Jan Heijn, heeft een flink deel van het personeel opgetrommeld. Bruins: ‘Wij hadden toen ongeveer 20 man ingerekend, waaronder de chefs en de bedrijfsleider van de fabriek van A.H., die allemaal opgebeld bleken te zijn door Jan Hein [sic] en op ons afgestuurd waren. Dan de wacht, die op hun rondje langs de fabrieken het huis van G. Hein waren ingerend. Plus 6 politieagenten.’

Jan Heijn in 1955 (Gemeentearchief Zaanstad).

‘Goede zaak’

Om meer onheil te voorkomen, haalt Bruins samen met de wachtcommandant van Albert Heijn ook de laatste bewaker van het naastgelegen AH-terrein. Ter vervanging plaatst hij twee GSA’ers bij de ingang. ‘Ik ben toen nogmaals de kamer ingegaan waar G. Hein was en heb hem er op gewezen dat wat wij deden in het belang was van de goede zaak en hem er verantwoordelijk voor gesteld als er wat mocht gebeuren, omdat ik toen zo’n vermoeden had dat hij ons met het telefoontje in het begin van de avond om de tuin geleid had.’ Gerrit Heijn heeft er geen boodschap aan. Hij wil weten wat er is gebeurd met de bewaking van zijn fabriek. Bruins antwoordt dat die zich inmiddels ook in zijn huis bevinden. Heijn, cynisch: ‘Mooi verantwoordelijk, een levensmiddelenfabriek zonder wacht.’ Bruins probeert hem gerust te stellen: twee BS-leden houden toezicht. Maar de supermarktdirecteur is er helemaal klaar mee. Wanneer er geallieerde gevechtsvliegtuigen op weg naar Duitsland over Zaandam gaan, zegt hij tegen een hem bewakende GSA’er: ‘Ze vliegen weer best. Als nu de eerste bom maar voor de NBS is.’

Achter de geparkeerde handkar de woning van het echtpaar Heijn kort voor de sloop, 1972 (Wim Krijt, Gemeentearchief Zaanstad).

‘Schoftig’

‘Ons optreden was meer dan schoftig.’

De GSA besluit om de woning te verlaten. Bruins: ‘We hebben toen de laatste vracht weggebracht. Er stonden toen nog ongeveer 11 à 14 zakken aardappelen. Dan nog kisten appels, ongeveer 200 flessen wijn, likeur, enz. Dan bussen groente, honderd pakken kindermeel, dan nog havermout, jam, sago, kaas, suiker, vet, enz.’ Het is hem duidelijk; de familie Heijn is de Hongerwinter doorgekomen zonder een grammetje gewichtsverlies. Arend Kat wisselt vlak voor zijn vertrek nog een laatste woord met Gerrit Heijn. Diens afscheidstekst: ‘Ons optreden was meer dan schoftig.’ Zijn echtgenote stelt zich volgens Bruins een stuk redelijker op. Ze probeert de verhitte gemoederen te kalmeren: ‘Mijn man maakt zich nogal druk en daarom weet hij niet wat hij zegt.’

Slotzinnen van het door Frans Bruins gemaakte rapport over de overval bij Gerrit Heijn (Collectie auteur).

‘Verdachte Gerrit Heijn’

Het rapport van Frans Bruins eindigt met een bijna komisch aandoende slotzin: ‘Verder is alles goed verlopen.’ Dat is niet helemaal waar. De zaak krijgt nog een flinke staart. In 1947 begint de Politieke Rechercheafdeling (PRA) een onderzoek naar ‘de gedragingen van verdachte’ Gerrit Heijn. De verdenking: ‘Overtreding van art. 26 van het Besluit Buitengewoon Strafrecht.’ Dat wetsartikel betreft het blootstellen van een of meer personen aan opsporing, vervolging of vrijheidsberoving door de Duitsers. Er staat een stevige celstraf op: vijf jaar tot levenslang, afhankelijk van de situatie en gevolgen.

Concentratiekamp

Het strafrechtelijk onderzoek komt (langzaam) op gang nadat G. Doves, een sergeant van de militaire politie, in januari 1946 schriftelijk verklaart dat Gerrit Heijn na de overval op zijn woning de Sicherheitsdienst heeft ingelicht. ‘Volgens verklaring van [politieman Hendrik] Davelaar voornoemd en [Ludovicus Antonius] Simonis, welke eveneens bij deze overval betrokken was, doch kans zag onder te duiken, is de heer Heijn de dag volgende op dien der overval, op de fiets naar Amsterdam gegaan en [heeft hij] bij de SD aldaar aangifte gedaan van de overval hierboven bedoeld, met als gevolg dat alle politiemenschen die bij deze overval betrokken waren geweest gearresteerd werden en overgebracht naar een school in Amsterdam en van daar naar Westerbork, waar zij drie maanden in het concentratiekamp doorbrachten.’

Registratiekaart van politieman Hendrik Davelaar (Stadsarchief Amsterdam).

‘Geen vijand’

‘Hij wordt gerekend tot degenen die aanzien hoe de hazen lopen.’

Het is een ernstige beschuldiging. Heijns dossier bevat bovendien een in het Duits geschreven ‘streng vertrouwelijk’ briefje uit juli 1941 van ene ‘Herrn Aloys Gombault’ van het ‘Internationaal Handelsinformatiekantoor’ in Amsterdam. Deze nazistische expert op het gebied van economische vraagstukken schildert Heijn daarin af als een opportunist. ‘Hij is geen lid van de NSB en hoewel hij geen vijand is van deze beweging, is hij er geen sympathisant van’, meldt Gombault. ‘Hij bemoeit zich niet met politiek en wordt gerekend tot degenen die aanzien hoe de hazen lopen.’ Er wordt van Gerrit Heijn niet verwacht dat hij de huidige machthebbers zal tegenwerken, besluit Gombault zijn korte analyse.

Tonny Jansen

Een met alle winden meedraaiende kruidenier die de Sicherheitsdienst heeft ingeschakeld om de mannen die hem overvielen te achterhalen, dat is het beeld dat de Politieke Rechercheafdeling krijgt voorgeschoteld. PRA-rechercheur Martinus Jacobus Melief steekt om te beginnen zijn licht op bij de voormalige Zaandamse politiecommissaris Tonny Jansen. Daarvoor moet hij wel naar de gevangenis, want Jansen zit vast op verdenking van collaboratie (hij zal daarvoor worden gestraft met 2,5 jaar cel). De commissaris legt een voor Heijn ontlastende verklaring af.

Tonny Jansen in 1942 (Hannemahuis).

Landwacht

‘Ik moest toen wel toegeven.’

Tonny Jansen vertelt dat hij, na te hebben vernomen dat er bij Heijn een overval gaande was, onmiddellijk aan agent Bob Pel vroeg of hij daar iets van wist. Pel ‘was een van de hoofden van de illegaliteit’, maar hij is onwetend van de poging tot beroving. Daarop stuurt Jansen agenten naar Heijns woning. ‘Zij kwamen pas om 11 uur weer terug en vertelden dat toen zij aanbelden er opengedaan werd en zij onder dwang van een revolver in een hoek van een kamer werden gezet’, aldus Jansen. Hij besluit de gebeurtenis onder de pet te houden. ‘Echter, de volgende dag werd ik door Umbach, commandant van de landwacht, opgebeld, die mij vroeg of er een overval geweest was de vorige avond. Ik moest toen wel toegeven. Het bleek dat een van de agenten, die ook in de hoek gestaan had, aan het praten gegaan was op het gemeentehuis.’

Grüne Polizei

Korpschef Jansen voelt zich klemgezet. ‘Ik kon toen niet anders doen dan een bericht doorgeven aan de Duitse instantie in Amsterdam. De Grüne Polizei is meteen gekomen uit Amsterdam en vervoegde zich bij mij, na eerst aangegaan te zijn aan het huis van Gerrit Hein. Ik heb toen het hele geval verteld, waarop zij maatregelen namen door de 4 agenten te arresteren. Deze agenten werden medegenomen naar Amsterdam. De twee goede agenten heb ik met behulp van een zekere Folmer weer vrij gekregen, doch de twee “foute” zijn doorgestuurd naar kamp [Erika bij] Ommen.’

Fragment uit de politierapportage van 9-3-1945 over de arrestatie en onderduik van een handvol agenten (Gemeentearchief Zaanstad).

Het lijkt er op dat sergeant Doves de klok heeft horen luiden, maar de klepel mist. Dat wordt bevestigd wanneer de PRA Gerrit Heijn ondervraagt. Die bevestigt het verhaal van de overval en het bezoek van de Grüne Polizei (wanneer zij langskomen is hij overigens niet thuis). ‘Op de vraag van U of ik de dag na de overval op de fiets naar Amsterdam gegaan ben om bij de SD melding te maken van de overval, moet ik U verklaren dat dit niet waar is. Hoe de Grüne het te weten gekomen is, dat er een overval bij mij geweest is, is mij niet bekend.’

De onderzoekers weten genoeg.

Arbeitslager Erika bij Ommen (NIOD).

Martelkamp Erika

De onderzoekers weten genoeg. Heijn ontkent het ten laste gelegde, de voormalige politiecommissaris Tonny Jansen bevestigt in grote lijnen zijn verhaal. De agenten Davelaar en Simonis hoeven wat de PRA betreft niet meer te worden gehoord. Over de enorme hamstervoorraad in Gerrit Heijns woning, gedurende een winter dat mensen letterlijk doodvallen van de honger, heeft niemand het meer. Het justitieel apparaat is overbelast, er zijn belangrijker zaken en personen om een oordeel over te vellen. Hoe de twee agenten die vanaf begin maart gevangen zaten in het beruchte martelkamp kamp Erika bij Ommen aankeken tegen de overval waarvoor zij moesten boeten, vermelden de rapporten helaas niet.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.