De ondergedoken vliegeniers in de Oud Heinstraat

De Oud Heinstraat was een veilige haven voor joodse onderduikers. Maar ook neergehaalde geallieerde vliegers konden terecht in dit hoekje van Zaandijk.

Over de tientallen mensen die aan de Holocaust ontkwamen omdat ze op verschillende adressen in de Zaandijkse Oud Heinstraat onderdak kregen, schreef ik hier al eerder. De slechts 35 huizen tellende straat herbergde echter ook geallieerde, door de Duitsers neergeschoten vliegeniers. Met name in 1944 was het er een zoete inval.

De Oud Heinstraat in 1947 (Gemeentearchief Zaanstad).

Luchtafweer

In de vroege ochtend van zaterdag 8 april 1944 stijgt er een Flying Fortress op van de vliegbasis Snetterton Heath, bij Norfolk. Door luchtafweer geraakt boven het Duitse doelwit Rheine, net voorbij de Nederlandse grens, moet de bommenwerper rechtsomkeert maken. Het is een kansloze terugtocht. Twee van de vier motoren vallen uit. Engeland wordt onbereikbaar. Boven de Noordoostpolder geeft piloot Russell H. Gecks zijn medebemanningsleden opdracht om het vliegtuig te verlaten. Om twee uur ’s middags stort het RAF-toestel brandend neer.

Het is een kansloze terugtocht. Twee van de vier motoren vallen uit.

Alle vliegeniers landen met hun parachutes veilig op de zompige grond bij Urk. De Wehrmacht pakt al snel vijf van hen op. Ze worden bestempeld tot krijgsgevangenen en zitten de oorlog uit in buitenlandse kampen. Vijf anderen weten op vrije voeten te blijven. Het lokale verzet vangt vier van de geallieerde vliegers op en voorziet hen onder meer van valse papieren. Via allerlei omwegen kunnen ze in september 1944 dankzij een pilotenlijn terugkeren naar Groot-Brittannië.

Peter Miskinis

De laatste van dit kwintet heeft minder geluk. De 21 jaar oude stuurboordschutter Peter Edward Miskinis komt ver van de anderen met zijn parachute neer op een dijktalud, zo’n drie kilometer van Urk. Daarbij raakt hij gewond aan een been. Rondkijkend ziet hij – de verklaringen variëren – een of twee fietsende mannen die naar hem gebaart/gebaren dat hij zich moet verbergen.

Peter Miskinis in oorlogstijd.

In 2010 vertelt Urker Pieter Gerssen aan Batavialand dat hij het neergekomen bemanningslid als eerste ziet. ‘Hij zat een meter of tien uit de dijk in dat riet. Toen ben ik naar hem toegelopen, maar ik kende geen Engels. Hij gaf mij zijn boekje en daarin zag ik dat hij Peter heette en uit Amerika kwam. Ik dacht: “Wat moet ik nou toch tegen hem zeggen?” En toen dacht ik aan een muziekstuk uit die tijd: “Tonight.” Vannacht. Dus ik zei tegen hem: “Tonight.” “Yes, yes,” zei hij! Hij verstond me. En dat hij dan bij “hello” komen kon. Dat was oké.’

Miskinis besluit inderdaad om zich schuil te houden in het riet naast de dijk en daar de hulptroepen af te wachten. Wanneer het donker is, gaat Gerssen met een neef naar de schuilplek. Peter Miskinis wordt ondergebracht bij de familie Hakvoort. Na twee dagen verhuist hij naar het winkeliersechtpaar Brouwer, elders in Urk. Daar blijft hij drie weken.

Peter Miskinis in 1945 (J. Kruijver-Rot).

Harm Gerssen

Veilig is het niet in de vissersplaats, waar iedereen elkaar kent. De Amerikaanse sergeant moet weg. In Koog aan de Zaan woont Harm Gerssen, een lid van de ‘wilde’ verzetsgroep Koog-Bloemwijk. Hij is een zwager van de Urker illegaal werker Harm Kramer. Via Gerssen wordt onderdak geregeld in de Zaanstreek. Miskinis krijgt een vals persoonsbewijs op naam van Jacob Pothoven en wordt voorbereid op een overstap naar het westen van Nederland.

Om niet door de mand te vallen, moet Miskinis zich voordoen als een ‘doofstomme bakkersknecht’.

In de vroege ochtend van 4 mei 1944 brengen Kramer en zijn vriend Lub Hoekman Miskinis naar de haven van Urk. Om half zes vaart sleepboot Albert 1 weg, met de drie mannen aan boord. Onderweg oefent de Amerikaan op zijn nieuwe, voor hem lastig uitspreekbare naam. Via het IJ en het Noordzeekanaal varen de mannen vijf uur later de Voorzaan op. Daar wacht Neeltje – ’tante Nel’ – Feekman-Rot hen op.

Neeltje Feekman-Rot rond 1950 in haar kamer bij het ziekenhuis in Wormerveer (J. Kruijver-Rot).

Wijkverpleegster

Deze 44-jarige wijkverpleegster woont in de Oud Heinstraat 3. Ze neemt Peter Miskinis over en fietst met hem naar Zaandijk. Daar draagt ze hem over aan haar zwager en zuster, melkhandelaar Hendrik Franciscus Willem de Koning en Pietertje de Koning-Rot. Dit jonge, christelijke echtpaar woont ook in de Oud Heinstraat, op nummer 40. Miskinis zal er ruim een jaar blijven, tot na de bevrijding. Volgens Pieter Gerssen moet hij zich daar, om niet door de mand te vallen, voordoen als een ‘doofstomme bakkersknecht’.

Peter Miskinis in Zaandijk in de kinderwagen, met op de achtergrond Henk en Nel de Koning (J. Kruijver-Rot).

‘Treated very well’

Gerssen: ‘Ik kreeg een foto van hem bij de bevrijding, maar die ben ik kwijtgeraakt. Op die foto stonden allemaal Zaandammers om hem heen.’ Een week na de bevrijding wordt Miskinis gehoord over zijn verblijf in Nederland. Hij legt een positieve verklaring af over zijn gastgezinnen: ‘I was treated very well by both parties.’ Na nog een tijdje in Amsterdam te zijn gebleven, keert hij terug naar zijn vaderland.

Pilotennetwerk

Peter Miskinis is niet de enige geallieerde vliegenier over wie de weduwe Neeltje Feekman zich ontfermt. ‘Brought 3 other airmen from station to empty house in Zaandijk, where she sheltered and cared for them for 10 days’, aldus een Amerikaans rapport uit 1946. Ze maakt deel uit van een lokaal pilotennetwerk. ‘Er zijn plusminus 96 piloten door ons weggewerkt’, schrijft de zoon van de op 29 januari 1946 overleden politieman Herm Nijzink – die diep in het Koog-Zaandijkse verzet zat en met wie Feekman samenwerkte – desgevraagd aan de Headquarters European Theatre of Operations. ‘Maar hun namen zijn niet allemaal bekend, aangezien zij hoogstens 1 à 2 dagen bij ons verbleven en dan weer werden doorgezonden.’

V.l.n.r. Jan Dirk Vis, Paulus van Daalen, Pieter Bets, Herm Nijzink en Reijer Bets, mei 1945 (Foto: Jan Woudt, Koog aan de Zaan).

Charles Adkisson

Het echtpaar De Koning-Rot verborg in hun huis aan de Oud Heinstraat zes geallieerde vliegers.

Het echtpaar De Koning-Rot verbergt in hun huis aan de Oud Heinstraat zes geallieerde vliegers. Van hen blijft Peter Miskinis verreweg het langst en Charles Adkisson het kortst bij hen. ‘Die is bij ons gekomen 11 Sep. 1944 en moest de volgende avond weer weg om in krijgsgevangenschap te gaan, daar er anders een stel Zaandijkers gefusilleerd zouden worden’, schrijft Hendrik de Koning in januari 1946.

De zes vliegeniers die bij het echtpaar De Koning verbleven. Van Charles T. Adkisson (‘one airman’) was hen alleen de voornaam bekend (National Archives).

Het klopt dat er executies zullen plaatsvinden indien de bemanning van de Betty Jane niet wordt uitgeleverd. De Duitsers hebben de parachutisten van de Betty Jane zien landen en doen er alles aan om hen in handen te krijgen. Op 13 september executeren ze als afschrikwekkend voorbeeld vier mannen naast de Leeghwaterweg in Zaandam. Om meer doden te voorkomen, levert het Zaanse verzet drie van de ondergedoken bemanningsleden uit. Onder wie Charles Adkisson. Hij overleeft de oorlog in een krijgsgevangenenkamp.

De bemanning van de Betty Jane, april 1944. Derde van links Charles T. Adkisson (National Archives).

Eenmalige actie

De uitlevering van vliegeniers aan de Duitsers blijft in de Zaanstreek beperkt tot een eenmalige actie, om erger te voorkomen. Voor zover mij bekend zijn hier verder geen ondergedoken geallieerde militairen in nazistische handen gevallen. Dat is opmerkelijk, gezien het grote aantal onderduikers en hun helpers. De vele tientallen namen van die laatste groep hoop ik op een later moment te kunnen vermelden op meitotmei.nl.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





5 gedachten over “De ondergedoken vliegeniers in de Oud Heinstraat”

  1. Dit is erg boeiend! Ik ben geboren en getogen op Oud Heinstraat 40. Mijn ouders kochten het huis in 1951 van De Koning die inderdaad melkboer was. De ene man op de foto is inderdaad de heer P.van Daalen. Hoofd geweest van de Christelijke lagere school aan de stationstraat in Koog.
    Bedankt ook voor de oude foto van mijn woonkamer!
    De familie Rot heeft nog lang op de Oud Heinstraat gewoond. Een van de dochters is nog maar een paar jaar geleden als laatste vertrokken.
    Nogmaals hartelijk dank!

    Beantwoorden
  2. Ik kan het bovenstaande bevestigen. De 2e van links is mijn opa Paulus van Daalen. Mijn vader Henk van Daalen leeft nog en heeft mij veel verhalen over het verzet in de Koog verteld. Ga deze foto vandaag nog aan mijn vader laten zien! Met vr.gr Yvonne Dusseljee- van Daalen

    Beantwoorden
    • Hallo!
      Ik ben op zoek naar informatie over de nieuwe brug die na de komst van de huizen in het 2e deel van Rooswijk is geplaatst. Weet uw vader toevallig nog hoe dat gegaan is? Volgens mij heeft iedereen een stukje tuin moeten inleveren, maar ik kan er niets over terugvinden. Misschien weet iemand anders dat?
      Groet, Annemieke

      Beantwoorden

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.