De ondergang van een Oostzaanse fanaticus

Johannes de Bree was een van de fanatiekste Nederlandse oorlogsburgemeesters. Zijn loopbaan in Oostzaan duurde desondanks niet lang. Binnen een jaar stierf de gedesillusioneerde SS’er voor het gemeentehuis, geveld door zijn eigen kogel.

‘Volksschadelijke elementen’

‘Oostzaansche saboteurs zullen worden vernietigd.’

‘Getrouw aan zijn eed aan den Führer zal hij als nationaal-socialist deze gemeente besturen’, berichtte de pers na de burgemeestersinstallatie op 10 augustus 1942. ‘Oostzaansche saboteurs zullen worden vernietigd’, kopte het Noord-Hollands Dagblad. De even eerder aangetreden burgervader beloofde in zijn eerste toespraak ‘de volksschadelijke elementen, die zichzelf buiten de gemeenschap stellen en daarmee eigenlijk hun leven verbeurd verklaren, in deze gemeente eens uit te roeien.’ De toon was gezet. Oostzaan zou merken dat er met Johannes Alexander Antonius de Bree (Tilburg, 20-10-1908) een hardliner aantrad.

Johannes de Bree in de zomer van 1942 (Foto: Jan Woudt, Koog aan de Zaan).

Provinciecommissaris

Albert Johan Backer had even eerder de voorzet gegeven. Na de nieuwe burgemeester de ambtsketen te hebben omgehangen, noemde deze provinciecommissaris Oostzaan ‘een gemeente, zooals U het gewenscht heeft: zeer moeilijk. U zult geen lichte taak hebben.’ Niet dat het in Oostzaan wemelde van de verzetsstrijders. Er was een ander probleem: veel dorpelingen hielden zich bezig met illegale slacht en zwarte handel. Johannes de Bree wilde van meet af aan deze ‘gewetenloze saboteurs der voedselvoorziening’ te lijf gaan. Hij zou ‘dit groote kwaad definitief uit de wereld ruimen.’ ‘Het uitroeien van het kwaad is hem diepe ernst!’, waarschuwde een dagblad dan ook kort na De Brees installatie.

Clandestiene slacht in Oostzaan, 1942 (Oudheidkamer Oostzaan).

Waffen-SS

Veel liever overigens was hij elders de confrontatie aangegaan. De SS’er vocht eerder aan het front. Albert Backer refereerde daar al aan tijdens de plechtigheid in het Oostzaanse gemeentehuis: ‘Uw idealen zijn u zelfs de inzet van uw leven waard geweest’, sprak hij op 10 augustus 1942. ‘Als soldaat bij de Waffen-SS hebt u op de bres gestaan voor de belangen van Europa.’ En zonder tot in detail de reden voor De Brees afzwaaien te benoemen: ‘Door verschillende omstandigheden, waarin ge, naar ik weet, slechts noode berust, zijt ge thans in de burgermaatschappij teruggekeerd.’ Bij de gevechten aan het Oostfront was De Bree gewond geraakt. Het had hem een deel van zijn maag gekost. Hij kon daardoor niet langer gewapenderhand het bolsjewisme bestrijden.

De fanatieke burgemeester liet het niet bij woorden.

De fanatieke burgemeester liet het niet bij dreigende woorden. Hij ging persoonlijk de strijd aan. Illegale slachters, onderduikers, zwarthandelaars, joden; waar hij kon sloeg De Bree toe. Binnen en buiten Oostzaan, want hij beschouwde, daartoe gemachtigd door de Sicherheitspolizei, heel Noord-Holland als zijn jachtgebied. Hij gedroeg zich dan ook eerder als een collaborerende rechercheur dan als een dorpsbestuurder. De Oostzaanse verzetsman Dick Spits: ‘Hij voedde zijn kinderen zeer Spartaans op: ze gingen in bad in ijskoud water. Hij ging met een pistool om of het een speeltje was… Die man, hij was volkomen verknipt.’

Onbekend dagblad, 19-11-1942.

Harderwijk

De Bree pochte graag over zijn successen. Dat viel ook de Harderwijkse politieofficier Hendrikus Kraaijenbrink op. Begin april 1943 kreeg hij bezoek van de Oostzaanse burgemeester, ‘die zich op de hoogte komt stellen van de zaak tegen één zijner bewoners, mede-houzeeman, die enige dagen geleden door ons is gepakt met een vrachtwagen vol ‘zwarte’ eieren en daarna is ingesloten’. Kraaijenbrink: ‘Deze burgervader deelt mede dat hij als “de schrik der Zaanstreek” bekendstaat, reeds meer dan 20 personen naar de concentratiekampen te Amersfoort en te Vught heeft gezonden en dat al enige malen is gepoogd een aanslag op hem te plegen. Op dit visitekaartje is hij kennelijk niet weinig trots!’

De Bree schetste in Harderwijk ook zijn beeld van de Zaanstreek. ‘Naar zijn mening is streng optreden, vooral in zijn gemeente en in de Zaanstreek, zeer nodig, omdat de bevolking, die er immers vrijwel uitsluitend uit Marxisten bestaat, zeer lastig is’, schreef Kraaijenbrink. ‘Er moet zelfs communistische leiding schuilen. Ook de politie is er volgens de burgemeester onbetrouwbaar, want het is herhaaldelijk voorgekomen dat deze van hem een opdracht kreeg, waarvan het effect uitbleef omdat de bewijzen zoekraakten.’

‘De bevolking van de Zaanstreek bestaat vrijwel uitsluitend uit Marxisten.’

De installatie van Johannes de Bree als burgemeester. Links provinciecommissaris Albert Backer (Foto: Jan Woudt, Koog aan de Zaan).

Klaas Meppen

Bij gebrek aan medestanders in de directe omgeving trok De Bree dus zijn eigen plan. Hij arresteerde illegale slachters en zwarthandelaars. Bij een bibliotheek in Tuindorp-Oostzaan nam hij boeken van inmiddels verboden schrijvers in beslag. Een baby die hij er (overigens terecht) van ‘verdacht’ joods te zijn dreigde hij ‘eigenhandig te verzuipen’. Toen hij bij de familie Meppen, die in de Jacob Honigstraat woonde, illegale lectuur vond, leverde hij de heer des huizes over aan de Sicherheitsdienst. Klaas Meppen stierf in januari 1945 in Dachau.

Fragment van vragenlijst van de Oorlogsgravenstichting over Klaas Meppen.

Over lijken

De Bree ging dus over lijken. Tegen gemeentesecretaris Marcelis Beerling – zelf een fervente antifascist – liet hij zich ontvallen dat hij een lijst had opgesteld met de namen van vooraanstaande Oostzaners die gefusilleerd moesten worden indien hem iets overkwam. De burgemeester stierf inderdaad een gewelddadige dood, maar niet als gevolg van een aanslag.

Geschoten werd er wel op hem, zij het niet door zijn vijanden. De aanleiding: Aukje de Bree hield het na acht jaar huwelijk niet langer uit met haar steeds verder radicaliserende echtgenoot. Ze begon een relatie met een huisvriend. Wetend hoe gevaarlijk en verbeten haar man was, nam ze in juni 1943 de benen, haar twee kinderen met zich meenemend. Saillant detail: Johannes en Aukje hadden hun kort voor de oorlog geboren zoon en dochter vernoemd naar niet minder dan vier leden van het Nederlandse koningshuis.

Wetend hoe gevaarlijk en verbeten haar man was, nam Aukje de Bree in juni 1943 de benen.

Je Maintiendrai

Verzetsblad Je Maintiendrai schreef op 5 augustus 1943: ‘De burgemeester van Oostzaan, De Bree, welke onderteekende met “SS-man Burg. de Bree”, en reeds tal van menschen in de gevangenis en in concentratiekampen heeft geholpen, had gedreigd zijn vrouw en kinderen en daarna zichzelf dood te schieten als het mis zou gaan met Duitschland.’

In de late avond van 7 juli 1943 liep De Bree naar buiten. Om 23.55 uur richtte hij op het Oostzaanse Kerkplein zijn pistool op zichzelf en haalde de trekker over. Marcelis Beerling: ‘Hij voelde zich “onteerd”. De grote nederlagen aan het Russische front leidden mede tot zijn besluit.’

Voorkennis

De gemeentesecretaris wist dat de burgemeester suïcidaal was: ‘Van zijn voornemen hadden wij kennis. Later is ons wel eens verweten dat wij maatregelen hadden moeten nemen om dit te voorkomen. Sic! Opmerkelijk is nog dat onmiddellijk na het dodelijke schot het Kerkplein vol Oostzaners stond, die zich stonden te verkneuteren.’ Bang voor Duitse sancties hoefden de dorpsbewoners niet te zijn. De bewijzen dat niet het verzet, maar Johannes de Bree zelf verantwoordelijk was voor het fatale schot lagen voor het oprapen.

‘De volgende dag groot feest in het dorp.’

Je Maintiendrai: ‘De burgervader heeft vorige week afscheid genomen van den veldwachter, zijn schulden betaald, een afscheidsbrief geschreven aan den gemeente-secretaris en zich ’s nachts doodgeschoten. De volgende dag groot feest in het dorp: bij de ingang van het dorp hing een groot bord: Weer vleesch en vet zonder bon verkrijgbaar! Bij de begrafenis waren geen autoriteiten aanwezig; er werd geen grafrede gehouden.’

Gematigder

De twee volgende burgemeesters die Oostzaan had tot de bevrijding bleken een stuk gematigder dan De Bree. Een enkele uitzondering daargelaten werd het aanpakken van volgens de Duitse autoriteiten verboden handelingen voortaan overgelaten aan de (weinig coöperatieve) politie.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





2 gedachten over “De ondergang van een Oostzaanse fanaticus”

  1. Mijn oom Jan Porsius schreef ook in zijn memoires over de Bree. Hij had het over een iester van een vent die sliste. Hij had een wandelstok met een knop waarmee hij een joodse man mee op zijn kop sloeg. Zo ziek was hij. Toen hij zelfmoord had gepleegd op het kerkplein en het lichaam weg was. Waren er jongens die met hun klompen in de nog aanwezige bloedplas aan het dansen waren. Zo blij waten ze dat hij dood was. Uiteindelijk heeft hij ook de dood van Jan Middendorp een neef van mijn moeder op zijn geweten. De dood van de Bree was een opluchting voor velen, zelfs voor zijn vrouw.

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.