Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

De jacht op de laatste illegale zender (1)

Met de vrijheid in zicht was er in bezet Nederland nog maar één illegale zender in de lucht. En die werd opgejaagd door de nazi’s. In deze driedelige longread de dagboeknotities van marconist Jack Verhagen, die achtereenvolgens in Alkmaar (deel 1), Koog aan de Zaan (deel 2) en Zaandam (deel 3) maandenlang schuil- en zendplaatsen had.

Jacob (‘Jack’) Verhagen (1905) was van 1924 tot 1930 radio-officier bij Radio Holland. Daarna werkte hij als radiotelegrafist bij de PTT, bij Radio Scheveningen in IJmuiden. Tijdens de bezetting opereerde hij illegaal als marconist. Daarvan hield hij een dagboek bij, waarin ook met enige regelmaat zijn zendkameraad figureert, radiotechnicus Jan Zandbergen (1913). Zandbergen werkte voor de oorlog als technicus bij de Nederlandse Seintoestellenfabriek in Hilversum en bij de Rijksluchtvaartdienst. Vanaf 1941 was hij in dienst bij de PTT. Zijn baan daar als controleur bij de Dienst Luistervergunningen gaf hem de mogelijkheid om te spioneren ten bate van de geallieerden.

In april 1944 werden Jan en Jack aan elkaar gekoppeld en kregen ze via de Raad van Verzet een zender en ontvanger tot hun beschikking. Vier maanden later begonnen ze te zenden. Aanvankelijk proefuitzendingen met het hoofdkwartier in Amsterdam, vanaf Dolle Dinsdag met Eindhoven (gewest 18), dat inmiddels was bevrijd.

Jack Verhagen zette zijn zendavonturen op papier. In drievoud zelfs. Hij tikte een 64 pagina’s tellend verslag en bundelde dat in augustus 1945 in een boekje. Hij maakte daar vervolgens een samenvatting van. En daarna kortte hij die samenvatting weer in tot een nog sneller te lezen verslag.

Hieronder is deel 1 te lezen van het integrale verslag van zijn tijd in Alkmaar, zoals dat te vinden is bij enkele archieven. De lange tekst wordt afgewisseld met foto’s waarop marconist Jack Verhagen en radiotechnicus Jan Zandbergen te zien zijn, plus hun zendapparatuur en -locaties.

Jack Verhagen na de oorlog (NIOD).

Deel 1: Alkmaar

Dagboek van den radiozender Gewest XI

AAN MIJN VRIENDEN

Het was helemaal niet de bedoeling om mijn dagboek te publiceren. Ik dacht als de vrede weer over de wereld teruggekomen was, om in rust en stilte mijn aantekeningen nu en dan eens in te zien, om te genieten van de vele komische situaties, om ook de hachelijke uren nog eens te beleven. Ontegenzeggelijk verbergen vele aantekeningen een massa feiten en belevenissen, die slechts mijn collega en ik kennen, waar de outsider dus overheen leest en nooit dié sensatie zal ondergaan, die Jan en ik weer opnieuw beleven bij het lezen van die nuchtere regels.

Dus vrienden, als jullie dat voor lief neemt en mij dan tevens vergeeft, als ik na een ondervonden teleurstelling iets nijdigs schreef of na een succesvolle dag ietwat uitbundig was, dan wil ik gaarne proberen, dit beknopte overzicht van onze illegale activiteit in boekvorm te laten verschijnen en laat het dan een mooie en prettige herinnering mogen zijn aan de periode van succesvol verzet tegen de moffendwingelandij. Maar laten wij dan ook terugdenken aan de talrijke strijders, die hun leven gaven en laten wij nooit vergeten of vergeven de beestachtige methoden door de moffen toegepast, de vernedering, de uithongering, de martelingen die duizenden landgenoten ondergingen, laat het woord ‘Duitsch’ een synoniem zijn van de woorden Dachau, Belsen, Neuengamme…

Het verslag van de radiodienst behelst de voor ons meest interessante periode, nl. van September 1944 tot aan de bevrijding. Vóór September 1944 hadden wij de apparatuur reeds lang bedrijfsklaar, doch werd er nog weinig gebruik van gemaakt. Met het naderen van de geallieerde legers werd het radioverkeer steeds drukker en daardoor gevaarlijker. Verscheidene gewestelijke zenders werden door den vijand ontdekt en vele van onze collega’s gefusilleerd. Bepaald hachelijk werd de situatie in Maart en April 1945 toen bijna alle zenders gevallen waren en wij, behalve onze eigen telegrammen, ook het verkeer van de omliggende gewesten verzorgden. Aanhoudend door de moffen gezocht en bedreigd, verwerkten wij per maand bijna 8000 verzonden en ruim 6500 ontvangen codegroepen. Mijn collega en vriend Jan kreeg grijze haren van de vele zorgen om in deze periode zonder netspanning de zender, ontvangers, accu’s, laadinrichting, antennes, enz. bedrijfsklaar te houden. [Wormerveerder Kees] Beernink alias Rooie Kees stond hem hierbij trouw terzijde.

[Jan] Faber, onze code-officier, kreeg nog meer rimpels in zijn reeds zo gegroefde snuit toen hij, elke dag opnieuw, massa’s codegroepen te ontcijferen kreeg. Ik hield mij onledig door, meestal in mijn eentje, het verkeer met Allied Head Quarters af te wikkelen.

“Zij gaven alles om de radiodienst stand te doen houden.”

Intussen, vrienden, is de mogelijkheid lang niet uitgesloten dat jullie onder het lezen van het dagboek in slaap sukkelt of het geval niet belangrijk vindt, en daarom wil ik jullie een slag vóór zijn, en hier in deze inleiding speciaal de aandacht vestigen op de moedige en onzelfzuchtige houding van twee vrouwen, nl. de Moeder-Overste van het Alkmaarsche Ziekenhuis en Mevrouw [Agnes] Honig-Klinkenberg uit Koog aan de Zaan. Dit tweetal is een prachtige steun voor ons geweest, zij waren zich bewust van de gevaren waaraan zij blootstonden, zij gaven alles om de radiodienst stand te doen houden.

Laat dit genoeg zijn, ik lever jullie nu over aan het dagboek.

Jack.

Zendkoffer van Jack Verhagen en Jan Zandbergen (NIOD).

Volgens een mondelinge afspraak met het Hoofdkwartier (H.K.) van de verzetsgroep Orde Dienst (O.D.) zou ik bericht krijgen zodra de noodzaak zich zou voordoen om het radiostation van Gewest Elf (G-11, Noord N.H.) dag en nacht te bezetten. Zo’n bericht zou voor mij betekenen dat ik mij voortaan niet met tussenpozen, doch ten volle aan het illegale werk zou moeten geven en bijgevolg mijn burgerwerkkring wel vaarwel kon zeggen. De O.D. werd later met de andere verzetsgroepen verenigd en het geheel Nederlandsche Binnenlandsche Strijdkrachten (N.B.S.) genoemd.

Het bericht om permanent op het radiostation te komen, bereikte mij op Dinsdag 5 Sept. ’44. Ik meldde mij prompt ziek bij de P.T.T., na den vertrouwden controlerend geneesheer te hebben ingelicht. Toog daarop naar het opgegeven adres: Stationsweg 58, Alkmaar, trof daar den Heer [Wim] Vlotman, bewoner van het perceel en lid van de O.D., mijn collega’s Jan Zandbergen en Jan Koole, den codeofficier Faber en maakte daar geleidelijk kennis met meerdere O.D.-leden. Zou voorlopig op Stationsweg 58 mijn bivak opslaan.

Stationsweg 58, als gevolg van een hernummering na de oorlog Stationsweg 56 (Regionaal Archief Alkmaar, maker onbekend).

Er was nog weinig radioverkeer, het gewest Alkmaar, waartoe ons radiostation behoorde, had nog geen contact met andere gewesten; de in gebruik zijnde code leverde nogal wat moeilijkheden op. Jan Zandbergen, de radiotechnicus, had behoorlijke ervaring als telegrafist. Ik heb daarop in nauwe en prettige samenwerking met Jan Z. een aantal uitzendingen met gewest 10 (Amsterdam) tot stand gebracht, codemoeilijkheden met den C.O. Faber overwonnen, terwijl Jan Z. de zend- en ontvangapparatuur geleidelijk verbeterde. Ongeveer half September kunnen wij aan het H.K. berichten dat er een vlotte en betrouwbare radioverbinding bestaat tussen gewest 11 (Alkmaar) en een aantal andere gewesten.

Wij vermaken ons overigens wel op het zolderkamertje bij Wim Vlotman. Dik Daalder kwam eens binnen met zijn zakken vol handgranaten; terwijl wij de dingen bekijken en de werking en constructie ervan wordt verklaard, laat iemand plotseling de wekker aflopen, hetgeen enige schrik veroorzaakt, waarvan vooral Jan Z. blijk geeft, door de benen te nemen. Hij wordt door ons gelach weer gauw teruggelokt.

Enige dagen later neemt Jan Z. wraak door in de radiohut rustig een revolver te demonteren en wekte daarmee grote onrust op. Jan Koole draaide als een tol op zijn stoel rond en kon geen teken meer opnemen zolang Jan Z. met zijn revolver bezig was. Vlotman, Daalder en ik zaten met een mandje pruimen tussen ons in de zaak rustig aan te kijken.

“Het is geen kinderspel om een ’terroristen’-zender te bedienen.”

Wij onderhouden een regelmatige radiowacht, wisselen enkele berichten met andere gewestelijke zenders. Heb begin October een ernstig gesprek met Jan Z. Deze is van opinie dat wij niet volkomen veilig zijn op het zolderkamertje, dat de radiohut min of meer een plaats van samenkomst wordt en dat reeds te veel mensen weten of vermoeden dat er een radiostation aanwezig is. Ik heb aanvankelijk getracht om Jan Z. tot andere gedachten te brengen, maar kom toch ook meer en meer tot de overtuiging dat Jan gelijk heeft, dat het geen kinderspel is om een ’terroristen’-zender te bedienen, dat ons werk toch werkelijk een geheim moet blijven enz. en dat het geen overdaad zou zijn om met de apparatuur te gaan verhuizen.

Maar waarheen?

Wij leggen de kwestie aan het H.K. voor en aldaar is men ook van mening dat meer veiligheid gewenst is. Het zoeken van een ander geschikt onderdak wordt aan ons, Jan en mij, overgelaten. Wim Vlotman vindt het minder prettig dat wij zijn woning willen verlaten; hij zou gaarne zien dat wij tot de bevrijding op de zolderkamer bleven werken; doch safety first, en moeilijkheden als verwarming, slaapgelegenheid en last not least de arrestatie door de S.D. van de radioploeg Breda geven de doorslag. Toen het bericht van de arrestatie onzer Bredasche collega’s binnenkwam, bracht dit de noodzaak mee om onze apparatuur voorlopig veilig op te bergen, en de in gebruik zijnde code te laten varen. Wij kregen hierdoor volop gelegenheid om andere huisvesting te zoeken.

In deze periode valt ook de zwarte dag van Ursem, waar in een nachtelijk vuurgevecht met landwacht en Duitschers een zevental onzer mensen sneuvelde, waaronder Piet Wagenaar. Frans v/d Zijde werd gewond gevangen genomen en later in de tuin van de Ortskommandantur Alkmaar gefusilleerd. 4 man van de landwacht en ongeveer 10 Duitschers werden bij Ursem gedood.

Jan Z. zoekt intussen Alkmaar af, om een geschikt onderdak te vinden. Dit blijkt uiterst moeilijk te zijn, wij willen een pand hebben waar een behoorlijke doch onopvallende zendantenne gespannen kan worden, waar electriciteit is, slaapgelegenheid voor 3 of 4 man enz.

November 1944

Op aanraden van den heer J. Plas zullen we een bezoek brengen aan den Broeder Overste van de Sint Willebrordusstichting te Heiloo (tevens Duitsch Marine-lazaret). Dit gebouw voldoet aan al onze eisen en de zender zou daar volgens ons wel ondergebracht kunnen worden. Jan en ik dus naar de Br.Ov.

Wij worden door hem ontvangen en bespreken de mogelijkheden en moeilijkheden! Het feit dat een gedeelte van het gebouw als Duitsch hospitaal is ingericht, voelen wij niet als een bezwaar. Wat minder prettig aandoet, is het feit dat de gebouwen en terreinen door landwacht worden bewaakt en Br.Ov. vindt dit bezwaar onoverkomelijk; hij acht het gevaar voor de Stichting en de inwoners te groot. Hij adviseert ons om met den Heer Rector v. Hoek in overleg te treden, misschien kan Hr. Rector ons behulpzaam zijn. Jan en ik voelen echter het bezwaar om nog meer personen van onze plannen en werkzaamheden op de hoogte te stellen, doch stappen er tenslotte overheen, want een geschikt onderdak moet er toch komen.

Door de scherpe distributie van electriciteit gaat de stroomvoorziening voor een radiostation ook moeilijkheden opleveren, wij zijn echter meestal wel in staat een clandestiene aansluiting te maken. Een accubatterij van 60 V. is aanwezig, doch moet toch ook geladen kunnen worden.

Ontvang op 7/8 Nov. een circulaire van het H.K. met een nieuwe indeling van de functies bij de radiodienst, nl.
1. Chef marconist Verhagen
2. Marconist/technicus Zandbergen
3. Code-officier Faber
4. Marconist/administrateur Koole

Op 8 Nov. meldt Jan Koole zich ziek, diphtheritis, hij is dus voorlopig uitgeschakeld. Jan Z. en ik zijn intussen op bezoek geweest bij Rector v. Hoek van de Willebrordusstichting. Na veel en lang debatteren stuit onze huisvesting aldaar opnieuw af op de aanwezigheid van landwacht in het gebouw. De rector oppert evenwel de mogelijkheid om in het St. Elisabeth Ziekenhuis te Alkmaar te gaan werken en bezorgt ons een introductie voor de Moeder Overste. Met deze introductie in de zak en nieuwe hoop begeven wij ons in het pikdonker en stromende regen via een achteruitgang der Stichting naar mijn woning, waar we met warme pannekoeken op de potkachel gebakken worden ontvangen.

Toen volgde ons eerste bezoek aan de Moeder Overste van het St. Elisabeth Ziekenhuis. Wij worden ontvangen in kamer 2, en in een gemakkelijke fauteuil gezeten steken wij onze speech af en hoewel M.Ov. eerst wel vond dat wij veel van haar vroegen stond zij aan ’t eind der 1e bespreking niet afwijzend tegenover onze wensen. M.Ov. wil enige dagen bedenktijd nemen alvorens te besluiten, ziet nog vele bezwaren in de aanwezigheid van vele verpleegsters, dienstmeisjes, inwonend personeel e.d.

Wij áf, en prompt na 2 dagen terug in Kamer 2. Slagen erin de bezwaren (verpleegsters, dienstmeisjes e.d.) te ontzenuwen en M.Ov. besluit ons met de zender te huisvesten. Zij heeft een kamertje op het oog naast de röntgenafdeling, we moeten dan echter den betreffenden geneesheer inlichten, want bedoeld kamertje wordt door hem gebruikt. Alweer een tussenpersoon, in dit stadium echter niet te vermijden. Dus óp naar den dokter; hij ontving ons uiterst wantrouwend, de positie voor beide partijen was ook verre van gemakkelijk. Resultaat nihil – de dokter was erg geagiteerd, wij hadden er spijt van hem er in betrokken te hebben.

Wij vallen dus weer terug op M.Ov. en de kans op succes lijkt niet groot meer, doch wij houden vast en gelukkig laat M.Ov. zich ook niet ontmoedigen door het mislukken van de eerste poging. Zij komt nu met een nieuwe tussenpersoon, ach, dat is niet te vermijden! Natuurlijk komt het denkbeeld bij ons op om de hele radiofabriek bij Jan of bij mij thuis te monteren; dan hebben we geen tussenpersoon nodig; onze wederzijdse echtgenoten zijn moedig genoeg om zender + rompslomp onder te brengen, maar het is met de beroerde voedseltoestand onmogelijk om 4 man te voeden, bovendien is er geen slaapplaats (wij hebben beiden evacuees in huis) en geen electriciteit meer.

Wij strijken weer neer in kamer 2 en M.Ov. brengt dan Opzichter van het ziekenhuis, den Heer v. Hove binnen. Na enig aarzelen en tasten gaat v. Hove spijkers met koppen slaan. Onder onze gezamenlijke druk (v. Hove, Jan en ik) gaat M.Ov. er mee accoord om een badcel (Kamer Nr. 209) van het ‘Slot’, de woon- en verblijfplaats der nonnen, in te richten als radiokamer. Dit was van M.Ov. een moedig besluit! Een ’terroristen’ zendstation in het ‘Slot’, een gedeelte van het ziekenhuis dat immers voor alle burgerpersonen verboden terrein is! Onze warme dank aan M.O. en den Heer v. Hove.

Van M.Ov. krijgen wij een aantal raadgevingen, o.a. de meest geschikte tijden te kiezen om in en uit te gaan, het vermijden van ontmoetingen met nonnen, verpleegsters, dienstpersoneel etc. De nonnen te ontlopen blijkt uiterst moeilijk, wij wonen te midden van haar, moeten noodzakelijk wel eens in- en uitgaan, bovendien bewegen de nonnen zich nagenoeg geruisloos. ‘Ongewenste ontmoetingen’ met nonnen vinden dan ook al spoedig plaats, hetgeen wij direct aan M.Ov. melden. M.Ov. schrikt hier wel even van, maar neemt de juiste maatregel, nl. de nonnen toe te spreken en te zeggen dat mogen de nonnen dingen op het Slot ontdekken die hun vreemd voorkomen, dan moeten zij niets vragen of zeggen, doch naar M.Ov. gaan, die hun dan zal inlichten c.q. geruststellen.

Spoedig hebben Jan en ik zender en ontvangers, gereedschap enz. vervoerd van Stationsweg 58 naar kamer 209. Wij deden dit alles in de schemer, per fiets. Kamer 209 is nu badkamer áf, en wij hebben de sleutel. In recordtijd spannen we een antenne onder het dak van de kapeltoren, dus binnenshuis, moeten soms vluchten of ons verbergen voor plotseling verschijnende nonnen. Wij ondervinden veel medewerking van v. Hove en Jan weert zich geweldig in de hanebalken.

Het opstellen van onze 40 Watt zender en de ontvangers is ook weldra gebeurd, alles wordt echter zodanig gemonteerd dat binnen weinige seconden bij event. alarm de gehele installatie in een koffer kan verdwijnen en op zolder worden opgeborgen. Wij vinden daar ook een geschikte schuilplaats voor onszelf. Ik maak per radio spoedig verbinding met bevrijd gebied, Eindhoven, en we onderhouden regelmatig radioverkeer met Allied Head Quarters, Amsterdam, Haarlem, ’t Gooi enz.

“Wij promoveren het zeepbakje van het bad tot asbak.”

M.Ov. heeft intussen de badkamer bewoonbaar laten maken. 2 tafeltjes en 2 bedden worden er geplaatst; een mat op de stenen vloer en een schemerlampje maken het verblijf al aangenamer, wij promoveren het zeepbakje van het bad tot asbak, ik breng een klokje mee, de noodzakelijke toiletartikelen komen en v. Hove laat een flinke kist timmeren om een en ander in op te bergen.

De badkamer annex zendruimte in het Sint Elisabethziekenhuis in Alkmaar (Gemeentearchief Zaanstad).

Een der nonnen, Zuster Bertranda, wordt door M.Ov. in vertrouwen genomen, zij zal ons eten en drinken brengen en ons verzorgen. Zuster Bertranda wordt door ons omgedoopt in ‘Manna’. Wij spreken af dat M.Ov., de Hr. v. Hove en Manna het V-teken, ….-, op de deur zullen kloppen als zij binnen willen komen. De deur houden wij steeds op slot en andere klopjes die ook herhaaldelijk voorkomen (misschien nonnen die een bad willen nemen) laten wij ook onbeantwoord. Manna wordt onze goede vriendin, die na enige dagen al op goede voet geraakt met de pieptoontjes van zenders, niet boos is als wij as morsen of de bedden niet al te netjes hebben opgemaakt.

Wij leven en werken betrekkelijk rustig verder, in afwachting van de razzia op mannen van 17-40 jaar die spoedig in Alkmaar en omgeving verwacht wordt. Op 11 dec. ga ik naar huis om thuis mijn verjaardag (12 Dec.) te vieren, Jan neemt de radiodienst waar totdat ik terug kan komen.

En 12 Dec. werd de dag van de razzia! Een aardig verjaarscadeau van de Hunnen. Ik was thuis tamelijk veilig, had een goede schuilplaats gemaakt, waarin ik zelfs kon slapen als het nodig mocht zijn. Ik ben er dan ook goed doorgekomen. Nu Jan; hij werd om kwart over 6 gewekt door Manna met een nijdige serie V’s op de deur. Zij kwam vertellen dat de telefoonverbinding met de stad verbroken was, daaruit concludeerde Jan dat de razzia spoedig zou beginnen. Zijn eerste werk was zich aan te kleden en de radioapparatuur op te bergen; alle voorwerpen die niet tot een badkamer behoren, werden verstopt.

Manna bracht hem een zakje met boterhammen en sprak af dat zij zou ‘kuchen’ op de zoldertrap als de kust weer veilig was. Jan kroop in de schuilplaats op zolder, hoorde veel geschiet in de buurt van het ziekenhuis, maakte af en toe een inspectietocht op de zolder en hield zich verder rustig. Het was erg koud op de zolder. De Duitschers hadden om half 7 al orders gegeven dat alle deuren en ramen van het ziekenhuis gesloten moesten blijven en dat er niemand in of uit mocht gaan.

Het werd ’s avonds 6 uur voordat Manna op de zoldertrap stond te kuchen en Jan dus tevoorschijn kon komen. Vuil, verkleumd en hongerig komt hij naar beneden, krijgt van M.Ov. een goudreinet en de raad om een bad te nemen, hetgeen hij prompt doet. Beiden hebben we dus de razzia overleefd.

Ik ben, terwille van de veiligheid, nog enige dagen thuis gebleven, het was op straat niet veilig en ik hoorde herhaaldelijk dat mannen door de smerige landwachtleden werden ingerekend en aan de Hunnen uitgeleverd. Het was dus oppassen op straat. Ik ben op 15 Dec. van huis gegaan en bereikte veilig kamer 209, waarop Jan enige dagen naar huis ging.

Wij onderhouden een regelmatig radioverkeer zonder schokkende gebeurtenissen. Ik zal het verhaal nu in dagboekvorm voortzetten.

Zaterdag 23/12

Wij krijgen via Faber bericht dat het H.K. gevestigd in ‘Huize Westerlicht’ in de afgelopen nacht door S.D. werd omsingeld. De ingestelde huiszoeking in ‘Westerlicht’ bleef gelukkig zonder resultaat, hoewel het H.K. met alle rompslomp daarvan aldaar aanwezig was. Dit bewijst hoe nuttig de grote voorzichtigheid is die het H.K. steeds in acht neemt – zulks in tegenstelling met ons radiostation in de dagen dat we nog vanuit de Stationsweg 58 opereerden. Toen was de voorzichtigheid wel eens zoek, maar dat behoort gelukkig tot het verleden.

Huize Westerlicht aan de Alkmaarse Julianalaan (Regionaal Archief Alkmaar).

Wij verzenden telegrammen betreffende de overval naar Eindhoven en naar Amsterdam. Krijgen instructies de zender op te bergen en alleen te luisteren, delen dit ook mede aan Eindhoven en Amsterdam. De omgeving van het H.K. mijden wij natuurlijk. De zender verstoppen we op zolder, het plaatstroomapparaat verdwijnt in de linnenkamer der nonnen. De ontvanger met batterijen enz. doen wij na gebruik in een koffer, zodat alles klaar is om onmiddellijk verstopt te worden.

Met collega Jan de situatie besproken en wij besluiten om rustig in kamer 209 te blijven luisteren, de Kerstdagen naar huis te gaan, aangezien er toch niets te zenden is. Dus: X’mas at home.

Zondag 24/12

’s Morgens uitgeluisterd, wij worden niet aangeroepen. Krijg bericht dat er gisteren weer straatrazzia’s waren in Heiloo, met het advies om uit de buurt te blijven. Ben ’s middags naar neef Jan Verhagen gefietst en van daar naar Heiloo (Radio Centrale) getelefoneerd of de kust weer veilig is. Alles weer rustig, waarop ik naar huis ga. Jan sluit het radiostation, meldt ons af bij Manna en gaat ook naar huis voor de Kerstdagen, doch zal een- of tweemaal per dag even uitluisteren.

Maandag 25/12

1e Kerstdag. Helder vriesweer, op ondergelopen land wordt al druk geschaatst. Schaatsen voor dochter Helen opgediept en zij ook naar ’t ijs. Succes echter gering, schoenen zijn te slecht, heb helaas geen andere voor haar.

Een aantal brieven geschreven naar vrienden en kennissen een beetje geholpen in de huishouding, hout gehakt e.d. ’s Avonds een vals persoonsbewijs gemaakt met behulp van J. Plas. Ik ben nu burger van de gemeente Obdam en 41 jaar oud! Ik hoop dat ik er geen gebruik van behoef te maken.

Dinsdag 26/12

Nog helder vriesweer, geen wind, de kachel brandt nog lekker. ’s Middags met mijn vrouw op visite bij Wed. [Wilhelmina Engelina] Bakker, zij vertelde dat moffen 3 mud kolen en 1 mud tarwe bij haar weghaalden en dat zij, sinds haar man [Dirk Bakker] op 3/9/44 door NSB’ers werd vermoord, nog veel leed van moffen en NSB’ers ondervond. De NSB-burgemeester van Heiloo ontziet haar ook niet.

Ellendige geschiedenis, Dirk Bakker gaf zijn leven en redde door zijn zwijgen anderen. Hij wist o.a. ook dat ik een zender bediende, hij had voor accu’s gezorgd enz. Beroerd, dat ons H.K. na de overval bijna onbereikbaar is, wil de gebeurtenissen bij Wed. Bakker aan H.K. doorgeven. Zal er in ieder geval met collega Jan over spreken, die weet misschien wel raad.

Woensdag 27/12

Om 9.30 naar Alkmaar gefietst, collega Jan opgepikt en samen naar kamer 209. Geen bijzonderheden in het radioverkeer. Een 1 lamps-batterij-ontvanger van huis meegebracht met defecte lamp. Hersteld. Overal in de stad zijn biljetten aangeplakt met oproep tot aanmelding voor Duitschen arbeidsslaaf!

“Overal in de stad zijn biljetten aangeplakt met oproep tot aanmelding voor Duitschen arbeidsslaaf!”

Het wordt ook steeds onveiliger om op straat te komen voor mannen beneden 40 jaar. Jan en ik besluiten daarom zo snel mogelijk eens op tarwe en aardappelen uit te gaan, de voorraden zijn thuis erg klein. We zullen vanmiddag nog naar Dirkshorn fietsen, daar weet ik een adres voor aardappelen. De radiospullen verstoppen we op de bekende plaats op zolder. Bij terugkomst op de zolder komt juist een non uit de nabij gelegen linnenkamer. Jan snelt naar 209, wordt gezien, doch de non zegt niets, lijkt alleen erg verbaasd. Haar verbazing zou echter nog groter worden, zij stapte n.l. regelrecht naar het washok waarin ik gevlucht was. Ik hield krampachtig de deurknop vast en hield de deur zo gesloten. Na enige vergeefse pogingen om de deur van het washok te openen, gaat de non weer zwijgend weg. Ik nu naar 209, waar Jan door het sleutelgat alles had gezien en de grootste pret had.

’s Middags per fiets naar Dirkshorn, maar komen zonder aardappelen thuis. Wij ontdekken dichtbij Dirkshorn een vrij nieuw Duitsch peilstation, wij tellen 10 ontvangramen. Dit zaakje kan wel eens gevaarlijk worden voor ons en voor onze collega’s. Nemen positie en bijzonderheden goed op en besluiten dit geval per radio op te geven aan H.K. Eindhoven, dan zal het peilstation wel eens een beurt van de R.A.F. krijgen. Jan gaat naar huis, ik slaap in 209.

Jan Zandbergen (links) en Jack Verhagen (Gemeentearchief Zaanstad).

Donderdag 28/12

6 uur opgestaan, direct in het warme bad gestapt. Kamer opgeruimd, omroep beluisterd en op 100 M. uitgeluisterd. Blij, dat het Duitsche offensief in België en Luxemburg eindelijk tot staan komt. Manna brengt het ontbijt en 2 pakjes brood voor onderweg, want Jan en ik gaan vandaag naar boer Blaanboer [Pieter Blaauboer] in Kolhorn, misschien heeft hij tarwe voor ons. Jan om kwart voor 10 van huis gehaald, nemen een fles mee, misschien is er olie te koop. De wegen zijn erg glad, veel valpartijen onderweg, wij scheren en glijden gelukkig overal langs zonder vallen.

De jacht op olie mislukt. Bij Blaanboer eten wij ons brood op, tot ± 3 pm. gepraat over luchtvaart, zeevaart, politiek en oorlog en ieder voorzien van 80 pond tarwe tijgen we weer huiswaarts, d.w.z. Jan naar huis en ik naar 209. De fiets + tarwe in de garage gezet. Manna brengt een bord hete soep en wat brood. Nog wat geluisterd en schrijfwerk gedaan. 21.45 naar bed, behoorlijk moe van de moeilijke fietstocht.

Vrijdag 29/12

Word om ± 1 uur vannacht gewekt door hele serie’s …– op de deur geroffeld. Krabbel slaperig overeind en vraag wat er ‘loos’ is, laat dan Manna binnen; zij fluistert: “Er is beneden onraad, U moet direct naar de schuilplaats, ik zal nog even uitvissen wat er precies aan de hand is.”

Ik schiet snel wat kleren aan, bed rechtgetrokken, ontvanger met papieren in de koffer gestopt; klaar om naar de koude zolder te klimmen. Wacht nog even de terugkomst van Manna af. Zij komt weldra terug en vertelt dat er bij de hoofdingang enige moffen zijn die een gewonde zoeken die vermoedelijk hier binnengevlucht zou zijn na een schietpartij. Moffen nemen genoegen met de mededeling dat niemand het ziekenhuis is binnengebracht of -gekomen, vertrekken daarna weer. Ben toen weer heerlijk in bed gekropen, met het veilige gevoel, dat M.O. tijdig alarm laat maken. Voordat de Hunnen het ‘Slot’ betreden, zitten Jan en ik met de radioinstallatie al lang op de zolder verborgen.

Om 6.30 weer opgestaan, geschoren met een slecht mesje, kamer opgeruimd en ontbeten. Manna vertelt dat de non-portierster vreemden nooit direct binnen laat; onder motief dat ze de sleutel (die ze altijd bij zich draagt) gaat halen, maakt de non telefonisch alarm naar M.O. Deze wekt direct Manna, en Manna is dan spoedig aan het …- tikken op onze deur. De rust is gelukkig weergekeerd. Wacht nu de komst van Jan af en ga dan boodschappen doen en de tarwe naar huis brengen.

Er was weer eens een mensenjacht tussen Alkmaar en Heiloo, hetgeen mij noopte langs bospaadjes terug te keren. Om 3 pm. weer veilig in kamer 209 met Jan. Wij moeten op straat toch duivels goed oppassen. En binnenshuis ook, want wij ontdekken een Duitsche radioauto die langzaam rijdend het ziekenhuis passeert en kennelijk jacht maakt op onze zender! Gelukkig wordt er door ons niet uitgezonden, anders zou dit wel eens mijn laatste aantekening kunnen zijn in dit dagboek. Wij handelen snel, alle toestellen zijn binnen enkele ogenblikken verdwenen, cel 209 opgeruimd en per fiets achter de auto aan. Grijnzend trappen wij voort, de radioslee verdwijnt in de richting Dirkshorn! Als de R.A.F. iets voor ons voelt is dit jullie laatste rit, heren Hunnen.

Direct na terugkomst stel ik een bericht samen omtrent het Duitsche peilstation onder Dirkshorn, kan het H.K. niet bereiken en zal het bericht dus op eigen verantwoording verzenden. Breng het volgende telegram naar de C.O.: H.Q. g 18 from Chief radio g 11= Radio Service threatened bij german radio bearing station stop position as follows moving from Dirkshorn in Southerly direction along road leading to Oudkarspel some 550 yards outside Dirkshorn boundary and 35 yards east of this road stop newly erected bearing station recognizable by two low red brick buildings black flat roofs on which ten circular d[irection] f[inding] aerials.

Nu maar afwachten, ga om 10 uur naar bed. Jan is naar huis gegaan.

Zaterdag 30/12

Sta om half zeven op en neem eerst een heet bad, Manna brengt om 8 uur het ontbijt, echt hemelbrood. Zender en ontvanger van de zolder gehaald en opgesteld. Het plaatstroomapparaat staat in de linnenkamer, hoor daar echter enige nonnen spreken, moet dus even wachten. Om 9 uur is het daar stil en ik sluip geruisloos de linnenkamer binnen. Wel geruisloos, maar niet onzichtbaar daarom! Was bezig het P.S.A. [plaatstroomapparaat] los te wurmen, toen ik gestoord werd: licht kuchen van een non, die vanaf een rustbed met verbaasde blikken naar mij lag te kijken! Hoewel mijn aanwezigheid op de linnenkamer nu geen geheim meer was, nam ik toch maar de benen, want het is beter dat de nonnen niet weten wat ik daar kwam zoeken. De non op het rustbed was en bleef sprakeloos, ik ook. Hoewel ik, het komische van de situatie aanvoelend, niet kon nalaten tegen de non te glimlachen, vertrok zij geen spiertje.

“Was bezig het P.S.A. [plaatstroomapparaat] los te wurmen, toen ik gestoord werd: licht kuchen van een non”

Om 10 uur komt Jan de trappen op sluipen, hij kon ook niet ongestoord 209 bereiken. Ik had hem al horen debatteren met een dienstmeisje, dat hem vertelde dat hij op de nonnenafdeling niet mocht komen. Jan begon te liegen, dat hij de lift moest nazien en vroeg glashard waar de ingang naar de lift was. Dienstmaagd overrompeld, begon hem uit te leggen welke deur hij in moest gaan enz. Hij bereikte daarna ongestoord kamer 209.

Om 10.20 verschijnt Manna met 2 koffie, ik vertelde haar het drama met het P.S.A., waarop zij prompt de linnenkamer binnenstapte en sjouwend met het zware ding terugkwam. Manna is onbetaalbaar. Heb toen spoedig verbinding met A.H.Q. gemaakt en berichten betreffende het Duitsche peilstation bij Dirkshorn overgeseind. Om 2 uur sluiten wij de radiodienst om oud en nieuw thuis door te brengen. ’s Avonds een boom langs de Kanaalweg omgezaagd en per handwagen naar huis gesjouwd.

Dinsdag 2/1/1945

Om 10 uur in kamer 209 aangekomen, spullen van de zolder gesleept en radiodienst weer geopend. Had 31/12 en 1/1 rustig thuis doorgebracht; uit wat tarwemeel, olie en appelen heb ik thuis op de potkachel appelflappen gefabriceerd. Om 10.30 komt Manna met de koffie, en na wederzijdse nieuwjaarswensen vertelt zij dat wegens gebrek aan theesurrogaat de thee ’s middags en ’s avonds zal moeten vervallen.

Even later weer een V tikje op de deur en wij laten M.O. binnen, die ons, met het oog op de volgens haar zeer gevaarlijke radiozenderij, persoonlijk haar beste wensen voor 1945 komt brengen, dat wij er heelhuids door mogen komen, enz. Daarna een geanimeerd praatje over de oorlog, wij geven haar de koppen van het nieuws en M.O. lost weer op in het grote gebouw.

Enige telegrammen van A.H.Q. ontvangen en bij de C.O. bezorgd. Om 9 pm komt Manna toch nog met een kop thee, vermoedelijk de laatste. 21.30 naar bed.

Woensdag 3/1

Om 7 uur opgestaan, opgeruimd en ontbeten. Om 08.30 naar de C.O. om telegrammen uit te wisselen. 10.30 komt Jan binnen en vertelt dat de landwacht hem gisteravond wilde aanhouden, doch dat hij gelukkig per fiets in ’t donker kon ontkomen. Hij reed het trottoir op, torpedeerde in zijn haast 2 dames, maar kwam veilig thuis. Het wordt intussen steeds moeilijker om over straat te gaan.

Het H.K. laat, na de overval op 23/12, weinig van zich horen, wij beschikken slechts over een langzaam schriftelijk contact met H.K., zodat wij bijna altijd gevaarlijke paperassen bij ons hebben als wij naar de C.O. gaan. Om 14.30 brengt de Hr. v. Hove een telegram binnen en vertelt tevens dat we vanaf morgen in de kou zullen zitten, de kolen geraken op! Nog enige correspondentie met Eindhoven, duik daarna om 21.30 mijn bed in, genietend van de laatste dag met verwarming.

Donderdag 4/1

Sta om 7 uur op, de centrale verwarming is inderdaad afgezet. Alles is erg koud, de betegelde muren, de granieten vloer, brr.

Manna brengt het ontbijt met een kop hete thee. Jan neemt de radiowacht en is al spoedig in verbinding met Eindhoven. Ik grasduin een beetje in de administratie, het is te koud om te schrijven, schei er maar gauw mee uit. Ga in de namiddag maar naar huis om morgen, de 66ste verjaardag van mijn vader, thuis te zijn. Ik blijf het weekend thuis, Jan neemt de dienst alleen waar.

Zondag 7/1

We hadden thuis pap uit de centrale keuken. Est bakte er wat aardappels bij, hadden zodoende nog een dragelijk maal. Ik hoor bij mijn buren vertellen dat er gister een radiostation bij Dirkshorn door Engelsche vliegers werd aangevallen. Direct op de fiets naar Alkmaar gegaan en telefonisch bij mijn neef Jan Verhagen geïnformeerd naar bijzonderheden. Inderdaad is het Duitsche radiopeilstation waarover wij telegrafeerden (zie Vrijdag 29/12/44) grotendeels vernield. Duitschers waren bezig uit de puinhopen nog iets van hun radiotoestellen te bergen! Mijn eerste werk was om een berichtje te verzenden over de resultaten van de vliegeraanval op ons vijandelijk radiostation, met een bedankje voor de vlotte Service!

Maandag 8/1

Vandaag is het de laatste dag voor de aanmelding als ‘Hunnenslaaf’. Ik ga om 10 uur per fiets van Heiloo naar Alkmaar om Jan af te lossen. Moet echter terug, want er is weer mensenjacht bij de ‘muur’ nabij Alkmaar. Bereik toch via de bospaden onze hut in kamer 209. Vind daar Jan, blauwbekkend van de kou, met koptelefoon op. Wij zijn blij als Manna met een bord grauwe erwten en aardappelen komt, we kikkeren er even van op.

Wij gaan ’s middags naar de C.O. en vinden daar een boodschap van het H.K. om proefuitzendingen vanuit Zaandam op 28 M te beluisteren. Wij spreken met Zaandam af om op Vrijdag a.s. 10.30 uit te luisteren. Jan gaat de ontvanger ombouwen voor 28 M ontvangst.

Ik doe enige vergeefse pogingen om een electr. kachel (125 W) op te diepen. Krijg wel een toezegging van fam. Joosten uit Café ‘Kinheim’. Geef, ondanks de kou, Jan Engelsche les. Manna komt om 9 uur met een kop hete koffie, waarna Jan en ik gauw onder de wol kruipen, we zijn steenkoud, maar kunnen niet nalaten tegen elkaar te grinniken, beiden denken wij aan de aan flarden geschoten richtingzoekers bij Dirkshorn.

Dinsdag 9/1

Wij kruipen om half 8 met tegenzin uit bed; maar laat ik niet verder over de koude zwetsen, het wordt eentonig en ik word er nog kouder van. Jan prutst nog wat aan de k.g. ontvanger, ik doe af en toe pogingen om contact met A.H.Q. te maken, doch zij hebben het er te druk. Bovendien zakt mijn werklust met de thermometer!

Manna, onze goede fee, komt met een warmwaterstoof aandragen, we houden nu in ieder geval warme voeten. Jan gaat even naar huis en zal tevens trachten de electrische kachel te krijgen die mij gisteren beloofd werd. Jan komt inderdaad boven water met een klein ding, dat wij snel aanzetten. Manna haalt tegen de avond de warmwaterstoof weg, die moet echt naar een ziekenzaal. Gaan verder met de Engelsche les en om 9 uur naar bed. Laten de electr. kachel vannacht aanstaan, wat een weelde!

Woensdag 10/1

Na het ontbijt komt M.O. even aan, bewondert onze miniatuur straalkachel, vertelt dat er eerdaags weer wat kolen komen, dan zal de centrale verwarming 2 of 3 dagen per week gestookt worden. Geven M.O. de laatste nieuwsberichten. Maak verbinding met Eindhoven, daarna gaat Jan nog iets aan de Ontvanger prutsen.

Manna bracht vanmiddag een bord erwtensoep en rode kool met aardappelen. ’s Middags gaan we even de stad in, berichten naar C.O. gebracht, thee gedronken bij Jan thuis. Hij neemt wat gereedschap en onderdelen mee om het P.S.A. te verbeteren. Hebben de gehele avond aan het P.S.A. gewerkt en de administratie bijgehouden. De centrale verwarming wordt ’s avonds aangezet, waardoor het verblijf heel wat aangenamer wordt. Gaan om 21.30 naar bed, nadat ik nog enige telegrammen naar G-18 gezonden heb.

Donderdag 11/1

Door de verbeteringen aan het P.S.A. is de zender iets krachtiger geworden, wij maken zeer vlotte verbindingen met Eindhoven e.a. Ik ga vanmiddag naar huis, tot Zaterdagmorgen, Jan zet de zaak voort. In het Heilooër bos wat hout gezaagd, er staat bijna geen boom meer, ondanks toezicht van Jan Hagels, die inderdaad nog wel eens schieten ook. Ik zeil er met mijn handwagen veilig tussendoor.

Vrijdag 12/1 weer wat hout gehaald, vermoedelijk wel voor ’t laatst, toezicht wordt te scherp, nu het hout haast op is!

Zaterdag 13/1

Ga om 8.30 per fiets van Heiloo naar Alkmaar. Bemerk in de verte onraad, d.w.z. soldaten midden op de straatweg en er is geen enkele tegenligger op mijn weg. Draai om en zal teruggaan naar Heiloo, maar het is niet meer nodig, vanachter het struikgewas richten moffen de geweren op mij en enige anderen en wij moeten doorgaan naar Alkmaar. Wat een ellendig gevoel om zo bewust in de Hunnenfuik te lopen. Ik kan wel huilen, maar vertrouw verder maar op mijn valse persoonsbewijs, een vrijstelling van P.T.T. heb ik niet gekregen. Heb onderweg mijn zakken nagegaan en ‘verkeerde’ papieren, waaronder een lijstje met roepletters, vernietigd, mijn koffertje met defecte ontvanger en enige boeken van Churchill houd ik echter bij me.

“De gehele tuin is steeds omsingeld, er is geen ontsnapping mogelijk.”

Ik word nu met vele anderen in de tuin van een villa gedreven, vrouwen en kinderen eveneens. Ontmoet o.a. als medeslachtoffer Jan Plas, mijn buurman en diens ondergedoken zwager. Om half 12 wordt de mensenjacht gestaakt en de vrouwen en kinderen kunnen vertrekken. De gehele tuin is steeds omsingeld, er is geen ontsnapping mogelijk. Een aantal Nederl. agenten helpen de moffen. Een groot aantal mannen beneden de 40 jaar wordt vastgehouden, en mijn vals P.B. sleept mij erdoor. Ook Jan Plas komt er uit. Ga nu snel door naar Alkmaar en kom om kwart voor 1 in kamer 209 aan, waar Jan erg ongerust op mij zit te wachten. Ben natuurlijk te laat voor de k.g. proeven met Zaandam. Jan heeft van alles geprobeerd, doch Zaandam (ZNS) niet gehoord. Zullen opnieuw een afspraak maken.

Zondag 14/1

Rustige dag met enig radioverkeer. Ben nog vergenoegd dat het Obdammer P.B. zo keurig functioneerde gisteren. Wissel enige telegrammen uit met de C.O. en slaag er in om een ‘echte’ straalkachel voor 125 Volt machtig te worden. Nu is het koude-probleem van de baan.

Vanavond om half tien een heerlijk bad genomen, schoot om 10 uur mijn bed in.

Maandag 15/1

Om 7 uur opgestaan, een klein wasje (wat ondergoed) gedaan, ontbeten en er ontwikkelt zich een vrij druk radioverkeer met Eindhoven. Ik ga om half 12 even naar de kamer (32) van den Heer v. Hove om een accu te halen. Tref het al heel ongelukkig, want een non en een dienstmeisje komen juist de trap op. Zie nog kans om ongezien het werkhok te bereiken en zet mij schrap tegen de deur, want non + dienstmeisje koersen recht op het werkhok af. Zij doen enige vergeefse pogingen om binnen te komen en zeggen tot elkaar hoe vreemd zij het vinden dat de deur niet open kan. De non gaat M.O. halen en ik maak van de gelegenheid gebruik om de gebeurtenissen verder af te kijken. Tot mijn grote verbazing hoor ik Jan spreken met de dienstmaagd, hij moet zgn. naar de liftkabels kijken en komt de zoldertrap op, waar hij mij weer ontdekt. We hebben moeite om niet hardop te lachen, M.O., de non en het dienstmeisje staan nu in het werkhok en niemand (behalve M.O.) begrijpt waarom nu de deur plotseling wel opengaat. Even later is de kust veilig en M.O. ziet ons lachend weer vertrekken.

Nog naar C.O. geweest, nog wat berichten van en naar Eindhoven, ga dan om 10 uur naar bed.

Dinsdag 16/1

Om 7 uur naar B.B.C. geluisterd, het oorlogsnieuws wordt weer veel gunstiger. Geef het belangrijkste nieuws aan Manna. We zullen om half elf weer proeven nemen met ZNS op 28 M en op 20 M, die op een mislukking uitdraaien, geen spoor van ZNS gehoord. Spreken telefonisch met ZNS af dat ik morgen naar Wormerveer zal komen om tot een goed regeling te komen.

Ga in de namiddag naar huis, Jan verzorgt het vrij drukke verkeer met G-18.

Zandbergen en Verhagen aan het werk (Gemeentearchief Zaanstad).

Woensdag 17/1

Om 12 uur per fiets naar Wormerveer vertrokken, zal daar in Ampèrestraat 10 ‘Ampi’ [Kees Beernink] ontmoeten en den marconist van ZNS. Half 2 aangekomen en vind daar o.m. den Hr. [Rob] v. Straaten van het H.K. Verschillende radiokwesties besproken en tot de beslissing gekomen om de 20-28 M proeven te staken, de zenders en ontvangers om te bouwen voor 80-100 M en op 95 M de radiocorrespondentie te gaan afwikkelen.

De veranderingen aan de apparatuur zullen onder toezicht van Jan komen, die dus enige dagen zijn tenten in Wormerveer zal moeten opslaan. Om 4 uur weer huiswaarts, onderweg goed opgelet om niet nogmaals bij een mensenjacht te worden opgepikt. Ruim 5 uur thuis, en hoor daar dat ’s middags onze vriendin Toet met haar zuster uit Amsterdam zijn geweest om wat eten in te slaan. Hebben haar zo goed mogelijk geholpen.

Toet + zuster komen wegens bandenpech om 8 uur weer teruglopen. Gezamenlijk bij de buren op visite, een beker heerlijke erwtensoep genuttigd en thuis nog wat zitten kletsen, bijna half 1 naar bed. Toet en Emmy slapen op het bedje in de schuilplaats.

Donderdag 18/1

Om 9 uur van Heiloo naar Alkmaar vertrokken en veilig in 209 aangekomen. Met Jan de zaak Wormerveer besproken en hij zal daar een paar dagen heengaan. Hebben enig radioverkeer met Eindhoven, de ontvangst is vandaag povertjes. Weinig bijzonderheden. Ga om 10 uur naar bed, het is te koud om te schrijven.

Vrijdag 19/1

7 uur opgestaan, stormweer buiten. Jan zou vandaag naar Wormerveer gaan, doch stelt fietstocht een dag uit. Hebben moeilijke verbinding met Eindhoven, het is bijna niet te horen. Geen bijzonderheden, ga om 9.30 naar bed, het is koud ondanks de electrische kachel, ik zal aan Manna vragen om een extra deken.

Zaterdag 20/1

Vanmorgen weer geen mooie verbinding met Eindhoven, hoewel iets beter dan gisteren. Er ligt een paar cm. sneeuw, en het sneeuwt nog. Ga vanmiddag naar huis en als er niets bijzonders gebeurt, blijf ik thuis tot Maandagmorgen.

De Russen maken grote vorderingen, staan nog slechts 100 KM van Breslau en dringen O. Pruisen binnen. Om half een komen er nog enige telegrammen voor Eindhoven, dat wordt een heel karwei met de slechte verbinding vandaag. Even na 1 uur het vertrouwde V tikje van Manna met ‘dinner‘. Ik laat haar snel binnen en ga verder met de correspondentie voor Eindhoven. Manna verdwijnt geruisloos en ik verzuim de deur achter haar te sluiten. En natuurlijk blijft dit niet ongestraft! Een half uur later gaat de deur open en stapt een non binnen, die mij ‘op heterdaad betrapt’. Wat zij denkt, weet ik niet, maar zij zag een kerel in pull-over, een seinsleutel in zijn hand, telefoon op zijn kop en een aantal gloeiende lampjes om zich heen! Voordat ik tijd had om een leugentje te lanceren om mijn aanwezigheid in de nonnenbadkamer te rechtvaardigen, had zij zich omgedraaid en kennelijk verbaasd en geschrokken verdween zij. Ik sloot snel de deur achter haar – als het kalf verdronken is, dempt men de put. Waarschijnlijk gaat zij linea recta naar M.O., dan loopt de zaak met een sisser af en kan ik een verdiende reprimande incasseren.

Om 2 uur sluit ik de zaak en berg de apparatuur op de zolder, Jan is al in Wormerveer aangekomen, ik ga naar huis tot Maandag.

Maandag 22/1

Ben om 9 uur weer present en tuig zender en ontvanger op. Zal eerst een verbinding met Eindhoven maken en dan proberen om verbinding met Jan in Wormerveer te maken. Prompt op de afgesproken tijd hoor ik op 100 M Jan seinen, JVZ de ZNS grk? De zender is goed, een beetje beverig geluid en iets te veel gekoppeld. Samen brengen wij ZNS op 95 M en de marconist van ZNS komt ook even aan de sleutel. Wij spreken af voor 10.30 morgen. Dat is nu in orde en Jan zal wel weer spoedig terugkomen naar Alkmaar, de radioverbinding met de Zaanstad kan functioneren.

’s Middags naar huize Westerlicht gegaan, het voormalige home van het H.K., en aldaar een van onze accu’s weggehaald. Morgen kan ik de tweede komen halen. De omroepberichten melden o.a. de val van Insterburg en Allenstein in O. Pruisen. De Sovjets doen het goed. Na de sensationele bevrijding van Frankrijk en België en Zuid Nederland vallen nu weer de grote klappen in het Oosten. Zo brokkelt het Hunnenbolwerk geleidelijk af.

Om half 9 komt Manna vertellen dat de stad Alkmaar geheel is afgezet, niemand kan er in of uit. Ik zal de radiospullen in de koffer pakken, klaar om bij alarm alles op te bergen, ook mijzelf. Ga om half 10 naar bed, wij leven toch wel op een vulkaan. Wanneer raken wij die rot-Hunnen kwijt? Het wordt hoog tijd. Laat ik er mij niet verder in verdiepen, en rustig gaan slapen. Mosquitoes snorren door de lucht. Zou graag eens zo’n vlucht willen meemaken.

Dinsdag 23/1

Om half 7 op en om 7 uur languit in ’t bad. Wat een weelde; het doet me goed dit nog te hebben in deze ellendige tijd, waarin wij ons nu bijna alles moeten ontzeggen. Helen zou vandaag naar school gaan om wat huiswerk te halen, maar ze heeft geen schoenen meer, kan de deur niet meer uit. De schoenmaker werkt nog wel, maar waar haal ik boter of zoiets vandaan…? Dat heb ik niet en dan dus ook geen schoenzool. Klompen ook niet verkrijgbaar voor ons. Ik zal toch eens een beroep op ’s schoenmakers hart doen, wie weet.

Jan komt om 10 uur binnenzeilen, was gisteravond uit Wormerveer gekomen. Om 10.30 kan hij zelf het resultaat van zijn werk beluisteren, want ZNS meldt zich op tijd. Heer v. Hove komt een uurtje praten bij ons in 209. Er was gisteren inderdaad weer mensenjacht, het is geweldig oppassen. Enfin, ik heb rustig geslapen in 209 en de installatie stond ingepakt.

Verbinding met Eindhoven is vandaag weer als vanouds. Eindhoven nu veel sterker dan de laatste 2 of 3 dagen. Geen bijzondere dingen

Woensdag 24/1

Een dag zonder evenementen, M.O. komt een praatje maken. Het offensief in O. Duitschland en Polen maakt overal diepe indruk, Manna vertelt dat zij twee religieuze medailles in onze hut verstopt heeft die ons verder tegen alle gevaren zullen beschermen. Als wij ze vinden, mogen we ze behouden en moeten die altijd bij ons dragen. De radiohut wordt ‘omgekeerd’ en eindelijk, van onder een poot van het bad, komen de medailles tevoorschijn. Good old Manna.

Enige berichten naar Eindhoven geseind en ’s middags weinig te doen gehad. Gisteravond was er opnieuw mensenjacht in Alkmaar.

Donderdag 25/1

Om 8 uur opgestaan, het is erg koud in 209, de electrische kachel is bij deze strenge vorst lang niet voldoende. Om half 11 nog even met ZNS in Wormerveer getest. ’s Middags naar huis gegaan, ondanks de nu bijna dagelijkse straatrazzia’s.

Vrijdag 26/1

’s Avonds om half 8 wordt er vlakbij ons huis geschoten en even later komt een jongeman bij de buren binnenvluchten. Tijdens een mensenjacht in Heiloo zag hij kans te ontvluchten, ondanks het schieten van 2 moffen. De buren verstoppen hem voorlopig in het kippenhok. Om half 10 neem ik hem mee naar huis en hij brengt een rustige nacht door in mijn geriefelijke schuilplaats, hij vertelde later dat hij heerlijk geslapen had.

Het St. Elisabethziekenhuis in Alkmaar, 1929 (Regionaal Archief Alkmaar).

Zaterdag 27/1

Om 9 uur verdwijnt de vluchteling weer en ik ga even later naar Alkmaar, goed uitkijkend want het is werkelijk gevaarlijk op straat. Alles ligt dik onder de sneeuw en het vriest 11 graden. In 209 is Jan present, het is er bar koud. De verbinding met ZNS mislukt vandaag. ZNS was de laatste dagen toch al erg slecht.

Jan seint nog wat met Eindhoven, er is weinig verkeer. Wij zullen vanmiddag de zender opbergen en naar huis gaan tot morgenochtend. Het is geen pretje in de koude stenen badkamer. ’s Avonds gezellig bij de buren, Est bakte haardkoeken, Jan Plas was er ook.

Zondag 28/1

Vanmorgen al bijtijds op de fiets geklommen en naar 209. Een koude, ongezellige dag met weinig radioverkeer.

“Vandaag is mijn vriend Sem jarig, ondergedoken somewhere.”

Vandaag is mijn vriend Sem jarig, ondergedoken somewhere, enfin het kan niet zo lang meer duren of hij houden thuis weer een prettige avond met Toet en Sem. ’s Avonds nog wat telegrammen, mijn vingers zijn haast te stijf om ze over te seinen.

Maandag 29/1

Het is prachtig winterweer, heldere lucht, weinig wind, er ligt veel hard bevroren sneeuw. Vandaag de fietstocht naar Zwaag ondernomen, misschien is er iets te krijgen. Door bandenpech ’s nachts in Hoorn gebleven. Jan neemt de radiowacht waar.

Dinsdag 30/1

Hevige sneeuwbuien, wind gaat naar ZW, kracht 6-7. Moeilijke fietstocht van Hoorn naar Zwaag. Bij fam. ter Hofstede gegeten, kreeg een kleine kaas mee, ook wat groenten, ’s middags weer terug van Zwaag via Hoorn naar Alkmaar. Een koude, moeilijke fietstocht, de wegen zijn moeilijk begaanbaar, sneeuwbanken. Kom om 7 uur doodmoe in Alkmaar, ga direct naar 209 en vroeg naar bed.

Woensdag 31/1

Nog weinig radioverkeer, ga na het eten naar huis, Jan zet de radio voort tot Vrijdagavond. Wij krijgen 1x per week twee broden van de O.D. via den Heer J. Wagenaar. Ga die oppikken en daarna naar huis, waar de broden erg welkom zijn. Overal langs de wegen ziet men honderden trekkers, ik hoop dat de moffen dit ook eens moeten doen.

Vrijdag 2/2/45

Om half 10 vanmorgen weer per fiets naar 209 in Alkmaar. De weg is veilig vandaag. Jan is ook aanwezig en zit plannen uit te broeden om een nieuwe en iets krachtiger zender te bouwen. Maar de materialen! Ik weet nog een zendlamp, MC 1/50, machtig te worden. Neef Jan. V. die ons reeds herhaaldelijk hielp, wil ook de zendlamp afstaan en ik breng de lamp spoedig naar 209, laat Jan voorlopig nog broeden, die zender komt wel. Maak de gebruikelijke verbinding met A.H.Q. en wij luisteren regelmatig uit. ’s Avonds in het bad en 10 uur naar bed.

Zaterdag 3/2

Tegen 11 uur een tikje op de deur van 209 en ik laat M.O. binnen. Zij komt vertellen dat er onraad is, moffen zijn momenteel huiszoeking aan het doen in de machinekamer en wij moeten er rekening mee houden dat het gehele gebouw doorzocht kan worden. Berg direct de radiospullen veilig weg en wacht in 209 de bui maar af. Ik krijg van Manna wel bericht wanneer ik de benen moet nemen.

De aanleiding tot de moffeninval in het ketelhuis en de machinekamer was een ontvluchte jongen die bij een straatrazzia vanmorgen was opgepikt en vlakbij het ziekenhuis zijn kans schoon zag en niet aarzelde. Ondanks veel geschiet door de moffen wist hij te ontkomen. De achtervolgers beweerden dat de vluchteling de machinekamer was binnengegaan en daar wist men van niets. De knaap was er inderdaad niet. De kortzichtige, teleurgestelde en bovenal sadistische moffennatuur kan natuurlijk het sportieve in zo’n vluchtpoging niet naar waarde schatten en de gangsters vergrepen zich toen aan het ziekenhuispersoneel en eigendommen.

De heer v. Hove en zijn machinist werden mishandeld en meegevoerd. Een viertal auto’s van doctoren, een voorraadje olie en benzine en last but not least 5 accu’s + laadinrichting van ons radiostation werden inbeslaggenomen. Toen de Hunnen vertrokken waren, begon ik direct de inbeslaggenomen accu’s weg te slepen, doch toen bleek dat een der machinisten met zijn leven aansprakelijk gesteld was voor het materiaal heb ik de zaak voorlopig laten staan. Collega Jan ingelicht en ’s avonds ook Jan Plas. Jan Plas wilde gewapenderhand alle geconfisqueerde spullen terugpikken, maar dat voorstel heb ik afgewezen in verband met eventuele moffenmaatregelen tegen het ziekenhuis.

Wij schudden de zorgen voorlopig van ons af, zullen Maandagochtend wel verder zien. Zaterdagavond weer een gezellige avond gehad bij fam. Kueter, Est bakte haardkoeken. Een klein feestje. Zondag thuis doorgebracht.

Maandag 5/2

Vanmorgen met Jan naar 209. We horen al spoedig dat de Heer v. Hove en de machinist weer terug zijn. Wij bespreken de zaak met v. Hove en bieden hem aan om alle inbeslaggenomen goederen te laten weghalen en het personeel, dat nu gedwongen zou worden om onder te duiken, hiermede behulpzaam te zijn. Bovendien zeggen wij hem dat, hoe hij ook over het geval denkt, wij de radiospullen in ieder geval gaan weghalen.

V. Hove zegt dat er onderhandelingen gaande zijn met de moffen en vraagt ons het resultaat hiervan eerst af te wachten. Jan en ik gaan hiermee accoord. Wij doen ons radiowerk, verder geen incidenten. We zijn uiterst waakzaam, verwachten Duitsche maatregelen vanwege de gevonden radiomaterialen.

Dinsdag 6/2

Wij krijgen in de loop van de ochtend een bericht van het A.H.K. dat wij voorlopig niet meer moeten zenden, alleen luisteren naar event. blind uit te seinen berichten. De zender blijft dus opgeborgen. Jan blijft vandaag uitluisteren en ik ga naar huis.

Even buiten Alkmaar staan weer moffen die voorbijgangers aanhouden en sommige vasthouden. Ik heb het geval tijdig in de gaten en ga terug en langs een bospad opnieuw naar Heiloo. Bij het gemeentehuis word ik echter aangehouden en de moffen nemen nogmaals genoegen met mijn vals persoonsbewijs. Verschillende lui beneden 40 jaar worden helaas ingerekend. Ik was bar gelukkig dat mijn koffertje niet opengemaakt werd, want daarin waren weer een klein ontvangtoestel en 2 boeken, geschreven door niemand minder dan W.S. Churchill! Wel eigenaardig dat ik bij de aanhouding in ’t geheel niet opgewonden was, ach, Jan en ik leven voortdurend op een vulkaan.

Woensdag 7/2

De code-officier, Faber, komt met de mededeling dat ik morgen, Donderdag, het H.K. moet opbellen in verband met een mogelijke verplaatsing van het radiostation. Faber, Jan en ik komen ’s middags bij elkaar in de Rozenstraat en bespreken het voor en tegen van een verplaatsing. Ons H.K. is sinds de overval in Dec. in de Zaanstreek gevestigd en het ligt voor de hand dat het radiostation bij het H.K. ondergebracht wordt. Dit zou betekenen dat wij dus ook naar de Zaanstreek zouden verkassen en onze gezinnen zouden moeten achterlaten. Voor Jan is dit erg moeilijk, daar zijn vrouw over plusminus een maand een baby verwacht.

Wij komen overeen dat Faber en ik bereid zijn naar de Zaanstreek te komen, dat Jan enige dagen meegaat en dan terug naar huis en na de geboorte ook definitief bij ons komt; dat wij het H.K. zullen vragen om onze gezinnen van het allernodigste voedsel te voorzien, en het vervoer van de apparatuur te regelen.

De heer v. Hove wordt vandaag ziek en in het zeikenhuis, kamer 105, opgenomen. Jan bezoekt hem daar en vertelt dat v. Hove van mening is dat alle in beslaggenomen goederen weer vrij zullen komen. Dit zou inderdaad de gemakkelijkste oplossing zijn.

Tegen de avond wordt het radioverkeer onverwacht erg druk en na een bezoek van Manna verzuim ik, door de drukte, de deur achter haar te sluiten. Helaas blijft dit niet ongestraft en ik heb een uiterst pijnlijke ontmoeting met een mij onbekende non, die geruisloos de cel binnengekomen was. M.O. lost gelukkig ook deze moeilijkheid op.

Donderdag 8/2

Om 11 uur den C.O. op een afgesproken plaats ontmoet, en langs enige omwegen naar een gebouw van het P.E.N. Per P.E.N. telefoon krijgen wij verbinding met het H.K. en ik bespreek de verplaatsing. Inderdaad moeten wij met het radiostation naar de Zaanstreek, bij het H.K. Ik krijg de toezegging van den Heer v. Straaten dat onze gezinnen verzorgd zullen worden, de condities betreffende Jan worden aanvaard en ik spreek af met H.K. dat wij, dus Jan, Faber en ik, a.s. Maandag ’s middags naar de Zaanstreek zullen komen. Voor het transport van de radioapparatuur zal zich Maandagochtend een koerierster bij mij thuis melden. Het adres, plaats van bestemming krijgen wij nog vóór Maandag. Jan en ik zijn er enigszins somber van geworden, wat zullen wij kamer 209 missen, en Manna en onze praatjes met M.O. en van Hove. En niet meer van bed in bad en de V tikjes als Manna met het proviand komt!

Jan fleurt weer op, wil een klein clandestien zendertje maken, en zolang hij in Alkmaar miet blijven voor zijn gezin wil hij vanuit 209 contact met mij houden. Een prachtidee, maar ingewikkeld clandestien. Wij maken samen al een code ook! En wij zijn niet somber meer.

Van de organisatie krijgen wij een bon voor 200 turven en 2 broden. Meegenomen! Ik ga ’s middags naar huis. Jan blijft nog wat uitluisteren.

Vrijdag 9/2

Op bezoek geweest bij den Heer v. Hove op zijn ziekbed in kamer 205. Hij verzekert dat de moffen alles pullen vrijgeven, zodat verdere maatregelen onzerzijds kunnen vervallen. Ik vertel hem dat ik Maandag a.s. overgeplaatst word en dat Jan af en toe nog in 209 blijft werken. V. Hove en ik vinden het beiden erg beroerd, nemen voorlopig afscheid, zullen elkaar echter zo spoedig mogelijk weer opzoeken. V. Hove gaat accoord dat ik mijn privé ontvangtoestel tot na de bevrijding op de zolder boven kamner 209 verborgen houd.

Ik neem ook afscheid van M.O. en, ach laat ik hierover kort zijn, wij zijn die moedige non heel veel verschuldigd, dat is niet te vereffenen met een hartelijk en welgemeend bedankje. M.O. weet dat ik dagelijks enige aantekeningen maak en zij vertrouwt dat ik een merkwaardige ontmoeting met een non in de badkamer, die ik enige dagen geleden had, aan niemand zal vertellen; dat houd ik dus voor mijzelf.

’s Middags turven gesjouwd van de Oudegracht naar de Nieuwpoortlaan in Alkmaar. Later zal ik ze wel naar Heiloo trachten te krijgen.

Zaterdag 10/2

Verschillende onderdelen en persoonlijke eigendommen ingepakt en klaargemaakt voor verzending naar de Zaanstreek. De inbeslaggenomen accu’s enz. zijn nog niet vrijgegeven en v. Hove verzoekt ons om nog enige dagen af te wachten.

“We zullen het in de Zaanstreek wel beroerder krijgen.”

Neem een heerlijk heet bad in 209, vermoedelijk mijn laatste in dit gebouw. Ik vrees dat we 209 en Manna heel erg zullen missen, we zullen het in de Zaanstreek wel beroerder krijgen. Rustig afwachten, de dienst gaat nu eenmaal voor onze persoonlijke belangen.

Zondag 11/2

Nog wat uitgeluisterd naar eenzijdige berichten van Eindhoven. Jan komt om half 11 op de koffie en op onze laatste dag in 209 zien wij helaas kans om een tafelblad van Manna te vernielen. Tijdens het persen van een pantalon op het tafelblad blijft de onderliggende deken aan de tafel kleven, waardoor wij de zacht geworden verflaag van het tafeltje aftrekken. Een handdoek op de verfwond bedekt de schade voor Manna’s ogen.

Om 1 uur brengt Manna ons laatste diner in 209, soep, aardappelen, vlees en sperziebonen. Als gewoonlijk smaakt het uitstekend!

Om half 3 een bespreking met den C.O. Faber bij Jan thuis. Wij vernemen dat uit Wormerveer morgenochtend 2 koeriersters zullen vertrekken die zich bij mij thuis zullen melden, waarna ik voor het verdere transport van de apparatuur zal zorgen. We blijven nog wat praten en daarna ga ik terug naar 209, Faber gaat naar huis.

Nog wat uitgeluisterd, mijn omroepontvanger goed verborgen op de zolder en verder alles in gereedheid gebracht voor ons vertrek. Spreek M.O. nog even en ga vroeg te bed, na de andere radiostations te hebben ingelicht dat wij, G-11, enige dagen niet zullen seinen.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





3 gedachten over “De jacht op de laatste illegale zender (1)”

  1. Veel was mij bekend door verhalen van mijn vader Wim Vlotman.
    Ik zag echter één onjuistheid en wel de foto van Stationsweg 58. Het was niet in het restaurant waar de zender eerst zat, maar het woonhuis ernaast. (thans stationsweg 56) De straat is kort na de oorlog namelijk vernummerd. Ik herinner mij nog het dichtgemaakte gat in het dak waardoor de antenne zou zijn gestoken. Ook het verhaal dat de zender zou zijn gepeild, maar dat de Duitsers per abuis bij de buren 2 huizen verder terecht kwamen, die hun naar de Stationsstraat zouden hebben gestuurd.

    Beantwoorden
    • Dank voor uw reactie. Ik was er door iemand anders ook al op gewezen dat er na de oorlog waarschijnlijk een vernummering heeft plaatsgevonden. Ik zal de gebruikte foto vervangen door een van (nu) nummer 56.

      Beantwoorden
  2. Goedendag,
    Dank voor het delen van je informatie Erik.
    De naam Cornelis Beernink doet mij dit artikel lezen, omdat ik naar gegevens zoek over het werk van de ondergrondse, de RVV Kolhorn en BS District I Den Helder. De schuilnaam ‘Ampi’ is te lezen in archiefstukken bij het Nat. Archief, collectie OD/BS/MG, district 1 Den Helder. Op 6 april 1945 doet de districtscommandant (geen naam) zijn beklag over onverantwoordelijk gedrag van Ampi die met ‘zijn secretaresse hier is gekomen en verwaand loopt te doen’ en met nog twee man, waaronder een marconist. Bij het plaatsen van de antenne op een ‘boerderij in de polder’ (helaas geen naam) kletst Ampi teveel. Ik vermoed dat dit in de omgeving van het klooster Nieuwe Niedorp, Winkel, Kolhorn, Barsingerhorn is. Zijn er documenten van/over Cornelis Beernink nagelaten?

    Kleine correctie in de tekst van dit dagboek van Jack Verhagen: Donderdag 28/12, ‘Blaanboer’ moet zijn: Blaauboer.
    Dit was het gezin Pieter Blaauboer en Alida Blaauboer – van Meurs aan de Waardpolderhoofdweg, Kolhorn. Pieter Blaauboer is verschillende keren de dans ontsnapt (gevangen gezeten in Vught, 2e helft 1943 o.a., en een beschieting overleefd). De oudste zoon, Gerrit Jacob Blaauboer (schuilnaam ‘Johnny’) zat diep in allerlei ondergronds werk vanaf begin 1943. Ook hij is verschillende keren ternauwernood ontsnapt aan gevangenneming.

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.