De helletocht van Dirk van der Veen (3)

Een klein jaar na de bevrijding beschreef de Koogse verzetsstrijder Dirk van der Veen zijn ervaringen in Amsterdam, Vught en Dachau. Het resultaat: een genuanceerd, eerlijk en nauwgezet verslag van zijn tijd als gevangene van de nazi’s.
In deel 3: Dachau-Allach.
Deel 1: Arrestatie en Amsterdam.
Deel 2: Vught.

Ophanging

Eten in Dachau beter dan in Vught, maar bijna geen pakketten.

Eten in Dachau beter dan in Vught, maar bijna geen pakketten. Het Roode Kruis heeft ons in Duitschland in de steek gelaten en was toch zoo noodig. Na 3 weken quarantaine naar Arbeitslager Allach. Na eenige dagen wachten ingedeeld in Halle I van de BMW-fabrieken aldaar, Rohrabteilung.

Registratiekaart Dirk van der Veen uit kamp Dachau (Archief Bad Arolsen).

Tewerkgesteld als draaier voor het afdraaien van pijpjes. Later in dag- en nachtploeg. In tempo b.v. kon hier veel gesaboteerd worden. Zware sabotage werd hier gestraft met ophanging, evenals niet goed ontvluchten. Het eten in ’t begin goed, later heel erg slecht. Later ook veel luizen en wandluizen en veel dooden. Van de SS zelf had men niet veel last, de appèls waren zeer kort, vooral één Rapportführer kon het in recordtijd. Als commandant er niet was, liet hij de getelde blokken achter zich vertrekken.

De ingang van Dachau (Oorlogs- en Verzetsmuseum Overloon).

Eerlijk mensch

In Januari 14 dagen in barak geweest wegens kolennood. De capo’s waren over ’t algemeen slecht, bij bevrijding zijn er nog gelyncht (doodgetrapt), de blokoudsten vrij goed. Lang in Block 7 gezeten, waar de blokoudste Willy Falk zoo goed mogelijk voor ons zorgde. Een zeer eerlijk mensch, die door zijn goede naam af en toe nog wat extra’s voor ons wist te organiseeren. Overigens, hij zat al 9 jaar, evenals alle oud-gedienden, af en toe een beetje gek, doch niet homosexueel, wat onder de oudere slachtoffers ook heel veel voorkwam. Hiervoor werden meestal jonge Russen gebruikt, die dan ook dikwijls in de Stubedienst zaten. (Zooals U weet veel Nachschlag, enz.)

Een zeer eerlijk mensch, die door zijn goede naam af en toe nog wat extra’s voor ons wist te organiseeren.

Slecht gedrag

In Gilze-Rijen was de verhouding onderling uitstekend, ook met de Franschen en Belgen. Ook in Vught was er een goede geest onder elkaar. In Dachau en Allach werd dit minder en later bestalen zelfs de Hollanders elkaar. Slechts enkelen betoonden elkaar goede vriendschap en die band bestaat met sommigen nog. Naar mijn mening hebben zich heel slecht gedragen de Polen en de meeste Russen. Ook de Czechen kon men over ’t algemeen niet vertrouwen. Maar ook de Franschen en Belgen gedroegen zich onkameraadschappelijk. Zij waren de eenigen, die geregeld pakketten kregen, soms 2 per week, de Belgen enkele malen 5 per week.

Het crematorium van Dachau (NIOD).

Scheisserei

Ze vraten zich vol en lieten de anderen verhongeren, enkelen tot schade van henzelf die Scheisserei en al gauw een naamkaartje aan hun groote teen kregen. Ik ken hierop zeer weinig uitzonderingen. Eenmaal hebben alle Hollanders een klein pakket gekregen van de Belgen en Luxemburgers uit Dachau. De bevolking was zeer cosmopolitisch. Een enkele Noor, Russen, Polen, Czechen, Grieken, Italianen, Belgen, Franschen, Spanjaarden, Hongaren, Zigeuners, Duitschers, Hollanders.

We konden München na een bombardement zien branden. We hadden allemaal een baantje in ons kortgeknipte haar en mochten ons niet in de aparte Rasier (Friseur)-Stube laten scheren, alvorens het baantje geknipt was. (Enige prominenten uitgezonderd.) Verder was er in Allach een open zwembassin.

Registratiekaart uit Dachau-Allach van Dirk van der Veen (Archief Bad Arolsen).

Hongeroedeem

Eind Maart ’45 in Revier opgenomen met hongeroedeem. 5 Weken daar gebleven. Toen kwamen de vreeselijke transporten van andere kampen met veel stervenden. De dooden waren al achtergebleven. Daarna landgenoten in barakken bij elkaar. Een typische naam voor één van de commando’s was: Moorexpress, waarbij een stel uitgemergelde gevangenen met wagens, b.v. met eten naar de fabriek, voorbij schuifelden (niet vrij van humor).

Op 30 April bevrijd door de Amerikanen, na een dag schermutselingen in de omtrek. Een paar mitrailleurnesten met Hitlerjugend hielden lang vol, maar werden later door duikende jagers ‘fertig gemacht’. Eten werd beter, velen braken uit om in de omgeving te gaan stelen. Dit heeft menigeen nog het leven gekost door te veel eten. Het eten werd veel te gauw te vet gegeven. Ik had dat gauw in de gaten en moest maar één nacht gebruikmaken van de ‘kiebelton’. Toen nam ik direct dieetpap van biskwie en melk (of water), raadde ook anderen aan dat te doen, maar de meesten waren te vraatzuchtig en kregen hopeloos dysenterie, vaak met doodelijke afloop.

Dachau ten tijde van de bevrijding (Museum Overloon).

Anarchie

Na de bevrijding was het in ’t begin een volslagen anarchie. De riolen raakten verstopt, wat een verschrikkelijke toestand veroorzaakte op en om de Aborts. De kappers weigerden te scheren of te knippen, het werd zelfs moeilijk eten klaar te krijgen. Langzamerhand werd dit weer beter.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





1 gedachte over “De helletocht van Dirk van der Veen (3)”

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.