Nadat de Zaandamse NSB’er Johan Engel van de Stadt in mei 1945 werd vastgezet, begon hij gedichtjes te schrijven. Ze geven een interessant zicht op het leven achter het prikkeldraad van de ‘Sing-Sing’, zoals de gevangenis in zijn woonplaats door het leven ging. Op meitotmei.nl staan alle gedichten (met dank aan Peter Konincks), plus de nodige duiding.
Deel 7: ‘Wat is er toch met Hitler loos’

Hitler dood?
Was Hitler er toch in geslaagd om te ontkomen aan zijn opponenten?
In de zomer van 1945 zong nog altijd de vraag rond waar Adolf Hitler was gebleven. Had hij eind april de dood gevonden in de Führer-bunker in Berlijn, zoals de autoriteiten zeiden? Of was hij er toch in geslaagd om te ontkomen aan zijn opponenten? Ook Jan van de Stadt, opgesloten in de ziekenzaal van de Zaandamse districtsgevangenis, vroeg het zich af. Om daarna meteen zijn eigen lot te koppelen aan de daden en wellicht zelfs ontsnapping van de man over wie hij een paar jaar eerder nog zo vol was, maar die hij nu niet meer bliefde: ‘De Grootste, van de Grooten dus,/Loopt nog op vrije voeten./En wij, de kleintjes van de school,/Wij moeten voor hem boeten.’

18 juli 1945
Waar is Hitler?
‘Hij vond de Führer in Berlijn,
Vergiftigd en aan stukken.’
Het nieuws der wereld bracht bericht,
En wel rechtstreeks uit Londen.
Dat men nog altijd Hitler niet,
In Duitschland heeft gevonden.
Wat is er toch met Hitler loos,
Met deze Nazi-leider.
Geruchten druipen langzaam door,
Berichten gaan steeds wijder.
De één, die sprak: ‘Hij is verbrand,
En in Berlijn gegrepen.’
De Russen schreven in de krant,
Hij is eruit geknepen.
En eerst is hij nog gauw getrouwd,
Wat zegt U van die droge.
En toen is deze leider snel,
Naar Spanje toegevlogen.
Een ander zegt: ‘Hij is ontdekt,
’t Mocht zijn chauffeur gelukken.
Hij vond de Führer in Berlijn,
Vergiftigd en aan stukken.’
Zoo gaat maar het mysterie rond,
Zoo was toch heel zijn leven.
En iedereen, die zegt verbaasd:
‘Waar is hij toch gebleven.’
Zou hij nu leven, is hij dood,
Zoo luidt nog steeds het praatje.
Men zoekt hem, maar men vindt hem niet,
En Hitler is een plaatje.
Loopt hij misschien verkleed als vrouw,
Als boer soms bij de dieren.
Of leeft hij ergens als baron,
Met andere papieren.
Eén ding dat staat nu toch wel vast,
Dat meldt men zelf uit Londen.
De man die de ellende bracht,
Is nog steeds niet gevonden.
Die lacht de heele wereld uit,
En die naar vrijheid snakken.
De Führer heeft ook deze keer,
De wereld weer te pakken.
Hij loopt misschien in vrijheid rond,
En leest dat in de kranten.
Omdat hij niet meer Hitler heet,
Maar nu misschien Van Zanten.
De Grootste, van de Grooten dus,
Loopt nog op vrije voeten.
En wij, de kleintjes van de school,
Wij moeten voor hem boeten.