Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

Broedermoord in de onderduik

Hoewel hun belangen overeenkwamen – de bezetter dwarszitten en heelhuids de bevrijding halen –, ging het soms toch akelig mis tussen onderduikers en hun helpers. Zelfs als het streek- en partijgenoten waren.

Liquidaties

Tijdens de Tweede Wereldoorlog doken in Nederland naar schatting 350.000 personen onder. Publicist Bart FM Droog stelde in 2021 vast dat 32 van hen door het verzet of criminelen (anders dan de nazi’s) om het leven werden gebracht. Negentig procent van deze vermoorde onderduikers betrof joden. Drie waren Duitse deserteurs. En bij één liquidatie verloor een ten onrechte van verraad verdachte Rotterdammer het leven. Bijna was daar een tweede niet-joodse burger bijgekomen, Dingeman Theodorus de Munck. Nog aparter: deze Zaandamse communist werd belaagd door partij- en plaatsgenoten.

Negentig procent van de door het verzet en criminelen vermoorde onderduikers betrof joden.

Trouwdag van Dingeman de Munck en Francisca Siffels, oktober 1939 (Familiearchief).

Spanjestrijder

Dingeman de Munck verliet in juni 1937 zijn woonplaats om in Spanje te vechten tegen de fascistische troepen van Franco. Hij was nog maar kort terug in Nederland toen de Duitsers Polen binnenvielen; het begin van de Tweede Wereldoorlog. Toen Hitlers strijdkrachten in mei 1940 ook de Nederlandse grens over trokken, werd het voor Dingeman levensgevaarlijk: de nationaalsocialisten waren gebeten op oud-Spanjestrijders. De bewoner van de Havenbuurt keek de situatie nog even aan, maar op aandringen van ‘een zekere Bakker’ [dixit De Munck] van de Zaandamse CPN-afdeling dook hij naar eigen zeggen in september 1940 onder. Veel voormalige Brigadisten waren inmiddels opgepakt en het was een kwestie van tijd voor ook Dingeman de Munck achter de tralies zou verdwijnen. En dus verruilde deze twintiger zijn huurwoning voor een relatief veilige plek tien kilometer zuidelijker. Zijn echtgenote Francisca (‘Franci’) Siffels, met wie hij een half jaar voor de bezetting was getrouwd, bleef achter met een pasgeboren dochter.

Arie Bakker

De Zaandammer kwam terecht in een Amsterdamse woning. Toen hij begin jaren ’70 (tevergeefs) een verzetsuitkering aanvroeg bij de Stichting 1940-1945 meldde hij in het eerste oorlogsjaar ‘op een adres Constantijn Huijgensstr. hoek, tegenover Wilh. Gasthuis’ te zijn ondergebracht. Piet van Breemen, een aanvoerder van de Communistische Partij van Nederland in Zaandam, zou dat hebben geregeld. De door Dingeman genoemde ‘zekere Bakker’ – het betrof CPN’er Arie Bakker uit Zaandam – noemde overigens desgevraagd een ander adres: ‘Bij mevr. Kaper, 2de Hugo de Grootstraat.’

Piet van Breemen in 1944 nadat hij, als gevolg van verraad door Dingeman de Muncks echtgenote Francisca, gevangen was gezet (Gemeentearchief Zaanstad).

David Duis

Dingeman de Munck ging met het alias Theo van Grinsveld door het leven en ontving op die naam voedselbonnen. Hij was overigens niet de enige onderduiker op het Amsterdamse adres. In 1973 vertelde hij dat ‘op het onderduikadres ook een vijftal joden waren ondergebracht, o.a. een zekere Duijs [sic] uit Zaandijk’. Dat bevestigden Arie Bakker en Piet van Breemen desgevraagd. Bakker: ‘Als lid van de illegale groep rond De Waarheid, vanaf eind 1940, in de groep van P. van Breemen (…), was ondergetekende belast met diverse werkzaamheden, waaronder koerierswerk, verzorging adressen en bonnen voor onderduikers plus uitbetaling onderhoudskosten, ook ten behoeve van Dingeman de Munck en David Duis (voor de oorlog gemeenteraadslid Zaandijk voor CPN).’

Toen de Duitsers het net aantrokken, werd het tijd om een onderduikplek te zoeken.

Fabrieksarbeider en oud-raadslid David Duis (28-12-1897) had zijn woning aan het Zaandijkse Arie de Bruijnspad in april 1942 moeten verlaten. Joden werden toen gedwongen om in Amsterdam te gaan wonen, het voorportaal van Westerbork en de vernietigingskampen. Aanvankelijk vond hij onderdak in de Weesperstraat. Toen de Duitsers het net aantrokken, werd het tijd om een relatief veilige plek te zoeken. Piet van Breemen zorgde dat hij in Amsterdam terechtkwam bij mevrouw Kaper.

David Duis te midden van zijn collega’s in de fabriek (Gemeentearchief Zaanstad).

Womanizer

Dingeman was een onverbeterlijke womanizer.

Piet van Breemen, Arie Bakker, David Duis, Dingeman de Munck; allemaal Zaanse aanhangers van het marxistisch gedachtegoed. Het leek een garantie voor succes. Maar de twee eerstgenoemden beoordeelden de situatie vooral als een drama. Dingeman was namelijk een onverbeterlijke womanizer. Hij ging ondergronds verder met hetgeen hij eerder tijdens de bezetting ook deed: vrouwen het hof maken. Arie Bakker: ‘De Munck en Duis hadden strenge opdracht binnenshuis te blijven, welke opdracht De Munck gewoon aan z’n laars lapte.’ Van Breemen: ‘Op zekere dag kreeg ik bericht van een verbinding dat ik maar eens naar Amsterdam moest komen om met de mevrouw van de woning waar De Munck en Duis waren ondergedoken te spreken. Om kort te gaan, zij smeekte mij om de persoon De Munck aub weg te halen. (…) Op alle adressen waar hij is geweest heeft hij een smerige rol gespeeld. Hield hij het niet met de dochter, dan maar met de moeder.’

Halsstarrig

Dingemans hulpverleners waren de wanhoop nabij. Arie Bakker: ‘Uiteindelijk resulteerde dit in een bespreking met mevr. Kaper, Duis, De Munck en ondergetekende. Door de halsstarrige houding van De Munck, die zich niet neer wilde leggen bij de strikte orders van de illegaliteit en de veiligheid van anderen (er waren bij mevr. Kaper nog meer onderduikers) in gevaar bracht, moest ondergetekende het dwingende besluit van de illegaliteit mededelen, dat indien Dingeman de Munck zich niet aan de afspraken van de illegaliteit hield, hij rekenen moest dat er beslissende maatregelen tegen De Munck genomen zouden worden en al wat hieruit voort zou vloeien geheel voor verantwoording van De Munck zou zijn.’

Vechten

‘Ondanks dit besluit bleef De Munck moeilijkheden veroorzaken’, aldus Bakker. ‘Hij (De Munck) daagde Duis zelfs uit, buiten op de gracht het uit te vechten. De illegale leiding (Van Es [het alias van Piet van Breemen] ging er zelf heen) heeft ze toen naar een ander adres (mij onbekend) gebracht.’ Volgens Van Breemen stuurde hij Dingeman de Munck weg zonder een vervangende onderduikplek voor hem te regelen. Er werd zelfs gedreigd om de gevaarlijke onderduiker bij voortdurende overlast te liquideren. ‘Ik heb hem gezegd dat vanaf heden hij geen adres voor verzorging meer kreeg en bij de eerste keer dat hij de illegaliteit weer in gevaar zou brengen, hij van kant zou worden gemaakt. Dat was in begin 1943.’

‘De eerste keer dat hij de illegaliteit weer in gevaar zou brengen, zou hij van kant worden gemaakt.’

V.l.n.r. Dingeman, Francisca, vader en moeder Siffels, Hendrika (‘Riek’) en Adriana Siffels in Bakkum, 1940 (Familiearchief).

Abortus

Het dreigement had effect. Dingeman de Munck vertrok uit Amsterdam en kwam terecht in een tuinhuisje in Bergen. Hij deelde zijn nieuwe onderduikadres met een Britse piloot. In Bergen kreeg hij van zijn vader te horen dat zijn echtgenote ernstig ziek was. Net als haar man was Franci de Munck-Siffels een buitenechtelijke relatie aangegaan, met een zwangerschap tot gevolg. Ze koos voor een abortus. De met breinaalden uitgevoerde ingreep leidde tot een bijna fatale ontsteking. Haar behandelend arts vertelde Dingeman over de zwangerschapsonderbreking. Toen de Zaandammer vervolgens vanuit Bergen zijn vrouw opzocht in het ziekenhuis spatte de relatie definitief uiteen.

Dingeman verzweeg zijn innige band met onder anderen Riek, een zus van zijn echtgenote. Franci wachtte vergeefs op een uiting van medeleven. Dingeman op zijn beurt was kwaad over haar seksuele escapades. De verwijten vlogen in hoog tempo heen en weer. De escalerende ruzie maakte een eind aan het bezoek. ‘Je kan van mij doodvallen’, waren de laatste woorden die Dingeman zijn vrouw toevoegde voor hij wegbeende. Woedend riep Franci hem na de autoriteiten te zullen informeren over zijn illegale verblijfplaats. Het was het snijdende slotakkoord van een kort en onstuimig verlopen huwelijk.

Riek en Franci Siffels (E. Huston).

‘Je kan van mij doodvallen’, waren de laatste woorden die Dingeman zijn vrouw toevoegde.

Verraadster

Franci zou de oorlog niet overleven (het waarom kunt u lezen in mijn boek De verraadster). Dingeman wel, zij het in een concentratiekamp en geestelijk zwaar gehavend. Ter bestrijding van zijn mentale problemen onderging hij een kwart eeuw na de bevrijding in de Jelgersmakliniek onder meer een LSD-behandeling. ‘De heer de Munck leeft dikwijls als een opgejaagd mens, gekweld door de vele oorlogsherinneringen, waarbij het verraad van zijn vrouw en het verblijf in de Duitse kampen een grote rol spelen’, is te lezen in zijn dossier van de Stichting 1940-1945. Dingeman zette in 1971 staccato zijn klachten op een rij: ‘Slapeloze nachten, angstdromen, slechte concentratie. Voortdurende suizingen in mijn hoofd. Gebruik veel kalmerende middelen.’

De oud-Spanjestrijder overleed op 15 maart 1996. Hij was 79 jaar oud, buitengesloten door zijn voormalige kameraden en tot zijn laatste levensdag getraumatiseerd.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.