In mei 2017 besteedde de Volkskrant enkele artikelen aan oorlogsmonumenten in Enspijk, Leidschendam-Voorburg en Amsterdam met ‘foute’ namen. Maar ook de Zaanstreek beschikt over zo’n eerbetoon aan dubieuze personen.
Een SS’er op een gedenkplaats voor oorlogsslachtoffers in het Gelderse Enspijk haalde in het voorjaar van 2017 de nationale media. Drie maanden eerder viel die ‘eer’ ten deel aan een nazistische fotograaf. Hij stond abusievelijk als joods slachtoffer in de herdenkingsboeken en op een muurplaat in de Hollandsche Schouwburg. Inmiddels zijn hun namen verwijderd, evenals dat elders gebeurde na de ontdekking van collaborateurs op oorlogsmonumenten.
Vooralsnog gaat dat niet op in de gemeente Wormerland. Het monument in de Zaandammerstraat ‘is opgericht ter nagedachtenis aan alle mensen die vanuit Wormer zijn gedeporteerd en in interneringskampen zijn omgebracht, en aan diegenen die in Wormer door oorlogshandelingen om het leven zijn gekomen’. Aan die keurige formulering op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei mankeert niets. En toch wringt er iets.
Fremdkörper
Tussen de namen van vermoorde lokale verzetsstrijders als Jan van Hinte, Paul Kramer en Jan Kuijper staan twee ‘Fremdkörper’. Ook zij vonden -triest genoeg- de dood in Duitse gevangenschap. Hun route naar de ondergang had echter wel een totaal ander verloop dan de andere nazislachtoffers. Sterker, een ondergronds medewerker van de Ordedienst als Jan van Hinte is wellicht indirect in het concentratiekamp beland door dit tweetal. En hij was de enige niet. Dat roept de vraag op of ‘J. Kerkhoven’ en ‘T. van Kleef’ thuishoren op een oorlogsmonument dat toch vooral bedoeld is om onschuldige slachtoffers te memoreren.
Waakzaamheid
In 2012 schreef ik over de jaren 1940-’45 een hoofdstuk voor het boek De Waakzaamheid. Die horecagelegenheid in Koog aan de Zaan was -zeker gedurende het eerste oorlogsjaar- een centrum van verzet tegen de nazi’s. In mijn bijdrage noemde ik Waakzaamheid-kelner Jacob Kerkhoven en diens maat Theodorus van Kleef. Deze twee inwoners van Wormer waren op de hoogte van de illegale werkzaamheden die de Waakzaamheid-eigenaars Louise en Hendrik Ero en hun mede-verzetsstrijder Evert Honig uitvoerden. Naar het schijnt verrichtten Kerkhoven en Van Kleef zelf ook ondergrondse activiteiten.
Het ging echter mis toen ze in aanraking kwamen met Johannes Bernardus van Ligten, een V-mann van de Sicherheitsdienst. ‘Johnny’, zoals Van Ligten zichzelf introduceerde, deed zich voor als geallieerd geheim agent en poogde zo te infiltreren in de Zaanse tak van de Ordedienst.
Vanaf dat moment stapelden de belastende verklaringen over Kerkhoven en Van Kleef zich op. Ze schepten op dat ze na diens ontmaskering ‘Johnny’ hadden gedood en zijn lijk in het Zwet hadden verborgen. Ze pochten openlijk over hun gefantaseerde moord. Overlevenden van de verzetsgroep verklaarden na de oorlog dat het duo hun medestrijders probeerde te chanteren en zwijggeld eiste. ‘Chicaneurs’, noemde een wel bonafide verzetsstrijder van de Ordedienst hen in 1946. Een naoorlogs rapport van de Koogse ondergrondse: “Van Kleef was inmiddels vreselijk aan het drinken geraakt en flapte in een dronken bui er alles uit.” Waarschijnlijk als gevolg van hun gepoch werden Kerkhoven en Van Kleef kort na de andere leden van de Zaanse Ordedienst eveneens gearresteerd. Ze belandden in een concentratiekamp en zouden dat niet overleven.
Nog tijdens het onderzoek voor het te schrijven hoofdstuk over De Waakzaamheid nam ik contact op met de verantwoordelijken achter de Erelijst van Gevallenen; het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Die Erelijst ‘bevat de namen van degenen die in de Tweede Wereldoorlog als militair of als verzetsstrijder voor het Koninkrijk der Nederlanden zijn gevallen.’ Onder wie sinds 1960 Jacob Kerkhoven. Ik sprak per mail mijn verbazing uit over deze plaatsing.
Na een tijdje ontving ik een antwoord: “Inderdaad roept de rol die Kerkhoven binnen de Zaanse illegale organisatie heeft gespeeld de nodige vragen op; van opzettelijk dubbelspel waarbij hij de overige illegale werkers ten eigen bate aan de Duitsers heeft willen uitleveren, zijn wij echter niet overtuigd.”
Ik stuurde nog wat aanvullend bewijs: een verwijzing naar Kerkhoven in het ondergrondse blad Contrasignaal (‘heeft de Zaandamse organisatie verraden’) en naar het strafrechtdossier van ‘Johnny’ van Ligten, dat eveneens hints bevat over Kerkhovens dubieuze rol. Op die tweede mail kwam echter geen reactie meer.
In februari 2017 publiceerde Lida Sanders haar boek Louise, vrouw in verzet. Hoewel een roman heeft Sanders zich lang verdiept in de lotgevallen van het echtpaar Ero en hun omgeving. De basis van haar verhaal is dan ook zeer feitelijk. Ook zij kon er niet omheen: Van Kleef en Kerkhoven spelen in haar publicatie een zeer dubieuze rol als chanterende en manipulerende drinkebroeders.
Barend Davidson
In 2021 ontving ik Het dagboek van Barend Davidson. Een Zwolse jood in het verzet (dank, Albert!). De auteur, Bert J. Davidson, beschrijft daarin de dubieuze rol van Kerkhoven en Van Kleef. Een paar citaten: “Uit het verslag van de rechtszaak tegen Barend Davidson blijkt ook dat Jacob Kerkhoven, die als kelner in het hotel van Hendrik Ero werkte, en zijn vriend Theodoor van Kleef voor de Duitse contraspionage hebben gewerkt. Zij maakten Ero wijs dat ze voor de Engelse inlichtingendienst werkten, via een Engelsman, Bill [=Van Ligten], die in Nederland woonde. (…) In december 1940 vertelde het tweetal, Jacob Kerkhoven en Theodoor van Kleef, dat ‘Bill’ een verrader was geworden en hen aan zou geven bij de Duitse autoriteiten. Daarom hadden ze hem vermoord en zijn lichaam in het water van het Zwet gegooid. Het was hen nu te heet onder de voeten geworden. Ze vroegen hulp om naar Engeland te vluchten en om in de tussentijd onder te duiken. Ero bracht hen onder bij een vriend in Amsterdam en verschafte hen, samen met Honig, voedsel en geld, ten minste 550 gulden. Het is duidelijk dat Kerkhoven en Van Kleef voor de bezetters werkten.”
Smet op het blazoen
In een artikel van de Volkskrant komt naar voren dat het erg veel moeite kost om foutloze oorlogsmonumenten te realiseren (zie ook mijn artikel over die andere Zaanse gedenktekens met missers). Het lijkt er op dat de Zaanstreek wat dat betreft geen uitzondering vormt. Gaat het om spelfouten of verkeerde data, dan is de schade nog wel te overzien. Maar waar mensen met een flinke smet op hun blazoen op hetzelfde podium zijn gehesen als verzetsstrijders die hun weerstand met de dood moesten bekopen, gaat het flink mis.
Ik denk dat het geen kwaad kan om nog eens kritisch te kijken naar dat oorlogsmonument in Wormer. En als we dan toch bezig zijn, verdient de Erelijst van Gevallenen misschien ook wat aandacht.
2 gedachten over “(Weer) een monument met dubieuze namen”
Bij de overlijdensdatum van Jacob Kerkhoven staat 31-5-1945
Dat zou betekenen dat hij na de oorlog is overleden. Maar er zal een reden voor zijn….
Dag Marco,
De datum klopt. Een deel van de mensen in kampen als Bergen-Belsen waren in mei 1945 weliswaar bevrijd, maar mochten/konden nog niet worden gerepatrieerd naar Nederland. Sommigen van hen stierven vervolgens alsnog ter plekke aan de eerder ondergane ontberingen.